Werkt direct spasmolytisch en parasympathicolytisch op de gladde detrusorspier van de blaas. Het vergroot de capaciteit van de blaas, verlaagt de frequentie van ongeremde contracties van de detrusorspier en stelt de eerste aandrang tot urineren uit. De symptomen van incontinentie nemen hierdoor af.
De volgende kinetische parameters zijn gevonden (Autret 1993):
Leeftijd | n= | Dosis | Cmax mean (range) | Tmax |
---|---|---|---|---|
5-8 jaar | 10 | 0,2 mg/kg/dag | 9±6.6 (1.7-30.5) ng/ml | 1-2 uur |
10-13 jaar | 8 | 0,3 mg/kg/dag | - (2.7-23.2) ng/ml | 1-2 uur |
Er zijn geen kinetische parameters bekend bij intravesicale toepassing.
Urine incontinentie, enuresis nocturna:
< 5 jaar: off-label
> 5 jaar:
< 0,4 mg/kg/dag: On-label;
> 0,4 mg/kg/dag: Off-label
Blaaskrampen (bijv ten gevolge van kathetergebruik); verbetering van de blaasfunctie na urethraklep ablatie: Off-label
Intravesicaal:
< 6 jaar: Off-label
≥ 6 jaar: On-label
Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst
Stroop (hydrochloride) 1 mg/ml
Tablet (hydrochloride) 2.5 mg, 5 mg
Blaasspoeling (hydrochloride) 0.5 mg/ml en 1 mg/ml
Urine incontinentie; blaaskrampen (bijv ten gevolge van kathetergebruik); verbetering van de blaasfunctie na urethraklep ablatie |
---|
Urine incontinentie, overactief blaas syndroom, neurogene blaas |
---|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Bij kinderen kan juist excitatie van het CZS optreden met o.a. rusteloosheid, angst, desoriëntatie, hallucinaties en zelden convulsies. Anticholinerge bijwerkingen, zoals droge mond en blozen;
Bijwerkingencentrum Lareb ontving over 53 kinderen (gemiddelde leeftijd 7,2 jaar SD +/1 3,2 jaar) een melding. Hoofdpijn, agitatie, agressie, abnormaal gedrag, rusteloosheid en psychomotore hyperactiviteit zijn het vaakst gemeld. Twee kinderen zijn vanwege deze vermoede bijwerkingen met psychoses opgenomen in het ziekenhuis.
Oraal
Zeer vaak (> 10%): obstipatie, misselijkheid, droge mond. Duizeligheid, slaperigheid, hoofdpijn. Wazig zien. Droge huid.
Vaak (1-10%): verwardheid. Rood gezicht. Diarree, braken. Urineretentie. Droge ogen.
Soms (0,1-1%): desoriëntatie. Buikklachten, anorexie, dysfagie. Vermoeidheid.
Zelden (0,01-0,1%): hartkloppingen.
Zeer zelden (< 0,01%): erectiele disfunctie. Geheugenstoornissen, nachtmerries. Acuut glaucoom. Fotosensibilisatie.
Verder zijn gemeld: urineweginfecties. Tachycardie, hartritmestoornissen. Allergische reacties zoals urticaria, huiduitslag en angio-oedeem. Hypohidrose met kans op hitteberoerte en zonnesteek. Cognitieve disfunctie (bij ouderen), convulsies. Agitatie, hallucinaties, paranoia, angst, depressie, afhankelijkheid (bij een voorgeschiedenis van drugs- of geneesmiddelenmisbruik). Gastro-oesofageale reflux, pseudo-obstructie (bij risicopatiënten). Oculaire hypertensie, mydriasis.
Intravesicaal
Uit een vergelijkende studie bij neurogene blaas bleek dat intravesicale behandeling in totaal minder anticholinerge bijwerkingen gaf dan orale behandeling; wel gaf intravesicale behandeling meer anticholinerge bijwerkingen in de nieren en urinewegen (zoals mictiestoornissen).
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Kinderen zijn vaak gevoeliger voor parasympathicolytica; nauwkeurige regulatie van de dosering is daarom vereist. Cave urineretentie; Niet geven bij buitentemperatuur >30 graden Celsius. Cave bijwerkingen op de gemoedstoestand.
Wees voorzichtig bij verzwakte patiënten en bij lever- en nierfunctiestoornissen, hyperthyreoïdie, hartfalen, hartritmestoornissen, coronaire aandoeningen, hypertensie en prostaathyperplasie, hiatus hernia/reflux-oesofagitis, ernstige stoornissen in de maag-darmmotiliteit, colitis ulcerosa, koorts of hoge omgevingstemperatuur, cognitieve stoornis, ziekte van Parkinson en autonome neuropathie. Ouderen (aantasting cognitieve functie, slaapstoornissen) en kinderen (CZS en psychische bijwerkingen) zijn gevoeliger voor parasympathicolytica, nauwkeurige regulatie van de dosering is daarom vereist.
Vooral tijdens de eerste maanden van de behandeling en na dosisverhogen controleren op anticholinerge effecten op het centraal zenuwstelsel (bv. hallucinatie, agitatie, verwarring, slaperigheid), bij dergelijke bijwerkingen dosisverlaging of staken van de behandeling overwegen.
Dit middel kan door pupilverwijding de oogdruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken, bij plotseling verlies van visuele scherpte of oogpijn een arts raadplegen.
Vanwege de parasympathicolytische werking kunnen bij chronisch gebruik door verminderde speekselvorming cariës, parodontale aandoeningen en orale candidiasis ontstaan, het gebit daarom regelmatig controleren.
De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen< 5 jaar zijn niet vastgesteld. De veiligheid en werkzaamheid van de pleister zijn alleen onderzocht bij volwassenen; gebruik bij kinderen wordt ontraden.
Oxybutynine heeft in de therapeutische dosering vooral de eerste dagen een licht tot matig negatieve invloed op de rijvaardigheid.
Oxybutynine remt CYP3A4 en CYP2D6, en wordt gemetaboliseerd door CYP3A4.
Niet beoordeeld: krachtige CYP3A4-remmers kunnen de Cmax en AUC van oxybutynine verhogen. Ketoconazol kan de oxybutynineconcentratie 2 tot 4-voudig verhogen.
Interacties Parasympathicolytica algemeen:
Niet beoordeeld: de werking kan worden versterkt door andere geneesmiddelen met een anticholinerge werking, zoals bepaalde antipsychotica en tricyclische antidepressiva.
Amantadine kan de centrale bijwerkingen van de parasympathicolytica versterken.
De werking van parasympathicomimetica, waaronder cholinesteraseremmers, kan worden geantagoneerd.
Oculair toegediende parasympathicolytica kunnen de werking van eveneens oculair toegediende parasympathicomimetica antagoneren.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
ZUURMAKENDE MIDDELEN | ||
---|---|---|
G04BA01 |
MIDDELEN BIJ URGE-INCONTINENTIE | ||
---|---|---|
Vesicare
|
G04BD08 | |
Detrusitol
|
G04BD07 |
MIDDELEN BIJ ERECTIESTOORNIS | ||
---|---|---|
Revatio, Balcoga
|
G04BE03 | |
Adcirca
|
G04BE08 |
OVERIGE UROLOGICA | ||
---|---|---|
G04BX16 |