Tolterodine

Stofnaam
Tolterodine
Merknaam
Detrusitol
ATC code
G04BD07
Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties

Voor ouders op Apotheek.nl
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Tolterodine is een competitieve cholinerge receptorantagonist met selectiviteit voor de blaas. Het vergroot de capaciteit van de blaas, vertraagt de eerste aandrang tot urineren en vermindert de mictiefrequentie bij een hyperactieve blaas.

Farmacokinetiek bij kinderen

Kinetische parameters bepaald bij 33 kinderen van 5-10jr
Tmax = 1,2-1,4 uur
T1/2 = 1,4-2 uur

Label dosisadvies Kinderformularium

Off-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Niet geregistreerd voor kinderen.

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Caps. met gereguleerde afgifte "SR" (tartraat) 2 mg, 4 mg
Tablet omhuld (tartraat) 1 mg, 2 mg

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Urine incontinentie, overactief blaas syndroom, neurogene blaas

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

6 mnd-10 jaar:

  • GFR ≥ 30: Geen dosisaanpassing nodig
  • GFR 10-30: 50% van normale keerdosis, max 1 mg/dag, interval tussen 2 doseringen: 12 uur.
  • GFR <10: algemeen advies wordt niet gegeven.

10-18 jaar:

  • GFR ≥ 30: Geen dosisaanpassing nodig
  • GFR 10-30: 50% van normale keerdosis, max 2 mg/dag, interval tussen 2 doseringen: 12 uur.
  • GFR <10: algemeen advies wordt niet gegeven
Klinische gevolgen

Bij ernstig verminderde nierfunctie kan de AUC van tolterodine en de farmacologisch actieve 5-hydroxymethylmetaboliet toenemen. Hierdoor is het risico op bijwerkingen verhoogd.

Klinische gevolgen:
Dosisafhankelijk bijwerkingen als gevolg van het farmacologische effect zijn onder andere droge mond, droge ogen, abnormale accommodatie, visusstoornissen, droge huid, obstipatie, urineretentie, tachycardie en hartkloppingen. Verlenging van het QTc-interval is gemeld bij hoge doseringen.

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Zeer vaak (> 10%): droge mond. Vaak (1-10%): sinusitis, bronchitis. Droge huid, droge ogen, accommodatiestoornissen, maag-darmstoornissen, dysurie. Vermoeidheid, slaperigheid, hoofdpijn, (draai-)duizeligheid, perifeer oedeem, gewichtstoename. Soms (0,1-1%): nervositeit, paresthesieën, geheugenverlies. Pijn op de borst, hartkloppingen, tachycardie, hartfalen. Urineretentie. Verder zijn nog gemeld: blozen. Anafylactische reacties waaronder angio-oedeem. Verwardheid, hallucinaties, toename van dementie.

Bij gebruik van de gewone tablet komen sommige bijwerkingen vaker voor.

 

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Urineretentie. Ernstige colitis ulcerosa, toxisch megacolon. Myasthenia gravis. Onvoldoende gereguleerd nauwe-kamerhoekglaucoom.

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Voorzichtigheid is geboden bij significante obstructie van de urinewegen of van het maag-darmkanaal; tevens bij autonome neuropathie, hiatus hernia, nier- of leverinsufficiëntie. Voorzichtigheid is ook geboden bij risicofactoren voor QT-verlenging (zoals hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, hypocalciëmie, bradycardie, comedicatie met geneesmiddelen die QT-interval verlengen, congenitaal of verworven QT-verlenging) en relevante bestaande hartaandoeningen (zoals myocardiale ischemie, aritmie, hartfalen).

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Tolterodine is substraat voor CYP2D6 en CYP3A4.

Niet relevant: de plasmaconcentratie stijgt door duloxetine.

Bij CYP2D6 poor metabolizers kan de plasmaconcentratie stijgen door fluconazol en krachtige CYP3A4-remmers.

Niet beoordeeld: combinatie met geneesmiddelen die het QTc-interval verlengen, wordt ontraden.


Interacties parasympathicolytica algemeen:

Niet beoordeeld: de werking kan worden versterkt door andere geneesmiddelen met een anticholinerge werking, zoals bepaalde antipsychotica en tricyclische antidepressiva.

Amantadine kan de centrale bijwerkingen van de parasympathicolytica versterken.

De werking van parasympathicomimetica kan worden geantagoneerd.

UROLOGISCHE MIDDELEN

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

ZUURMAKENDE MIDDELEN
G04BA01
MIDDELEN BIJ URGE-INCONTINENTIE

Oxybutynine

Dridase, Vesolox
G04BD04

Solifenacine

Vesicare
G04BD08
MIDDELEN BIJ ERECTIESTOORNIS

Sildenafil

Revatio, Balcoga
G04BE03

Tadalafil

Adcirca
G04BE08
OVERIGE UROLOGICA
G04BX16

Referenties

  1. Hjalmas K, et al, The overactive bladder in children: a potential future indication for tolterodine, BJU Int. , 2001, Apr;87(6), 569-74
  2. Deng YJ, et al, Comparisons of efficacy and safety of tolterodine and oxybutynin in children with idiopathic overactive bladder, Zhongguo Dang Dai Er Ke Za Zhi. , 2011, Jan;13(1):, 26-8
  3. Reddy PP, et al, Long-term efficacy and safety of tolterodine in children with neurogenic detrusor overactivity, J Pediatr Urol, 2008, Dec;4(6), 428-33
  4. Mahanta K, et al, Comparative efficacy and safety of extended-release and instant-release tolterodine in children with neural tube defects having cystometric abnormalities, J Pediatr Urol, 2008 , Apr;4(2), 118-23
  5. Kilic N, et al, Comparison of the effectiveness and side-effects of tolterodine and oxybutynin in children with detrusor instability, Int J Urol, 2006, Feb;13(2), 105-8
  6. Bolduc S, et al, Double anticholinergic therapy for refractory overactive bladder. , J Urol., 2009, Oct;182(4 Suppl), 2033-8
  7. Christoph F, et al , Long-term efficacy of tolterodine and patient compliance in pediatric patients with neurogenic detrusor overactivity, Urol Int.;, 2007, 79(1):, 55-9
  8. Raes A, et al, Retrospective analysis of efficacy and tolerability of tolterodine in children with overactive bladder., Eur Urol., 2004, Feb;45(2), 240-4
  9. Nijman RJ, et al, Long-term tolerability of tolterodine extended release in children 5-11 years of age: results from a 12-month, open-label study, Eur Urol, 2007, Nov;52(5), 1511-6
  10. Ayan S, et al, Efficacy of combined anticholinergic treatment and behavioral modification as a first line treatment for nonneurogenic and nonanatomical voiding dysfunction in children: a randomized controlled trial, J Urol, 2007, Jun;177(6), 2325-8; discussion 8-9
  11. Ellsworth PI, et al, Use of tolterodine in children with neurogenic detrusor overactivity: relationship between dose and urodynamic response, J Urol, 2005, Oct;174(4 Pt 2), 1647-51; discussion 51
  12. Nijman RJ, et al, Tolterodine treatment for children with symptoms of urinary urge incontinence suggestive of detrusor overactivity: results from 2 randomized, placebo controlled trials, J Urol., 2005, Apr;173(4), 1334-9
  13. NKFK Werkgroep nierfunctiestoornissen, Extrapolatie van KNMP risico analyse "Verminderde nierfunctie" voor volwassenen naar kinderen, 20 Dec 2021
  14. ZorgInstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 20 nov 2014
  15. Informatorium Medicamentorum, (Interacties), Geraadpleegd 08 okt 2015

Wijzigingen

  • 09 mei 2022 16:03: Doseeradvies bij nierfunctiestoornissen aangepast op basis van advies Werkgroep dosering bij nierfunctiestoornissen.

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering