Macrocyclisch antibioticum, lokaal werkend. Fidaxomicine heeft een bactericide werking door remming van het bacteriële RNA-polymerase. Het interfereert met het RNA-polymerase op een andere plaats dan de rifamycinen. Fidaxomicine is een smalspectrum-antibioticum met een bactericide werking tegen met name Clostridium difficile. In vitro is aangetoond dat fidaxomicine de sporenvorming van Clostridium difficile remt. In vitro gegevens laten zien dat fidaxomicine een tijdsafhankelijke werking heeft, de gegevens suggereren dat 'tijd boven MIC (minimal inhibitory concentration)' de meest voorspellende parameter voor de klinische werkzaamheid is. Een verminderde gevoeligheid voor fidaxomicine is geassocieerd met specifieke mutaties in het bacterieel RNA-polymerase. Intrinsiek ongevoelig zijn: Gram-negatieve micro-organismen.
Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.
Susp. oraal ''granulaat voor '' 40mg/ml
Tablet 200 mg
Clostridium difficile infectie |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Het veiligheidsprofiel komt naar verwachting overeen met dat van volwassenen, wel is bij kinderen ook incidenteel urticaria gemeld.
Vaak (> 10%): misselijkheid, braken, obstipatie.
Soms (0,1-1%): verminderde eetlust. Droge mond, flatulentie, opgezette buik. Duizeligheid, hoofdpijn, smaakstoornis. Verhoogde ALAT-waarde. Huiduitslag, jeuk.
Verder zijn gemeld: acute overgevoeligheidsreacties zoals angio-oedeem en dyspneu.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Overgevoeligheid.
Voorzichtigheid is geboden bij overgevoeligheid voor macroliden vanwege een verhoogd risico op overgevoeligheidsreacties en bij levercirrose omdat de plasmaconcentraties van fidaxomicine en de actieve metaboliet 2- tot 3-voudig verhoogd kunnen zijn.
Kinderen < 1 jaar: Testen op kolonisatie met C. difficile of het toxine wordt niet aanbevolen bij kinderen < 1 jaar vanwege veelvoorkomende asymptomatische kolonisatie, tenzij sprake is van ernstige diarree bij zuigelingen met risicofactoren voor stase, zoals bij de ziekte van Hirschsprung, geopereerde anale atresie of andere ernstige darmmotiliteitsaandoeningen. C. difficile-enterocolitis moet bij deze populatie aangetoond worden, en zoek altijd naar een alternatieve medische oorzaak.
Sommige patiënten met overgevoeligheidsreacties hebben een voorgeschiedenis van allergie voor macroliden gemeld, wees derhalve voorzichtig bij een bekende allergie voor macroliden.
Bij patiënten met een inflammatoire darmziekte (IBD) liggen de plasmaconcentraties fidaxomicine binnen het bereik van de spiegels die gezien worden bij patiënten zonder IBD.
Onderzoeksgegevens: Er zijn onvoldoende gegevens over de effectiviteit en veiligheid bij:
Fidaxomicine en de metaboliet OP-1118 zijn substraten voor P-gp.
Niet relevant: ciclosporine verhoogt de Cmax en AUC van fidaxomicine 4-voudig.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met digoxine.
Relevante en/of andere interacties die voor de hele groep gelden :
Relevant: de werking van oraal buiktyfusvaccin kan worden verminderd bij gelijktijdige inname van antibacteriële middelen. Gescheiden inname met een interval van 3 dagen wordt aanbevolen. Alternatief: parenteraal buiktyfusvaccin.
Het effect van VKA's kan worden versterkt, waarschijnlijk door een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende de koortsperiode.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met orale anticonceptiva (dit geldt niet voor de enzyminducerende antibiotica rifabutine en rifampicine) of met TNF-α-antagonisten.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
ANTIBIOTICA | ||
---|---|---|
Fungizone
|
A07AA07 | |
A07AA02 | ||
Humatin
|
A07AA06 | |
Vancocaps, Vancocin
|
A07AA09 |
IMIDAZOOLDERIVATEN | ||
---|---|---|
Daktarin orale gel
|
A07AC01 |