De mydriatische werking treedt sneller in en duurt korter dan bij atropine. Bij kinderen geeft het geen volledige cycloplegie.
Geen informatie
Diagnostiek (pupilverwijding en cycloplegie): On-label
Partiele mediatroebelingen: Off-label
Oogdr. (hydrobromide) 20 mg/ml
Pupilverwijding |
---|
Partiele mediatroebelingen |
---|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Systemische bijwerkingen kunnen optreden, vooral bij kinderen.
Na oculair gebruik kunnen irritatie, wazig zien, fotofobie, verhoogde oogdruk, allergische reacties en vooral bij langdurige toediening hyperemie, oedeem en conjunctivitis optreden.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Bij oculaire toediening zijn de contra-indicaties overgevoeligheid en nauwekamerhoekglaucoom.
Door beïnvloeding van het gezichtsvermogen kan het gebruik hinderlijke gevolgen hebben voor sommige dagelijkse bezigheden (bv. lezen, deelname aan het verkeer). Tijdens gebruik geen zachte contactlenzen dragen, harde contactlenzen niet tot 45 minuten na indruppelen. Door tijdens en direct na toediening de traanbuis 1-3 minuten dicht te drukken wordt de kans op systemische reacties verminderd. Voorkomen wordt dat de druppeloplossing snel afvloeit naar de neus- en keelholte.
Oculair toegediende parasympathicolytica kunnen de werking van eveneens oculair toegediende parasympathicomimetica antagoneren.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
PARASYMPATHICOLYTICA | ||
---|---|---|
S01FA01 | ||
Cyclogyl, Cyclopentolaat Minims
|
S01FA04 | |
Minims tropicamide
|
S01FA06 |
SYMPATHICOMIMETICA EXCL GLAUCOOMMIDDELEN | ||
---|---|---|
Monofree Fenylefrine, Fenylefrine Minims, Visadron
|
S01FB01 |