Tramadol + paracetamol

Stofnaam
Tramadol + paracetamol
Merknaam
Zaldiar
ATC code
N02AJ13

Tramadol + paracetamol

Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Paracetamol heeft analgetische en antipyretische werking. Tramadol is een opiaatagonist met een matig analgetische werking. Daarnaast heeft tramadol een antitussief effect.

Voor meer informatie over de eigenschappen zie de monografien van paracetamol en tramadol.

Farmacokinetiek bij kinderen

Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.

Label dosisadvies Kinderformularium

On-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Matige tot ernstige pijn
> 12 jaar: Start 75 mg tramadol en 650 mg paracetamol ( 2 tabletten), max 8 tabletten per dag

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Per tablet filmomhuld: Tramadolhydrochloride 37.5 mg Paracetamol 325 mg

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Matige tot ernstige pijn
  • Oraal
    • ≥ 12 jaar
      [1]
      • Startdosis: 75 mg tramadol/650 mg paracetamol per dosis (=2 tabletten). Vervolg doses op geleide van pijn, waarbij de laagst mogelijke effectieve dosis wordt gekozen. ZN iedere 6 uur herhalen, Max 300 mg tramadol/2600 mg paracetamol per dag (= 8 tabletten)

      • Advies inname/toediening:

        De tabletten in hun geheel innemen met voldoende vloeistof; niet breken of kauwen. 

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

De uitscheiding van tramadol is vertraagd bij patie?nten met nier en/of leverfunctiestoornis. Bij deze patie?nten dient verlenging van het doseringsinterval zorgvuldig te worden overwogen, aan de hand van de behoefte van de patie?nt. Niet gebruiken bij een creatinineklaring < 10 ml/mm)

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Zeer vaak (> 10%): misselijkheid. Duizeligheid. Slaperigheid.

Vaak (1-10%): braken, obstipatie, diarree, buikpijn, droge mond, dyspepsie, flatulentie. Hoofdpijn, beven, psychische reacties (cognitieve en sensorische stoornissen), stemmingsveranderingen (angst, nervositeit, euforie), verwardheid, slaapstoornissen. Hyperhidrose, jeuk.

Soms (0,1-1%): dysfagie, melena. Dyspneu. Hypertensie, hartkloppingen, tachycardie, aritmie, thoracale pijn. Spiercontracties, paresthesie, geheugenverlies. Albuminurie, mictiestoornissen (dysurie, urineretentie). Huiduitslag, urticaria. Rillingen, opvliegers. Depressie, hallucinaties, nachtmerries, tinnitus. Stijging van transaminasen.

Zelden (< 0,1%): convulsies, syncope, ataxie, spraakstoornis, delier. Wazig zien, miose, mydriase. Asthenie, anorexie. Allergische reacties (bronchospasme, angio-oedeem), anafylaxie. Ademhalingsdepressie. Overgevoeligheidsreacties. Agranulocytose (na langdurig gebruik), trombocytopenie en hemolytische anemie.

Zeer zelden (< 0,01%): misbruik.

Verder zijn gemeld: hypoglykemie, serotoninesyndroom, hik. Metabole acidose met verhoogde anion gap.

Zie ook de afzonderlijke monografien van tramadol en paracetamol.

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

  • ernstige leverinsufficiëntie;
  • ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring < 10 ml/min);
  • overgevoeligheid voor opioïden;
  • epilepsie die niet onder controle is door middel van behandeling; terughoudendheid is geboden bij (behandelde) epilepsie, bij kans op convulsies, hersentrauma, verhoogde intracraniële druk, shock en convulsieve aandoeningen.

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Kinderen hebben een grotere kans op ademhalingsdepressie bij het gebruik van tramadol bij alle ingrepen/condities waarbij de luchtweg op enige wijze gehinderd zou kunnen zijn (FDA safety announcement 20-4-2017, Anderson et al 2017).

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Tramadol kan, vooral bij langdurig gebruik, gewenning, psychische en fysische afhankelijkheid veroorzaken. Daarom dient bij patiënten die neigen tot misbruik of afhankelijkheid, de behandeling met tramadol kort en intermitterend te zijn. Gebruik bij verslavingsgevoelige patiënten is niet aan te bevelen, tenzij een zeer strikte medicatiecontrole wordt uitgevoerd. Stel vooraf behandeldoelen, behandelduur en stopzettingsplan vast met de patiënt. Beoordeel regelmatig of de behandeling kan worden gestaakt, en of dosisaanpassing nodig is. Patiënten met een persoonlijke of een familiaire voorgeschiedenis (ouders of broers en zussen) van stoornissen in het gebruik van middelen (waaronder een stoornis in het gebruik van alcohol), huidige tabaksgebruikers of patiënten met een persoonlijke voorgeschiedenis van andere psychische stoornissen (bv. ernstige depressie, angst- en persoonlijkheidsstoornissen) lopen een verhoogd risico op een opioïdgebruiksstoornis (OUD). Controleer de patiënt op drugzoekend gedrag, bv. te vroeg vragen om een herhaalrecept. Voor meer informatie over verantwoord omgaan met opioïden, zie Opiaten.nl. Voor informatie voor de patiënt, zie gebruik van sterke pijnstillers en stoppen met sterke pijnstillers op thuisarts.nl.

Bij abrupt staken kunnen onthoudingsverschijnselen optreden, bouw daarom langzaam af. Voor de IVM Handreiking afbouw opioïden, zie Afbouwschema's. Ontwenningsverschijnselen zijn: agitatie, angst, nervositeit, slapeloosheid, hyperkinesie, tremor, gastro-intestinale verschijnselen. Zelden, bij abrupt staken: paniekaanvallen, hallucinaties, paresthesie, tinnitus.

Niet aanbevolen bij ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 10 ml/min), overweeg bij lichte tot matige nier- en/of leverfunctiestoornis verlenging van het toedieningsinterval.

Wees voorzichtig bij craniaal trauma, aanleg voor convulsieve aandoeningen, veranderd bewustzijn, verhoogde intra-craniale druk.

Wees terughoudend bij overmatige slijmvorming in de luchtwegen, astma, ernstige respiratoire insufficiëntie of verminderde ademreserve (m.n. bij gelijktijdig gebruik van centraal depressieve middelen of indien de aanbevolen dosering wordt overschreden).

Wees voorzichtig bij galwegaandoeningen.

Niet toepassen bij kinderen met een verminderde ademhalingsfunctie. Bij postoperatieve toepassing bij kinderen zorgvuldig monitoren op symptomen van opioïdtoxiciteit zoals ademhalingsdepressie.

Opioïden kunnen slaapgerelateerde ademhalingsstoornissen veroorzaken, waaronder centrale slaapapneu (CSA) en slaapgerelateerde hypoxemie. Overweeg verlaging van de opioïddosering bij patiënten met CSA.

Het serotoninesyndroom is gemeld, bij gebruik van tramadol al dan niet in combinatie met andere serotonerge middelen.

Houd bij gebrek aan adequate pijnbeheersing rekening met de mogelijkheid van hyperalgesie, tolerantie of progressie van de onderliggende ziekte.

De remming of inductie van CYP3A4 of CYP2D6 kan van invloed zijn op de plasmaconcentratie van tramadol of de actieve metaboliet daarvan. Bij een tekort aan CYP2D6 wordt mogelijk een ontoereikend effect van tramadol bereikt; bij een ultra-rapid metabolizer kan juist bij een normale dosering al toxiciteit optreden.

Opioïden kunnen reversibele bijnierinsufficiëntie veroorzaken. Symptomen zijn ernstige buikpijn, misselijkheid en braken, hypotensie, extreme vermoeidheid, verminderde eetlust en gewichtsafname.

Er zijn gevallen gemeld van metabole acidose met verhoogde anion gap (HAGMA) als gevolg van pyroglutamine acidose bij patiënten met een ernstige ziekte, zoals ernstige nierinsufficiëntie en sepsis. Dit geldt ook voor patiënten met ondervoeding en andere bronnen van glutathiondeficiëntie (bv. chronisch alcoholisme) die gedurende langere tijd met paracetamol werden behandeld in therapeutische dosering, of met een combinatie van paracetamol en flucloxacilline. Als HAGMA als gevolg van pyroglutamine acidose wordt vermoed, onmiddellijk het gebruik van paracetamol staken en nauwgezet controleren. Meting van 5-oxoproline in de urine kan nuttig zijn om pyroglutamine acidose vast te stellen als onderliggende oorzaak van HAGMA bij patiënten met meerdere risicofactoren.

De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen tot 12 jaar zijn niet vastgesteld. Na postoperatieve toediening aan kinderen zijn levensbedreigende bijwerkingen opgetreden. Toepassing bij kinderen met een (mogelijk) verminderde ademhalingsfunctie wordt afgeraden.

Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.

 

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Interacties paracetamol:

Niet beoordeeld: paracetamol kan in hoge dosering de werking van cumarinederivaten versterken. In therapeutische dosering heeft het een zeer gering, niet significant effect op de protrombinetijd, zodat paracetamol in therapeutische dosering mag worden gecombineerd met cumarinederivaten.

De analgetische werking kan mogelijk worden versterkt door coffeïne; de resultaten van klinisch onderzoek zijn tegenstrijdig.

Gebruik van isoniazide of misbruik van alcohol vergroot het risico op hepatotoxiciteit bij overdosering. Bij combinatie met enzyminductoren kan een overdosering met paracetamol ernstiger verlopen door verhoogde en versnelde vorming van toxische metabolieten.

Interacties tramadol

Relevant: de tramadolconcentratie kan stijgen of dalen door elvitegravir, lopinavir en ritonavir.
Bij combinatie met duloxetine, fenelzine, SSRI's, tranylcypromine of venlafaxine is in enkele gevallen serotonerge toxiciteit gemeld.
Niet relevant: de plasmaconcentratie van tramadol en de actieve metaboliet kan dalen door carbamazepine.
Niet beoordeeld: er zijn incidentele meldingen van een versterkte werking van cumarinederivaten die mogelijk verband houden met gebruik van tramadol.
De digoxineconcentratie kan stijgen door tramadol.

Interacties opoiden algemeen
Relevant: bij combinatie van fentanyl, oxycodon, pethidine of tramadol met de niet-selectieve MAO-remmers fenelzine en tranylcypromine is serotonerge toxiciteit gemeld (onder andere opwinding, spierrigiditeit, hyperpyrexie, zweten, bewusteloosheid, soms ademhalingsdepressie en hypotensie). Combinatie van fentanyl of pethidine met fenelzine en tranylcypromine moet worden vermeden; bij oxycodon en tramadol moet men bedacht zijn op de symptomen.

Bij combinatie van pethidine met moclobemide of selegiline is serotonerge toxiciteit gemeld.

Bij toevoeging van een partiële agonist/antagonist, waaronder ook het ontwenningsmiddel nalmefeen, kunnen onthoudingsverschijnselen optreden. De combinatie moet worden vermeden. In geval van buprenorfinepleister kan het omgekeerde wel: een opioïdagonist kan worden toegevoegd aan een buprenorfinepleister bij chronische hevige pijn.

Naloxon en naltrexon zijn antagonisten van opioïden; bij combinatie kunnen onthoudingsverschijnselen optreden. Toevoeging van naloxon of naltrexon aan een opioïd wordt ontraden, tenzij naloxon of naltrexon bewust wordt toegepast als antidotum bij overdosering van een opioïd. Andersom kan bij toevoeging van een opioïd aan naloxon of naltrexon acute ademnood optreden.

Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie van niet-selectieve MAO-remmers met opioïden anders dan fentanyl, oxycodon, pethidine of tramadol; de meeste fabrikanten ontraden echter het gebruik tijdens of binnen 2 weken na behandeling met niet-selectieve MAO-remmers.

Er is ook onvoldoende onderbouwing voor interactie van moclobemide, rasagiline of selegiline met opioïden anders dan pethidine.

Niet beoordeeld: de sedatieve werking van alcohol en andere centraal-depressieve stoffen kan worden versterkt.

OPIOIDEN

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

NATUURLIJKE OPIUMALKALOIDEN

Hydromorfon

Palladon, Hydagelan
N02AA03

Morfine

Oramorph, MS Contin, Sendolor
N02AA01

Oxycodon

Oxynorm, Oxycontin
N02AA05
FENYLPIPERIDINEDERIVATEN

Fentanyl (transdermaal en nasaal)

Durogesic (pleister), Instanyl, Pecfent
N02AB03
N02AB02
DIFENYLPROPYLAMINEDERIVATEN

Piritramide

Dipidolor
N02AC03
ORIPAVINEDERIVATEN

Buprenorfine

Temgesic
N02AE01
MORFINANDERIVATEN

Nalbufine

Nubain
N02AF02
OVERIGE OPIOIDEN

Tapentadol

Palexia
N02AX06

Tramadol

Tramagetic, tramal
N02AX02

Referenties

  1. Grunenthal BV, SmPC Zaldiar (RVG 28113) 12-12-2024, www.geneesmiddeleninformatiebank.nl
  2. FDA., FDA restricts use of prescription codeine pain and cough medicines and tramadol pain medicines in children; recommends against use in breastfeeding women,, https://www.fda.gov, 2017
  3. Anderson BJ et al., Tramadol: keep calm and carry on., Paediatr Anaesth, 2017, Aug;27(8), 785-788
  4. Informatorium Medicamentorum, (Interacties, nierfunctiestoornissen), Geraadpleegd 23 sep 2015
  5. ZorgInstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, bijwerkingen, contra-indicaties, waarschuwingen en voorzorgen), Geraadpleegd 20 juli 2025

Wijzigingen

  • 22 januari 2019 10:15: Waarschwuing tav ademhalingssuppressie toegevoegd
  • 01 oktober 2015 11:05: NIEUW TOEGEVOEGD

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering