Teicoplanine is een glycopeptide antibacterieel middel. Het remt de peptidoglycaansynthese door specifieke binding aan residuen van D-alanyl-D-alanine. Hiermee verstoort het de biosynthese van de bacteriële celwand op een andere manier dan bv. de β-lactamantibiotica.
Doorgaans gevoelig zijn:
(Verworven) resistentie kan een probleem zijn bij:
Inherent resistent zijn:
Alle Gram-negatieve bacteriën;
Overig: Chlamydia spp., Chlamydophila spp., Legionella pneumophila en Mycoplasma spp.
Oraal toegediende teicoplanine wordt niet geabsorbeerd uit het maagdarm kanaal. (SmpC Targocid)
Uit de studies van Reed et al. en Dufort et al. blijkt dat de klaring van teicoplanine bij kinderen jonger dan 12 jaar hoger is dan die bij volwassenen. Klaring bij kinderen < 12 jaar is zeer variabel; range 29 – 51 ml/uur/kg.
Lukas et al. suggereert dat teicoplanine bij kinderen < 1 jaar (N = 4) mogelijk een lagere klaring en verdelingsvolume heeft dan bij kinderen > 1 jaar (N = 16). Deze waarden bij kinderen < 1 jaar bedragen respectievelijk 0,09 l/uur en 1,05 l. Bij kinderen > 1 jaar bedragen deze waarden respectievelijk 0,29 l/uur en 3,9 l.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Poeder voor inj.vlst. 200 mg + 3 ml oplosm, 400 mg + 3 ml oplosm.
NB: De injectievloeistof kan ook oraal ingenomen worden.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Therapeutic Drug Monitoring (TDM) aanbeveling |
---|
|
Bacteriele infecties |
---|
|
Clostridium difficile infectie |
---|
|
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
GFR 50-80 ml/min/1.73 m2
Dosisaanpassing is niet nodig
GFR 30-50 ml/min/1.73 m2
Dag 1: geen doseeraanpassing: normale startdosering (1e en 2e dosis van de startdosis serie):
Dag 2: geen doseeraanpassing: normale startdosering (3e dosis van de startdosis serie)
Dag 3: geen doseeraanpassing: normale onderhoudsdosering
Dag 4: 50% van de normale onderhoudsdosis 1 x per dag
GFR 10-30 ml/min/1.73 m2
Dag 1: geen doseeraanpassing: normale startdosering (1e en 2e dosis van de startdosis serie):
Dag 2: geen doseeraanpassing: normale startdosering (3e dosis van de startdosis serie)
Dag 3: geen doseeraanpassing: normale onderhoudsdosering
Dag 4: 33% van de normale onderhoudsdosis 1 x per dag
GFR < 10 ml/min/1.73 m2
Een algemeen advies kan niet worden gegeven. Per patiënt moet een afweging worden gemaakt tussen het beoogde effect, de risico's van bijwerkingen bij overdosering en therapiefalen bij onderdosering.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Pijn op injectieplaats, thromboflebitis, allergische reacties, hematologische reacties.
Vaak (1-10%): koorts, pijn. Erytheem, huiduitslag, jeuk.
Soms (0,1-1%): anafylactische reactie. Bronchospasme. Duizeligheid, hoofdpijn. Gehoorverlies, doofheid, tinnitus, vestibulaire aandoening. Misselijkheid, braken, diarree. Flebitis. Afwijkende bloedwaarden van transaminasen, alkalische fosfatase en creatinine. Leukopenie, trombocytopenie, eosinofilie.
Zelden (0,01-0,1%): abces. 'Red man syndrome' (symptomencomplex met erytheem, jeuk, urticaria, angio-oedeem, hypotensie, tachycardie en dyspneu).
Verder zijn gemeld: convulsies. Anafylactische shock, angio-oedeem, urticaria, geneesmiddelenreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom), exfoliatieve dermatitis, toxische epidermale necrolyse (TEN), erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom (SJS). Superinfectie (overgroei van niet-gevoelige micro-organismen). (Acuut) nierfalen. Koude rillingen (rigor). Neutropenie, agranulocytose, pancytopenie. Tromboflebitis. Abces op de injectieplaats.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Teicoplanine is een 'reserve' antimicrobieel middel en dient alléén na overleg met een infectioloog/bacterioloog voorgeschreven te worden. Voorzichtigheid is geboden bij overgevoeligheid voor vancomycine. Bij langdurig gebruik, bij nierinsufficiëntie en bij gelijktijdige behandeling met neuro- of nefrotoxische middelen wordt regelmatig onderzoek van bloed, lever-, nier- en gehoorfunctie aangeraden.
Er is een casus van een compleet atrioventriculair blok beschreven [Sharif-Yakan 2013]
Kruisresistentie is mogelijk tussen teicoplanine en de glycopeptide vancomycine. Wees voorzichtig bij overgevoeligheid voor vancomycine in de voorgeschiedenis, omdat ook kruisovergevoeligheid kan bestaan.
Periodiek bloedonderzoek wordt aanbevolen tijdens de behandeling, incl. het volledige bloedbeeld.
Nefrotoxiciteit en nierfalen zijn gemeld. Controleer de nierfunctie als die verminderd is, bij het hoge oplaaddosisregime, bij gebruik van nefrotoxische geneesmiddelen (zie rubriek Interacties), samen of opeenvolgend. Verricht dan ook gehoortesten (zie hieronder). Pas de dosering aan bij een verminderde nierfunctie, omdat teicoplanine renaal wordt uitgescheiden, zie rubriek Doseringen.
Ototoxiciteit is gemeld. Beoordeel en controleer de patiënt bij symptomen van een gehoorstoornis (doofheid en tinnitus) of een stoornis van het binnenoor, vooral bij langdurige behandeling en bij een verminderde nierfunctie. Controleer ook bij gebruik, samen of opeenvolgend, met geneesmiddelen met nefro-/neuro-/ototoxisch potentieel (zie rubriek Interacties). Evalueer de voor- en nadelen van teicoplanine als het gehoor afneemt.
Bij optreden van de eerste tekenen van ernstige bulleuze reacties, zoals progressieve huiduitslag met blaarvorming of mucosale laesies, de behandeling onmiddellijk staken.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Relevant: het effect van VKA's kan worden versterkt, waarschijnlijk door een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende de koortsperiode.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met orale anticonceptiva of met TNF-α-antagonisten.
Niet beoordeeld: de nefrotoxiciteit en ototoxiciteit kunnen toenemen bij combinatie met of volgend op andere ototoxische en/of nefrotoxische middelen, zoals aminoglycosiden, colistine, amfotericine B, ciclosporine, cisplatine en furosemide (zie ook Bw.).
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
GLYCOPEPTIDEN | ||
---|---|---|
Xydalba
|
J01XA04 | |
Vancocin
|
J01XA01 |
POLYMYXINES | ||
---|---|---|
Colistin, Colobreathe, Tadim, Kolneb
|
J01XB01 |
STEROIDE ANTIBACTERIELE MIDDELEN | ||
---|---|---|
Fucidin
|
J01XC01 |
NITROFURAANDERIVATEN | ||
---|---|---|
Furabid, Furadantine MC
|
J01XE01 |
OVERIGE ANTIBACTERIELE MIDDELEN | ||
---|---|---|
Cubicin
|
J01XX09 | |
Monuril, Fomicyt
|
J01XX01 | |
J01XX08 |
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.