<4 mnd: Off-label
≥4 mnd: On-label
Imidazolderivaat. Remt 14α-demethylase, wat leidt tot depletie van ergosterol en een verstoorde membraansynthese. Gewoonlijk gevoelig zijn: Candida albicans, Trichophyton spp., Microsporum spp., Epidermophyton floccosum, Pseudoallescheria boydii en Malassezia furfur. Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Candida glabrata, Candida krusei, Candida parapsilosis en Candida tropicalis. Ongevoelig zijn: Rhizopus spp., Rhizomucor spp., Mucor spp., Absidia spp., Fusarium spp., Scedosporium proliferans en Scopulariopsis spp.
Miconazol orale gel wordt systemisch geabsorbeerd.
Candidiasis van mond/keelholte; spruw |
---|
|
Candidiasis van slokdarm en maagdarmkanaal |
---|
|
Gel, oraal 20 mg/g
Daktarin orale gel bevat 7,85 mg ethanol/g.
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
ANTIBIOTICA | ||
---|---|---|
Fungizone
|
A07AA07 | |
Dificlir
|
A07AA12 | |
A07AA02 | ||
Humatin
|
A07AA06 | |
Vancocaps, Vancocin
|
A07AA09 |
Kinderen: Zeer vaak (> 10%): misselijkheid en braken.
Vaak (1-10%): regurgitatie.
Verder zijn frequentie, soort en ernst van bijwerkingen naar verwachting hetzelfde als bij volwassenen. Bij zuigelingen en jonge kinderen kan verstikking en verslikking voorkomen.
Volwassenen: Vaak (1–10%): droge mond, vervelend gevoel in de mond, misselijkheid, braken.
Soms (0,1-1%): smaakstoornis.
Verder zijn gemeld: verstikking. Stomatitis, verkleuring van de tong, diarree. Hepatitis. Overgevoeligheid, urticaria, huiduitslag, anafylactische reactie, angio-oedeem, toxische epidermale necrolyse (TEN), Stevens-Johnson-syndroom (SJS), acuut gegeneraliseerd pustuleus exantheem (AGEP), geneesmiddelexantheem met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom).
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Kinderen bij wie de slikreflex nog niet voldoende ontwikkeld is; deze ondergrens met 1–2 maanden verhogen voor preterm geboren kinderen óf kinderen met een langzame ontwikkeling van het zenuwstelsel.
Voorzichtigheid is geboden bij zuigelingen en jonge kinderen in verband met kans op (dreigende) verstikking door afsluiting van de luchtweg; de gel mag niet in één keer in de mond of achter in de keel worden aangebracht. Extra voorzichtigheid is geboden bij preterm geboren kinderen of kinderen met een langzame ontwikkeling van het zenuwstelsel. De orale gel dient in kleine hoeveelheden met de vinger of een wattenstaafje dun op het slijmvlies van de mond aangebracht te worden en niet op de tepels van de moeder (in geval van borstvoeding).
Kunstgebit/gebitsprothesen: Adviseer patiënten met mondmycosen die een kunstgebit dragen, dit voor de behandeling te verwijderen en ook de prothese met miconazol te poetsen. Adviseer tevens het kunstgebit 's nachts niet te dragen.
Bij optreden van symptomen van levertoxiciteit (anorexie, misselijkheid, braken, donkere urine) de leverenzymwaarden direct bepalen; bij afwijkende waarden de therapie staken.
Vanwege de kans op ernstige huidreacties (zoals SJS en TEN) de patiënt onmiddellijk contact laten opnemen en instrueren het gebruik te staken bij de eerste tekenen van ernstige overgevoeligheidsreacties zoals blaas-, blaar- en schilfervorming, of bij andere overgevoeligheidsreacties zoals anafylaxie en angio-oedeem.
Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik bij acute porfyrie.
Miconazol versterkt het effect van: cumarinederivaten, hierdoor neemt de stollingstijd toe. Cutaan (crème, zalf, strooipoeder), oraal, oromucosaal en vaginaal gebruik van miconazol is gecontraïndiceerd bij gebruik van een cumarinederivaat.
Niet relevant: de plasmaconcentratie van ciclosporine kan stijgen door intraveneus miconazol.
Het metabolisme van sulfonylureumderivaten kan worden geremd.
Niet beoordeeld: een antagonistische werking van miconazol en amfotericine B is waargenomen; de plasmaconcentratie van fenytoïne kan stijgen.