Azelastine is een lokaal antihistaminicum, met een sterke H1-antagonistische werking. Het remt de synthese en vrijgifte van mediatoren die betrokken zijn bij allergische reacties, zoals leukotriënen, histamine, plaatjesactiverende factor (PAF) en serotonine. Fluticason is een corticosteroïd met een lokale anti-inflammatoire en anti-allergische werking op het neusslijmvlies. Werking: binnen 15 minuten, werkingsduur: minimaal 12 uur.
Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.
Per do neusspray: Azelastinehydrochloride 137 µg Fluticasonpropionaat 50 µg
Allergische rhinitis |
---|
|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Groeiachterstand; psychische en gedragseffecten
Zeer vaak (> 10%): neusbloeding.
Vaak (1-10%): smaak- en reukstoornis. Hoofdpijn.
Soms (0,1-1%): neusklachten (jeuk, irritatie, prikkend gevoel, droogheid), niezen, hoesten, keelklachten (irritatie, droogheid).
Zelden (0,01-0,1%): droge mond.
Zeer zelden (< 0,01%): neusseptumperforatie, erosie van neusslijmvlies. Verhoogde intraoculaire druk, glaucoom, cataract. Duizeligheid, slaperigheid. Misselijkheid. Huiduitslag, urticaria, jeuk. Overgevoeligheid, waaronder angio-oedeem, bronchospasmen, anafylaxie. Vermoeidheid, zwakte.
Verder is gemeld: neusulcera. Wazig zien.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Groeiachterstand is gemeld bij kinderen die behandeld werden met intranasale corticosteroïden in therapeutische doses. Aangezien adolescenten nog kunnen groeien, moet de lengte van adolescenten die langdurig met een nasaal corticosteroïd worden behandeld, regelmatig worden gecontroleerd. Bij groeiachterstand de dosis indien mogelijk verlagen tot de laagste dosis waarbij de symptomen effectief onder controle blijven.
Wees voorzichtig bij overschakeling van systemische naar nasale toepassing, vooral bij aanwijzingen voor een gestoorde bijnierfunctie.
Systemische bijwerkingen: Vooral bij langdurig gebruik van hoge doseringen (dosis hoger dan aanbevolen doses) bij patiënten die extra gevoelig zijn voor corticosteroïden kunnen systemische bijwerkingen (o.a. klinisch significante bijniersuppressie) optreden. Overweeg het gebruik van een additioneel oraal corticosteroïd gedurende perioden van stress of in geval van een electieve operatieve ingreep, indien gedurende langere tijd hogere doses nasale corticosteroïden dan aanbevolen zijn gebruikt bij patiënten die extra gevoelig zijn voor corticosteroïden. Wees voorzichtig bij een gestoorde leverfunctie, vanwege de toegenomen kans op systemische bijwerkingen.
Wees voorzichtig bij longtuberculose en recent letsel en/of ingrepen van het mond-neusgebied.
Bij verandering in het gezichtsvermogen en een voorgeschiedenis van toegenomen intra-oculaire druk, glaucoom en/of cataract is nauwkeurige controle aangewezen. Overweeg bij het optreden van visusstoornissen om door te verwijzen naar een oogarts.
Interacties fluticason:
Fluticason is substraat voor CYP3A4.
Relevant:
Toename fluticason: de concentratie stijgt door cobicistat, darunavir, itraconazol en ritonavir. Bij combinatie met itraconazol of ritonavir is een aanzienlijk verlaagde cortisolconcentratie en het syndroom van Cushing waargenomen.
Niet relevant:
Toename fluticason: de concentratie stijgt door de overige krachtige CYP3A4-remmers.
Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met fluconazol.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
SYMPATHICOMIMETICA | ||
---|---|---|
Vicks Sinex, Nasivin
|
R01AA05 | |
Bisolnasal
|
R01AA09 | |
Otrivin
|
R01AA07 |
SYMPATHICOMIMETICA, COMB.PREPARATEN, EXCL CORTICOSTEROIDEN | ||
---|---|---|
R01AB01 |
ANTI-ALLERGISCHE MIDDELEN, EXCL CORTICOSTEROIDEN | ||
---|---|---|
Allergodil, Carelastin, Pollispray
|
R01AC03 | |
Prevalin
|
R01AC01 | |
Livocab
|
R01AC02 |
CORTICOSTEROIDEN | ||
---|---|---|
R01AD01 | ||
Rhinocort
|
R01AD05 | |
Avamys
|
R01AD12 | |
Flixonase
|
R01AD08 | |
Nasonex
|
R01AD09 | |
Ryaltris
|
R01AD59 | |
Nasacort
|
R01AD11 |
OVERIGE MIDDELEN VOOR NASAAL GEBRUIK | ||
---|---|---|
R01AX10 |