On-label
Toon SmPC tekstImmunomodulans. De werking bij MS is niet volledig opgehelderd. Na toediening worden specifieke T-suppressorcellen geïnduceerd en geactiveerd in de periferie.
Er is geen informatie over de farmacokinetische parameters bij kinderen.
Relapsing Remitting Multiple Sclerose (RRMS) |
---|
|
Inj.vlst. (acetaat) 20 mg/ml; 40 mg/ml
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
KOLONIESTIMULERENDE FACTOREN | ||
---|---|---|
Neupogen G-CSF, Tevagrastim, Nivestim, Zarzio, Accofil
|
L03AA02 | |
Lonquex
|
L03AA14 |
INTERFERONEN | ||
---|---|---|
IntronA
|
L03AB05 | |
Pegasys
|
L03AB11 | |
Pegintron
|
L03AB10 |
OVERIGE IMMUNOSTIMULANTIA | ||
---|---|---|
MEPACT
|
L03AX15 | |
Mozobil
|
L03AX16 |
Zeer vaak (> 10%): reacties op de injectieplaats zoals overgevoeligheid, roodheid van de huid, pijn, zwelling, jeuk, ontsteking en oedeem; een 'Onmiddellijke (binnen enkele minuten optredende) Postinjectiereactie' met één of meer van de volgende systemische symptomen: vasodilatatie, pijn (op de borst), dyspneu, palpitaties of tachycardie. Misselijkheid, angst, depressie, hoofdpijn, griep, infectie, rugpijn, artralgie, asthenie.
Vaak (1-10%): bronchitis, herpes simplex, tandproblemen, cystitis, gastro-enteritis, otitis, rinitis, vaginale candidiasis, benigne neoplasma van de huid, lymfadenopathie, anorexie, gewichtstoename, nervositeit, smaakverandering, duizeligheid, slaperigheid, hypertonie, tremor, syncope, spraakstoornis, oog-, ooraandoening, hoest, constipatie, fecale incontinentie, braken, abnormale leverfunctietest, bloeduitstorting, hyperhidrose, jeuk, huidaandoening, mictiestoornis, urineretentie, rillingen, oedeem in het gezicht. Atrofie op de injectieplaats.
Soms (0,1-1%): abces, furunculosis, herpes zoster, pyelonefritis, huidcarcinoom, leukocytose, leukopenie, miltvergroting, trombocytopenie, struma, hyperthyreoïdie, alcoholintolerantie, jicht, hyperlipidemie, verhoogde natriumspiegel in het bloed, verlaagde serumferritinespiegel, abnormale dromen, euforie, hallucinatie, vijandigheid, manie, zelfmoordneiging, cognitieve stoornis, convulsie, dyslexie, spierkramp, nystagmus, stupor, gezichtsveldstoornis, oogbloeding, optische atrofie, droge ogen, extrasystolen, sinusbradycardie, spataderen, apneu, hyperventilatie, longaandoening, ademhalingsstoornis, (entero)colitis, oesofageale zweer, periodontitis, rectale bloeding, vergroting van de speekselklier, cholelithiasis, leververgroting, geneesmiddelgeïnduceerde leverbeschadiging en toxische hepatitis, angio-oedeem, erythema nodosum, artritis, bursitis, spieratrofie, osteoartritis, hematurie, nefrolithiase, urinewegaandoening, abortus, erectiestoornis, priapisme, prostaataandoening, gespannen borsten, vaginale bloeding, necrose op de injectieplaats, hypothermie.
Zelden (< 0,01–0,1%): anafylactische reacties, lipoatrofie, huidnecrose.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Er is geen indicatie bij de primair of secundair progressieve MS.
Controleer bij nierinsufficiëntie tijdens gebruik de nierfunctie. Eventuele glomerulaire afzetting van immuuncomplexen kan niet worden uitgesloten.
Wees voorzichtig en controleer bij aanwezige hartafwijkingen. Binnen enkele minuten na toediening kan een postinjectiereactie met ten minste één van de volgende symptomen optreden: vasodilatatie, pijn op de borst, dyspneu, palpitaties of tachycardie.
Bij ernstige (overgevoeligheids)reacties (zoals bronchospasmen, anafylaxie of urticaria) de behandeling staken.
Concentraties van glatirameer acetaat-reactieve antilichamen zijn 3–4 maanden na het begin van de behandeling maximaal en nemen daarna weer af; er zijn geen aanwijzingen dat deze antilichamen neutraliserend werken of dat ze de werkzaamheid verminderen.
Gebruik van glatirameer kan de uitslag van een baarmoederhalsuitstrijkje beïnvloeden.
Niet gebruiken bij kinderen onder de 12 jaar omdat de werkzaamheid en veiligheid bij deze groep niet is vastgesteld; de dosering van 40 mg 3×/week niet gebruiken onder de 18 jaar vanwege onvoldoende informatie. Het gebruik is niet specifiek onderzocht bij ouderen of bij mensen met een verminderde nierfunctie.
Geen interacties bekend