Clindamycine, een semisynthetisch derivaat van lincomycine, kan bacteriostatisch of bactericide werken, afhankelijk van de bereikte concentratie ter plaatse van de infectie en van de gevoeligheid van het micro-organisme. Clindamycine bindt aan de 50S-subunit van het bacteriële ribosoom en remt daarmee de vroege fase van de bacteriële eiwitsynthese. Tussen clindamycine en macroliden bestaat gedeeltelijke kruisresistentie.
Gewoonlijk gevoelig zijn: Actinomyces israelii, Staphylococcus aureus (meticilline–gevoelige stammen), Streptococcus pneumoniae (uitsluitend de penicilline–gevoelige stammen), Streptococcus pyogenes, Streptococcus agalactiae, Bacillus spp. (waaronder Bacillus anthracis), Bacteroides spp. (uitgezonderd Bacteroides fragilis), Fusobacterium spp., Prevotella spp., Porphyromonas spp., Propionibacterium acnes, Veillonella spp., Chlamydia trachomatis, Chlamydophyla pneumoniae, Gardnerella vaginalis en Mycoplasma hominis.
Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: coagulase–negatieve stafylokokken (uitgezonderd meticilline–resistente stammen), Staphylococcus aureus (meticilline–resistente stammen), Streptococcus pneumoniae (uitgezonderd penicilline–gevoelige stammen), Moraxella catarrhalis, Bacteroides fragilis, Clostridium perfringens en Peptostreptococcus spp.
Ongevoelig zijn: coagulase–negatieve stafylokokken (meticilline–resistente stammen), Enterococcus faecalis, Enterococcus faecium, Listeria monocytogenes, Escherichia coli, Haemophilus influenzae, Klebsiella spp., Neisseria gonorrhoeae, Neisseria meningitides, Pseudomonas aeruginosa, Clostridium difficile, Mycoplasma pneumoniae en Ureaplasma urealyticum.
De biologische beschikbaarheid van clindamycine is hoog waardoor dezelfde dosering oraal nagenoeg dezelfde spiegels oplevert als na intraveneuze toediening. De volgende kinetische parameters zijn gevonden (Bell 1984, Gonzalez 2014, Gonzalez 2016):
Cmax (µg/ml) 20 mg/kg/dag IV ss |
Cl (l/uur/kg) | V (l/kg) | t½ (uur) | |
---|---|---|---|---|
PMA < 40 wk | 10,92 | 0,11-0,24 | 0,9-1,03 | 3,9-5,9 |
PMA > 40 wk | 10,45-12,69 | 0,20-0,31 | 0,9-1,9 | 2,1-3,6 |
In de studie van Smith 2017 zijn de volgende kinetische parameters gevonden bij kinderen met een gezond gewicht (n=144) en kinderen met obesitas (n=76):
t½ (uur) | t½ (uur) | Cl (l/uur/kg) | Cl (l/uur/kg) | Vd (l/kg) | Vd (l/kg) | |
---|---|---|---|---|---|---|
Niet-obees | Obees | Niet-obees | Obees | Niet-obees | Obees | |
2-6 jaar | 2,41 | 2,15 | 0,23 | 0,28 | 0,81 | 0,86 |
7-12 jaar | 2,15 | 3,03 | 0,33 | 0,22 | 0,90 | 1,03 |
>12 jaar | 2,84 | 3,55 | 0,23 | 0,18 | 0,89 | 0,89 |
Infecties: on-label
Ernstige infecties:
Oraal: off-label
Intraveneus:
<1 mnd: off-label
≥1 mnd: on-label
Infecties bij CF: on-label
Endocarditis profylaxe: on-label
Capsule (als hydrochloride-1-water) 150 mg, 300 mg
Inj.vlst. (als diwaterstoffosfaat) 150 mg/ml De injectievloeistof bevat 9 mg/ml benzylalcohol
Susp. oraal "poeder voor" (als palmitaathydrochloride) 15 mg/ml
Ga snel naar:
Bacteriele infecties |
---|
Ernstige bacteriele infecties |
---|
|
Peri-operatieve profylaxe |
---|
|
Endocarditis profylaxe bij overgevoeligheid voor penicilline of behandeling met penicilline in de 7 dagen voor de ingreep |
---|
Behandeling ongecompliceerde malaria |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Clindamycine kan aanleiding geven tot ernstige diarree, colitis en pseudomembraneuze colitis, veroorzaakt door toxines van Clostridium difficile. Tevens kan er ten gevolge van te snelle toediening hypotensie en hartstilstand optreden.
Vaak (1–10%): ontsteking van het mondslijmvlies, oesofagitis, maagpijn, buikpijn, diarree, pseudomembraneuze enterocolitis. Maculopapuleuze huiduitslag. Eosinofilie. Stijging transaminasen in serum. Reacties op de injectieplaats: na i.v. toediening trombo-flebitis en pijn, na i.m.-toediening o.a. irritatie, pijn, verhardingen en steriele abcessen.
Soms (0,1–1%): neuromusculair blokkerend effect. Smaakstoornis, misselijkheid, braken. Morbilliform exantheem, jeuk, urticaria, erythema multiforme. Leukopenie, neutropenie, granulocytopenie, trombocytopenie.
Zelden (0,01–0,1%): na snelle i.v.-toediening hypotensie en cardiopulmonale stilstand. Angio–oedeem, zwelling van de gewrichten. Afschilferende en bulleuze huidontsteking, acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP), geneeesmiddelexantheem met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom), Stevens–Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN). Geneesmiddelenkoorts. Vaginitis.
Zeer zelden (< 0,01%): anafylactische shock. Cholestatische hepatitis. Polyartritis.
Verder zijn gemeld: reukstoornis, hoofdpijn, slaperigheid, duizeligheid.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Overgevoeligheid voor lincomycinen.
Clindamycine dringt niet goed door in het centrale zenuwstelsel. Bij opportunistische infecties zijn hoge doses geindiceerd. Cave pseudomembraneuze colitis. Dosis aanpassen bij kinderen met een verminderde leverfunctie. Bij kinderen jonger dan één jaar en bij langdurig gebruik (> 3 weken) regelmatig de leverfunctie, nierfunctie en het bloedbeeld controleren.
De injectievloeistof bevat benzylalcohol, pas op bij gebruik bij prematuren en neonaten.
Niet gebruiken bij de behandeling van meningitis vanwege de geringe diffusie in de cerebrospinale vloeistof.
Er bestaat een gedeeltelijke kruisresistentie tussen clindamycine en macroliden.
Overgevoeligheid: in individuele gevallen is anafylaxie waargenomen bij personen met een reeds bestaande allergie voor penicillinen. Ernstige overgevoeligheidsreacties, waaronder ernstige huidreacties met systemische symptomen zijn gemeld. Indien een overgevoeligheidsreactie of ernstige huidreactie optreedt de behandeling staken. Benzylalcohol (injectie-/infusievloeistof) kan toxische en anafylactoïde reacties veroorzaken bij kinderen tot 3 jaar; prematuren en zuigelingen hebben meer kans om toxiciteit te ontwikkelen zoals het 'gasping syndrome' (symptomen van metabole acidose, gevolgd door epileptische aanvallen, agonale ademhaling, hypotensie, bradycardie en uiteindelijk cardiovasculair collaps en overlijden).
Comorbiditeit: wees voorzichtig bij:
gastro-intestinale aandoeningen in de voorgeschiedenis (m.n. colitis);
nier- en/of leverfunctiestoornissen (in het bijzonder indien gepaard gaande met ernstige metabole afwijkingen; wanneer hoge doses vereist zijn de serumspiegel bepalen);
een verstoorde neuromusculaire transmissie (bv. myasthenia gravis, M. Parkinson);
allergische aandoeningen zoals een atopische ziekte.
Controles tijdens de therapie: de lever- en nierfunctie en het bloedbeeld regelmatig controleren bij langdurig gebruik (> 3 weken) en bij kinderen jonger dan één jaar.
Bij ernstige of aanhoudende diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen. Deze colitis kan tot 2 à 3 weken na de therapie ontstaan en kan vooral bij ouderen (> 60 jaar) en verzwakte patiënten ernstig verlopen.
Relevant:
Het metabolisme van clindamycine wordt geremd door HIV-proteaseremmers.
Clindamycine kan de ciclosporineconcentratie verlagen, het mechanisme is nog onbekend.
Niet relevant:
De plasmaconcentratie daalt door rifampicine.
Niet beoordeeld:
Intraveneus toegediende clindamycine heeft neuromusculair blokkerende eigenschappen. De werking van andere neuromusculair blokkerende middelen kan worden versterkt.
Interacties antibacteriële middelen algemeen
Relevant:
Het effect van VKA's kan worden versterkt. Het versterkte effect van de VKA kan het gevolg zijn van het effect van de infectie en/of koorts zelf, en soms ook van een interactie van bepaalde antibiotica met VKA’s. Door eliminatie van bacteriële darmflora kan de productie van vitamine K worden verminderd. Ook is er een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende een koortsperiode. Daarnaast remmen sommige antibiotica het metabolisme van de VKA. De interactie is niet relevant bij gebruik van het antibioticum gedurende maximaal 1 dag.
Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met orale anticonceptiva (dit geldt niet voor de enzyminducerende antibiotica rifabutine en rifampicine) of met TNF-α-antagonisten.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
MACROLIDEN | ||
---|---|---|
Zithromax
|
J01FA10 | |
Klacid
|
J01FA09 | |
Erythrocine
|
J01FA01 |