Diagnosticum:
< 3 mnd: Off-label
> 3 mnd: On-label
Uveitis: Off-label
Parasympathicolyticum; bewerkstelligt mydriasis en cycloplegie. Werking: snel, max. na 30–60 min. Werkingsduur: tot 24 uur (korter dan van atropine). Mydriasis kan bij sommigen enkele dagen aanhouden.
In een studie (n=6) met cyclopentolaat 1% druppel (35µl) in het oog, gaf piek plasmaspiegels van ondetecteerbaar tot 5,8 ng/ml. Grote inter-individuele variabiliteit. Bij 5 kinderen detecteerbare spiegels vanaf 3 min na toediening.
Uveitis |
---|
|
Diagnosticum (cycloplegicum) |
---|
|
Oogdr. (hydrochloride) 10 mg/ml (1%) bevat benzalkoniumchloride.
Minims 10 mg/kg (1%) ; 5 mg/ml (0,5%)
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
PARASYMPATHICOLYTICA | ||
---|---|---|
S01FA01 | ||
S01FA05 | ||
Minims tropicamide
|
S01FA06 |
SYMPATHICOMIMETICA EXCL GLAUCOOMMIDDELEN | ||
---|---|---|
Monofree Fenylefrine, Fenylefrine Minims, Visadron
|
S01FB01 |
Slaperigheid of sufheid (voornamelijk bij jonge kinderen (< 6 jaar) en bij kinderen met een laag BMI), hyperactiviteit, rode wangen en duizeligheid.
Zelden (0,1-0,01%): psychische stoornissen zoals rusteloosheid, spraak- en oriëntatiestoornis
Zeer vaak (> 10% ): oogirritatie en branderig gevoel na indruppelen. Vaak (1-10%): accommodatiestoornis, wazig zien, fotofobie. Soms (0,1-1%): verhoogde intra-oculaire druk. Zelden (0,1-0,01%): psychische stoornissen (m.n. bij kinderen en bij hoge doseringen) zoals rusteloosheid, spraak- en oriëntatiestoornis, ataxie, toeval, hallucinatie, gedrags- en geheugenstoornis. Allergische reactie, aandoening aan cornea-epitheel, pijn in het oog. Tachycardie, opvliegers, hypertensie. Verminderde maag-darmmotiliteit. Huiduitslag, urticaria. Zeer zelden (<0,01%): acute urineretentie, anhidrose, droge mond en neus.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Verhoogde intra-oculaire druk, nauwe-kamerhoekglaucoom of wanneer dit wordt vermoed. Cardiovasculaire aandoeningen.
Kinderen, met name prematuren en zuigelingen, zijn extra gevoelig voor bijwerkingen op het centrale zenuwstelsel en cardiovasculaire bijwerkingen. Probeer systemische absorptie zoveel mogelijk te beperken. Kinderen gedurende minimaal 30 minuten na toediening controleren op tekenen van bijwerkingen. Bij jonge kinderen en kinderen met een laag BMI zo mogelijk slechts 1 druppel cyclopentolaat gebruiken.
Met name bij (premature) neonaten is voedselintolerantie gerapporteerd na gebruik van cyclopentolaat oogdruppels. [Hermansen 1985; Chew 2005] Gezien het farmacodynamisch effect op de motoriek van het maag-darm stelsel en het voorkomen van necrotiserende enterocolitis (NEC) in premature neonaten in het algemeen, wordt geadviseerd om neonaten gedurende 4 uur na het onderzoek geen voeding te geven.
Heftige oogpijn kan wijzen op een acute verhoging van de intra-oculaire druk of op corneale beschadiging. Voorzichtigheid, vanwege een verhoogde gevoeligheid voor de bijwerkingen, is geboden bij ouderen en kinderen. Verder bij syndroom van Down, spastische verlamming, hersenschade of bij een groter risico op toevallen. Door beïnvloeding van het gezichtsvermogen kan het gebruik hinderlijke gevolgen hebben voor sommige dagelijkse bezigheden (lezen, autorijden). Bij optreden van tachycardie of duizeligheid de toediening staken. Om overmatige systemische resorptie te vermijden de traanbuizen 2–3 minuten dicht drukken. Benzalkoniumchloride kan oogirritatie veroorzaken en zachte contactlenzen doen verkleuren. Voor indruppelen contactlenzen verwijderen en ten minste vijftien minuten wachten met opnieuw inzetten. De werkingsduur kan worden verkort naar 3–4 uur door het indruppelen van 1–2 druppels pilocarpine 1% of 2% . Minims bevatten geen conserveermiddel en zijn bestemd voor eenmalig gebruik.
Niet beoordeeld: de werking kan worden versterkt door andere geneesmiddelen met een anticholinerge werking, zoals bepaalde antipsychotica en tricyclische antidepressiva.
Amantadine kan de centrale bijwerkingen van de parasympathicolytica versterken.
De werking van parasympathicomimetica kan worden geantagoneerd.
Oculair toegediende parasympathicolytica kunnen de werking van eveneens oculair toegediende parasympathicomimetica antagoneren.