Cyclopentolaat

Stofnaam
Cyclopentolaat
Merknaam
Cyclogyl, Cyclopentolaat Minims
ATC code
S01FA04
Eigenschappen - PK data - Registratiestatus
Doseringen

Toedieningsvormen en hulpstoffen
Nierfunctiestoornissen
Soortgelijke geneesmiddelen
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen
Interacties
Referenties
Versiebeheer

Label dosisadvies Kinderformularium

Diagnosticum:
< 3 mnd: Off-label
> 3 mnd: On-label
Uveitis: Off-label

Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Diagnostisch gebruik:
Cyclogyl 1%: Kinderen>3 mnd (niet gebruiken bij kinderen<3 mnd): In ieder oog 1 druppel, zn gevolgd door een 2e druppel na 5 min.
Monofree/minims 0,5 % > 6 jr: 0,5 % 1-2 druppels
Therapeutisch gebruik:
Cyclogyl 1%: > 3 mnd:  1-2 dd 1 druppel

Monofree/Minims> 6jr: 1-2 druppels 0,5 % elke 6-8 uur

Eigenschappen

Parasympathicolyticum; bewerkstelligt mydriasis en cycloplegie. Werking: snel, max. na 30–60 min. Werkingsduur: tot 24 uur (korter dan van atropine). Mydriasis kan bij sommigen enkele dagen aanhouden.

Farmacokinetiek

In een studie (n=6) met cyclopentolaat 1% druppel (35µl) in het oog, gaf piek plasmaspiegels van ondetecteerbaar tot 5,8 ng/ml. Grote inter-individuele variabiliteit. Bij 5 kinderen detecteerbare spiegels vanaf 3 min na toediening.

Doseringen

Uveitis
  • Oculair
    • 1 jaar tot 18 jaar
      • 0.5% 1 druppel(s)/dosis 2 dd.
      • Er zijn geen studies verricht naar het gebruik van cyclopentolaat voor deze indicatie bij kinderen.

Diagnosticum (cycloplegicum)
  • Oculair
    • A terme neonaat tot < 1 jaar
      [4] [5] [6] [7] [8] [9] [10] [11] [12]
      • 0.5% 1 druppel(s)/dosis, zo nodig herhalen na 5-10 minuten.
      • Maximale effect wordt overigens pas later bewerkstelligd (30-40min). Bij donkere irissen vaak relatief hogere doses nodig

    • 1 jaar tot 18 jaar
      [4] [5] [6] [7] [8] [9] [10] [11]
      • 1% 1 druppel(s)/dosis, zo nodig herhalen na 5-10 minuten.
      • Maximale effect wordt overigens pas later bewerkstelligd (30-40min). Bij donkere irissen vaak relatief hogere doses nodig

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Oogdr. (hydrochloride) 10 mg/ml (1%)  bevat benzalkoniumchloride.
Minims 10 mg/kg (1%) ; 5 mg/ml (0,5%)
 

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.

GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.

MYDRIATICA EN CYCLOPLEGICA

PARASYMPATHICOLYTICA
S01FA01
S01FA05

Tropicamide

Minims tropicamide
S01FA06
SYMPATHICOMIMETICA EXCL GLAUCOOMMIDDELEN

Fenylefrine Oculaire toepassing

Monofree Fenylefrine, Fenylefrine Minims, Visadron
S01FB01

Bijwerkingen bij kinderen

Slaperigheid of sufheid (voornamelijk bij jonge kinderen (< 6 jaar) en bij kinderen met een laag BMI), hyperactiviteit, rode wangen en duizeligheid.
Zelden (0,1-0,01%): psychische stoornissen zoals rusteloosheid, spraak- en oriëntatiestoornis

Bijwerkingen algemeen

Zeer vaak (> 10% ): oogirritatie en branderig gevoel na indruppelen. Vaak (1-10%): accommodatiestoornis, wazig zien, fotofobie. Soms (0,1-1%): verhoogde intra-oculaire druk. Zelden (0,1-0,01%): psychische stoornissen (m.n. bij kinderen en bij hoge doseringen) zoals rusteloosheid, spraak- en oriëntatiestoornis, ataxie, toeval, hallucinatie, gedrags- en geheugenstoornis. Allergische reactie, aandoening aan cornea-epitheel, pijn in het oog. Tachycardie, opvliegers, hypertensie. Verminderde maag-darmmotiliteit. Huiduitslag, urticaria. Zeer zelden (<0,01%): acute urineretentie, anhidrose, droge mond en neus.

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contra-indicatie algemeen

Verhoogde intra-oculaire druk, nauwe-kamerhoekglaucoom of wanneer dit wordt vermoed. Cardiovasculaire aandoeningen.

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Kinderen, met name prematuren en zuigelingen, zijn extra gevoelig voor bijwerkingen op het centrale zenuwstelsel en cardiovasculaire bijwerkingen. Probeer systemische absorptie zoveel mogelijk te beperken. Kinderen gedurende minimaal 30 minuten na toediening controleren op tekenen van bijwerkingen. Bij jonge kinderen en kinderen met een laag BMI zo mogelijk slechts 1 druppel cyclopentolaat gebruiken.
Met name bij (premature) neonaten is voedselintolerantie gerapporteerd na gebruik van cyclopentolaat oogdruppels. [Hermansen 1985; Chew 2005] Gezien het farmacodynamisch effect op de motoriek van het maag-darm stelsel en het voorkomen van necrotiserende enterocolitis (NEC) in premature neonaten in het algemeen, wordt geadviseerd om neonaten gedurende 4 uur na het onderzoek geen voeding te geven.

 

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen

Heftige oogpijn kan wijzen op een acute verhoging van de intra-oculaire druk of op corneale beschadiging. Voorzichtigheid, vanwege een verhoogde gevoeligheid voor de bijwerkingen, is geboden bij ouderen en kinderen. Verder bij syndroom van Down, spastische verlamming, hersenschade of bij een groter risico op toevallen.  Door beïnvloeding van het gezichtsvermogen kan het gebruik hinderlijke gevolgen hebben voor sommige dagelijkse bezigheden (lezen, autorijden). Bij optreden van tachycardie of duizeligheid de toediening staken. Om overmatige systemische resorptie te vermijden de traanbuizen 2–3 minuten dicht drukken. Benzalkoniumchloride kan oogirritatie veroorzaken en zachte contactlenzen doen verkleuren. Voor indruppelen contactlenzen verwijderen en ten minste vijftien minuten wachten met opnieuw inzetten. De werkingsduur kan worden verkort naar 3–4 uur door het indruppelen van 1–2 druppels pilocarpine 1% of 2% . Minims bevatten geen conserveermiddel en zijn bestemd voor eenmalig gebruik.

Interacties

Niet beoordeeld: de werking kan worden versterkt door andere geneesmiddelen met een anticholinerge werking, zoals bepaalde antipsychotica en tricyclische antidepressiva.

Amantadine kan de centrale bijwerkingen van de parasympathicolytica versterken.

De werking van parasympathicomimetica kan worden geantagoneerd.

Oculair toegediende parasympathicolytica kunnen de werking van eveneens oculair toegediende parasympathicomimetica antagoneren.

Referenties

  1. Rademaker C.M.A. et al, Geneesmiddelen-Formularium voor Kinderen, 2008
  2. Informatorium Medicamentorum, (Interacties), Geraadpleegd 17 okt 2014
  3. ZorgInstituut Nederand, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 17 okt 2014
  4. Lahdes K, et al, Systemic absorption of ocular cyclopentolate in children, Ger J Ophthalmol, 1992, 1(1), 16-8
  5. Anderson HA, et al, Comparison of two drug combinations for dilating dark irides, Optom Vis Sci, 2010 , Feb;87(2), 120-4
  6. Bagheri A, et al, Optimal dosage of cyclopentolate 1% for complete cycloplegia: a randomized clinical trial, Eur J Ophthalmol, 2007 , May-Jun;17(3), 294-300
  7. Gadioux-Madern F, et al, [Influence of the instillation of two versus three eyedrops of cyclopentolate 0.5% on refraction of Caucasian nonstrabismic children Influence de l'instillation de 2 ou 3 gouttes de cyclopentolate a 0,5% sur la refraction de l'enfant caucasien non st, J Fr Ophtalmol, 2008 , Jan;31(1), 51-5
  8. Ebri A, et al, Cost-effectiveness of cycloplegic agents: results of a randomized controlled trial in nigerian children, Invest Ophthalmol Vis Sci, 2007, Mar;48(3), 1025-31
  9. Chew C, et al, Comparison of mydriatic regimens used in screening for retinopathy of prematurity in preterm infants with dark irides, J Pediatr Ophthalmol Strabismus, 2005, May-Jun;42(3), 166-73
  10. Twelker JD, et al, Retinoscopy in infants using a near noncycloplegic technique, cycloplegia with tropicamide 1%, and cycloplegia with cyclopentolate 1%, Optom Vis Sci, 2001, Apr;78(4), 215-22
  11. Bartlett JD, et al, Efficacy of a pediatric cycloplegic administered as a spray, J Am Optom Assoc, 1993 , Sep;64(9), 617-21
  12. Isenberg SJ, et al, Effects of cyclopentolate eyedrops on gastric secretory function in pre-term infants, Ophthalmology, 1985 , May;92(5), 698-700
  13. Naseri A, et al, Herpes zoster virus sclerokeratitis and anterior uveitis in a child following varicella vaccination, Am J Ophthalmol, 2003, Mar;135(3), 415-7
  14. Minderhout van H et al., Adverse reactions following routine anticholinergic eye drops in a paediatric population: an observational cohort study, BMJ Open, 2015, 12 (5), 008798
  15. Hermansen MC, et al, Feeding intolerance following ophthalmologic examination. , Am J Dis Child. , 1985, Apr;139(4), 367-8
  16. Hermansen MC, et al, Abolition of feeding intolerance following ophthalmologic examination of neonates. , J Pediatr Ophthalmol Strabismus, 1985 , 22(6), 256-7
  17. Chew C, et al, Comparison of mydriatic regimens used in screening for retinopathy of prematurity in preterm infants with dark irides., J Pediatr Ophthalmol Strabismus., 2005, 42(3), 166-73
  18. Ozgun U, et al, Fatal necrotising enterocolitis due to mydriatic eye drops. , J Coll Physicians Surg Pak, 2014, May;24 , Suppl 2:S147-9.

Wijzigingen

  • 26 januari 2022 12:03: De waarschuwing tav voedselintoleratie is verduidelijklt. Dit blijkt bij navraag bij de farmaceut voornamelijk voor te komen bij premature neonaten.
  • 21 september 2021 17:22: Waarschuwing toegevoegd tav farmacodynamische effecten of maagdarmstelsel

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering