Lokaal ontstekingsremmend glucocorticoïd met geringe bindingsaffiniteit voor de glucocorticoïdreceptor. Na inhalatie wordt ciclesonide in de longen omgezet in een actieve metaboliet met krachtige anti-inflammatoire werking. In de dosisaerosol is ciclesonide opgelost in ethanol (co-solvent) en norfluraan (drijfgas HFA-134a). Longdepositie bij gezonde vrijwilligers was 52%. De werking begint binnen 24 uur.
Geen informatie
Aerosol 80 µg/do, 160 µg/do
Astma |
---|
|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Soms (0,1-1%): paradoxale bronchospasmen, heesheid, hoest. Geïrriteerde keel, onaangename smaak, droge mond, orofaryngeale schimmelinfecties. Misselijkheid, braken. Hoofdpijn. Huiduitslag, eczeem.
Zelden ( 0,01-0,1%): buikpijn, dyspepsie. Overgevoeligheidsreacties, angio-oedeem. Hartkloppingen, hypertensie.
Verder zijn gemeld: voornamelijk bij kinderen psychologische of gedragseffecten optreden, waaronder psychomotorische hyperactiviteit, depressie, slaapstoornissen, angst en agressie.
Systemische effecten als groeivertraging, Cushing-achtig beeld, bijnierschorssuppressie, afname botdichtheid, cataract en glaucoom kunnen optreden, met name bij langdurig gebruik van hoge doses.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Overgevoeligheid voor corticosteroïden.
Bij langdurig gebruik bij kinderen de groei controleren en bij groeiremming trachten de dosering inhalatiecorticosteroïd te verminderen.
Ciclesonide is niet geschikt voor verlichting van de symptomen van acuut astma.
Wees voorzichtig bij patiënten met longafwijkingen zoals bronchiëctasieën en pneumoconiose, in verband met mogelijke schimmelinfecties. Door na inhalatie de mond- en keelholte goed met water te spoelen en daarna dit uit te spugen neemt de kans op orofaryngeale candidiasis af. Wees voorzichtig bij actieve of latente longtuberculose, aangezien deze kan worden geactiveerd door behandeling met inhalatiecorticosteroïden. Ook kunnen inhalatiecorticosteroïden bepaalde symptomen van longtuberculose en van bacteriële, virale of door schimmels veroorzaakte luchtweginfecties maskeren.
Behandel paradoxale bronchospasmen met een kortwerkende luchtwegverwijder; in ernstige gevallen de behandeling staken.
Na langdurige behandeling met orale corticosteroïden na overschakeling op een aerosol rekening houden met langzaam herstel van de verstoorde bijnierschorsfunctie. Bij overschakeling dient de patiënt in een betrekkelijk stabiele fase te verkeren. Bij sommige patiënten kunnen dan vroegere symptomen zoals rinitis en eczeem terugkeren en ook kan pijn in spieren en gewrichten optreden; tijdelijke verhoging van de dosering van de orale steroïden kan dan noodzakelijk zijn. Een aantal patiënten zal tijdens de afbouw van systemische corticosteroïden een verminderd algeheel steroïd-effect ervaren, met symptomen zoals vermoeidheid, hoofdpijn, misselijkheid en braken. Tijdens fysiek belastende situaties zoals ernstige infecties, traumata en operatieve ingrepen is een extra dosis orale steroïden noodzakelijk. Bij acute ernstige exacerbaties kan de dosering van ciclesonide worden verhoogd of een aanvullende korte behandeling met een oraal steroïd worden gegeven.
Ciclesonide wordt gehydrolyseerd tot een actieve metaboliet, deze is substraat voor CYP3A4.
Niet relevant:
Het metabolisme van de actieve metaboliet wordt geremd door ketoconazol en mogelijk door cobicistat en ritonavir.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
GLUCOCORTICOIDEN | ||
---|---|---|
Qvar aerosol autohaler; Qvar aerosol inhalator.
|
R03BA01 | |
Pulmicort, Novolizer, Easyhaler, Cyclocaps
|
R03BA02 | |
Flixotide
|
R03BA05 |
PARASYMPATHICOLYTICA | ||
---|---|---|
Atrovent, Ipraxa
|
R03BB01 | |
Spiriva Respimat
|
R03BB04 |