Bactericide antimicrobieel middel. Fosfomycine remt het enzym fosfo-enol-pyruvyltransferase, dat betrokken is bij de eerste stap van de synthese van de bacteriecelwand.
Doorgaans gevoelig zijn: Staphylococcus aureus, Staphylococcus saprophyticus, Streptococcus pneumoniae, Streptococcus pyogenes, Haemophilus influenzae, Escherichia coli, Klebsiella oxytoca, Citrobacter spp., Neisseria spp., Edwardsiella spp., Enterobacter cancerogenus, Proteus penneri, Providencia rettgeri, Peptococcus spp. en Peptostreptococcus spp.
Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Enterobacter cloacae, Enterococcus faecalis, Proteus mirabilis, Proteus inconstans, Pseudomonas aeruginosa, Serratia marcescens, Staphylococcus epidermidis,Klebsiella pneumonia en Raoultella spp..
Ongevoelig zijn Morganella morganii en Bacteroides spp. en de fysiologisch belangrijke niet-pathogenen Lactobacillus en Bifidobacterium.
De farmacokinetiek van intraveneus toegediend fosfomycine bij kinderen en adolescenten tussen 3 en 15 jaar en bij voldragen baby’s met een normale nierfunctie is doorgaans vergelijkbaar met die bij gezonde volwassenen:
Cmax (4g): 200 microg./ml
Cmax (8g): 400 microg./ml
Vd: 0,3 l/kg Cl: 6,1 ± 1,0 l/uur
t½: 2 uur
Bij zuigelingen en baby’s tot 12 maanden is de eliminatiehalfwaardetijd van fosfomycine verlengd, afhankelijk van het stadium van de nierontwikkeling.
Na orale toediening zijn de volgende parameters gevonden:
Tmax: 2 uur. Inname met voedsel vertraagt (tmax= 4uur) en vermindert de absorptie met 15%
Cl: 16,9 ± 3,5 l/uur
t½: 5,7 ±2,8 uur
Biologische beschikbaarheid: 37%
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Granulaat (als trometamol) 3 g
Poeder voor infusieopl. (als di-Na-zout) 2 g (bevat 0.64 g natrium, equivalent aan 1.63 gram natriumchloride); 4 g (bevat 1.28 g natrium, equivalent aan 3.26 gram natriumchloride).
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Urineweginfectie |
---|
|
Bacteriele infecties |
---|
|
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Bij orale toediening is aanpassing van de dosering niet noodzakelijk.
Bij intraveneuze toediening:
aanvangsdosis verhogen met 100%, max. 8 g per keer, vervolgens:
creatinineklaring 30-40 ml/min: 60-70% van de standaarddosering per dag in 2-3 doses;
creatinineklaring 20-30 ml/min: 40-60% van de standaarddosering per dag in 2-3 doses;
creatinineklaring 10-20 ml/min: 20-40% van de standaarddosering per dag in 1-3 doses;
intermitterende hemodialyse: 2 g na elke dialyse.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Na eenmalige orale toediening:
Vaak (1–10%): misselijkheid, dyspepsie, diarree. Hoofdpijn, duizeligheid. Vulvovaginitis.
Soms (0,1–1%): braken, buikpijn. Paresthesieën. Huiduitslag zoals urticaria, jeuk. Vermoeidheid.
Zelden (0,01–0,1%): tachycardie.
Verder zijn gemeld: hypotensie. Antibiotica-geassocieerde colitis. Overgevoeligheid, angio-oedeem, anafylactische reacties (incl. shock), astma.
Intraveneus:
Vaak (1–10%): dyspepsie, maagpijn. Flebitis op de toedieningsplaats.
Soms (0,1–1%): dyspneu. Misselijkheid, braken, diarree, anorexie. Hoofdpijn, draaiduizeligheid, smaakstoornis. Huiduitslag, oedeem. Vermoeidheid. Hypernatriëmie en/of hypokaliëmie, (voorbijgaande) stijging AF, ASAT en ALAT-waarden.
Zelden (0,01–0,1%): aplastische anemie, eosinofilie.
Zeer zelden (< 0,01%): anafylactische shock. Hepatische steatose (volledig reversibel). Visusstoornissen.
Verder zijn gemeld: agranulocytose, leukopenie, trombocytopenie, neutropenie; pancytopenie. Tachycardie. Astmatische aanval. Angio-oedeem, gelaatsoedeem, jeuk, urticaria. (Cholestatische) hepatitis, geelzucht. Pseudomembraneuze colitis. Verwardheid.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Ernstige overgevoeligheidsreactie (zoals anafylactische reacties) bij eerder gebruik van fosfomycine.
ORAAL
De fosfomycineconcentraties in de urine blijven gedurende circa 48 uur na toediening boven de MIC-waarden indien de creatinineklaring > 10 ml/min is. Toediening bij patiënten die hemodialyse ondergaan is niet zinvol, omdat fosfomycine bij deze groep patiënten niet werkzaam is (nauwelijks/geen urineproductie).
Bij optreden van ernstige, aanhoudende diarree zowel de diagnose antibioticageassocieerde colitis als pseudomembraneuze colitis overwegen; deze diarree kan ook pas enkele weken na behandeling optreden; overweeg specifieke behandeling voor Clostridium difficile.
Indien door de behandeling ernstige overgevoeligheidsreacties zoals anafylactische reacties optreden, mag de patiënt nooit meer fosfomycine gebruiken.
De effectiviteit en veiligheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 12 jaar.
INTRAVENEUS
Wees voorzichtig bij hartfalen, hypertensie, longoedeem. hyperaldosteronisme en hypernatriëmie. Tijdens de behandeling elektrolyten (vooral natrium en kalium) en vochtbalans controleren.
Bij optreden van ernstige, aanhoudende diarree de diagnosen antibioticageassocieerde colitis of pseudomembraneuze colitis overwegen; deze diarree kan ook pas enkele weken na behandeling optreden; overweeg specifieke behandeling voor Clostridium difficile.
Indien door de behandeling ernstige overgevoeligheidsreacties zoals anafylactische reacties optreden, mag de patiënt nooit meer fosfomycine gebruiken.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Interacties antibacteriele middelen algemeen.
Relevant: de werking van oraal buiktyfusvaccin kan worden verminderd bij gelijktijdige inname van antibacteriële middelen. Gescheiden inname met een interval van 3 dagen wordt aanbevolen. Alternatief: parenteraal buiktyfusvaccin.
Het effect van cumarinederivaten kan worden versterkt, waarschijnlijk door een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende de koortsperiode.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met orale anticonceptiva (dit geldt niet voor de enzyminducerende antibiotica rifabutine en rifampicine) of met TNF-α-antagonisten.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
GLYCOPEPTIDEN | ||
---|---|---|
Xydalba
|
J01XA04 | |
Targocid
|
J01XA02 | |
Vancocin
|
J01XA01 |
POLYMYXINES | ||
---|---|---|
Colistin, Colobreathe, Tadim, Kolneb
|
J01XB01 |
STEROIDE ANTIBACTERIELE MIDDELEN | ||
---|---|---|
Fucidin
|
J01XC01 |
NITROFURAANDERIVATEN | ||
---|---|---|
Furabid, Furadantine MC
|
J01XE01 |
OVERIGE ANTIBACTERIELE MIDDELEN | ||
---|---|---|
Cubicin
|
J01XX09 | |
J01XX08 |
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.