Glycoproteïne, bereid uit normaal humaan vers plasma. Stollingsfactor IX corrigeert in oplossing de langere stollingstijd van het bloed bij hemofilie B, waarbij deze factor geheel of gedeeltelijk afwezig is.
Er zijn slechts enkele onderzoeken over de farmacokinetiek van stollingsproducten bij kinderen. Enkele onderzoeken laten zien dat de halfwaardetijd van stollingsfactorconcentraat bij jonge kinderen mogelijk twee tot vier uur uur korter is dan die bij volwassen hemofiliepatiënten (18-24 uur).Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een verschil in plasmavolume en lichaamsamenstelling, hetgeen de klaring beïnvloedt en de halfwaardetijd verkort..
In het algemeen geldt dat 1 IE/kg factor IX concentraat een stijging geeft van het factor IX gehalte van 1%.
> 6 jr: On-label
< 6 jr: Off-label
Poeder voor inj.vlst. 600 IE + 5 ml oplosm, 1200 IE + 10 ml oplosm; 500 IE + 5 ml oplosm; 1000 IE + 10 ml oplosm.
Ga snel naar:
LICHTE BLOEDING (beginnende haemarthros, neus- en tandvleesbloedingen, hematurie) |
---|
ERNSTIGE BLOEDING (Ernstige gewrichtsbloeding met bewegingsbeperking, spierbloedingen in boven- en onderarmen, kuit en m.iliopsas en ernstig trauma zonder manifeste bloeding) |
---|
|
LEVENSBEDREIGENDE BLOEDING (schedeltrauma, bloeding van de tractus digestivus, buiktrauma, bloeding met bedreiging van de luchtweg) |
---|
|
LICHT SCHEDELTRAUMA ( Val van <50 cm hoogte, lichte klap tegen het hoofd) |
---|
MATIG ERNSTIG SCHEDELTRAUMA ( Val van >50 cm hoogte/trap, forse klap tegen het hoofd) |
---|
|
ERNSTIG SCHEDELTRAUMA (Commotio of contusio cerebri) |
---|
|
INTRACRANIELE BLOEDING |
---|
|
Substitutiebehandeling bij ingrepen bij matig ernstige tot ernstige hemofilie |
---|
|
Profylaxe bloedingen |
---|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Soms (0,1-1%): huiduitslag. Keelirritatie. Zelden (0,1–0,01 %): keelpijn, droge hoest. Jeuk. Koorts. Verder zijn gemeld: antistoffen tegen factor IX, diffuse intravasale antistolling. Blozen, allergische reacties zoals gegeneraliseerde urticaria, netelroos, ernstige anafylaxie, angio-oedeem. Serumziekte. Hoofdpijn, rusteloosheid, tintelingen. Tachycardie, myocardinfarct, hypotensie, trombo-embolische voorvallen zoals longembolie, veneuze trombose. Piepende ademhaling, dyspneu. Misselijkheid, braken. Nefrotisch syndroom (na pogingen tot inductie van immunotolerantie bij hemofilie B-patiënten met factor IX-remmers en allergische reacties in de anamnese). Infusiegerelateerde reacties zoals koude rillingen, branderig en stekend gevoel op de injectieplaats, lethargie, benauwd gevoel op de borst.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Meer kans op trombose of diffuse intravasale stolling. Voor Mononine en Nonafact: overgevoeligheid voor muizeneiwit. Voor Immunine: allergie voor heparine of een door heparine geïnduceerde trombocytopenie.
Uitsluitend toedienen onder specialistische controle en continue bewaking. Na herhaalde toediening het plasma op remmers controleren. Wegens het risico van trombo-embolische complicaties is terughoudendheid geboden bij coronair lijden, angina pectoris, hartinfarct, leverziekten, gebruik in de postoperatieve periode, bij pasgeborenen of bij meer kans op trombo-embolische verschijnselen of diffuse intravasale stolling. Bij vermoeden van diffuse intravasale stolling, de toediening onmiddellijk staken. Als er meer kans is op trombose mag de plasmafactor IX-activiteit niet hoger zijn dan 60% van de normaalwaarde. Bij het optreden van allergische of anafylactische reacties, de patiënt onderzoeken op de aanwezigheid van remmers en de toediening staken. Bij een hoog niveau aan antistoffen tegen factor IX kan het therapeutische effect uitblijven; eventueel kan men proberen met grote hoeveelheden factor IX deze antistoffen te neutraliseren; de behandeling is alleen zinvol bij een inhibitortiter < 10 Bethesda-eenheden. Bij aanwezigheid van antilichamen tegen factor IX is er meer kans op anafylaxie bij opvolgende behandelingen. Het risico van overdracht van met bloed overdraagbare infectieuze agentia kan niet geheel worden uitgesloten. Hepatitisvaccinatie (hepatitis A en B) bij gebruik van geneesmiddelen uit menselijk bloed of plasma, zoals factor IX, wordt aanbevolen.
Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
VITAMINE K | ||
---|---|---|
Vitamine K, Davitamon K, Konakion mixed micelles
|
B02BA01 |
FIBRINOGEEN | ||
---|---|---|
Heamocomplettan P, Fibryga
|
B02BB01 |
LOKALE HAEMOSTATICA | ||
---|---|---|
TachoSil
|
B02BC30 |
BLOEDSTOLLINGSFACTOREN | ||
---|---|---|
Plasmaproducten: Octanate, Wilate, Haemate P. Recombinant DNA producten: Advate, Kogenate, Helixate, Nex Gen, Refacto AF, Novo Eight, Adynovi, Elocta
|
B02BD02 | |
Cofact, Octaplex, Beriplex
|
B02BD01 |
OVERIGE SYSTEMISCHE HAEMOSTATICA | ||
---|---|---|
Revolade
|
B02BX05 | |
Hemlibra
|
B02BX06 | |
Nplate
|
B02BX04 |