Ibuprofen (neonataal)

Stofnaam
Ibuprofen (neonataal)
Merknaam
Pedea
ATC code
C01EB16

Ibuprofen (neonataal)

Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

NSAID. Veroorzaakt sluiting van een open ductus arteriosus, waarschijnlijk door remming van de prostaglandinesynthese.

Farmacokinetiek bij kinderen

De volgende farmacokinetische parameters zijn gevonden na intraveneuze toediening bij prematuren (Hirt et al. 2008, Van Overmeire et al. 2001, Aranda et al. 1997)

  PNA 0-3 h (n=21) PNA 3 days (n=93) PNA 5 days (n=93)
Cmax (mg/l) 1 dosis (10 mg/kg): 180.6 ± 11.1 1 dosis (10 mg/kg): 33.3-43.5 3 doses (10-5-5 mg/kg): 28.4-42.4
t½ (h) 30.5 ± 4.2 42.2-43.1 19.7-26.8
Cl (ml/h/kg) 2.1 ± 0.3 9.5 ± 6.8 10.8 ± 6.5
Vd (ml/kg) 62.1 ± 3.9 357 ± 121 349 ± 152

PNA= Postnatale leeftijd

Na orale toediening bij prematuren zijn onderstaande farmacokinetische parameters gevonden (Barzilay et al. 2012, Sangtawesin et al. 2006, Sharma, Garg, and Narang 2003):

Cmax (10 mg/kg) n=55 20.1-31.8 mg/l
Tmax n=55 3-17 h
n=20 15.7 ± 3.8 h
Vd n=22 313 ml/kg

Label dosisadvies Kinderformularium

Sluiten ductus arteriosus:
<34 wk GA, <72 uur PNA: On-label
≥34 wk GA, >72 uur PNA: Off-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Sluiten ductus arteriosus:
<34 wk GA: 1e injectie: 10 mg/kg, 2e en 3e injectie: 5 mg/kg

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Injvlst 5 mg/ml 
Susp. oraal "voor kinderen" suikervrij 20 mg/ml (bevat GEEN propyleenglycol) 
Susp. oraal "voor kinderen" Aardbei 40 mg/ml (LET OP: bevat propyleenglycol 3,29 mg/ml) 

De injectie vloeistof (Pedea) kan oraal toegediend worden. 

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Sluiten ductus arteriosus
  • Intraveneus
    • Zwangerschapsduur < 37 weken
      [2] [5]
      • Postnatale leeftijd < 72 uur 
        Dag 1: 10 mg/kg geboortegewicht in 1 dosis
        Dag 2:   5 mg/kg geboortegewicht in 1 dosis
        Dag 3:   5 mg/kg geboortegewicht in 1 dosis
        Postnatale leeftijd 72-108 uur
        Dag 1: 14 mg/kg geboortegewicht in 1 dosis
        Dag 2:   7 mg/kg geboortegewicht in 1 dosis
        Dag 3:   7 mg/kg geboortegewicht in 1 dosis
        Postnatale leeftijd ≥108 uur
        Dag 1: 18 mg/kg geboortegewicht * in 1 dosis
        Dag 2:   9 mg/kg geboortegewicht * in 1 dosis
        Dag 3:   9 mg/kg geboortegewicht * in 1 dosis

        *Indien het huidige gewicht al hoger is dan het geboortegewicht dient de dosering op basis het huidige gewicht berekend te worden.

        • Indien de ductus arteriosis na dag 3 niet gesloten is, kan direct aansluitend een tweede kuur worden gegeven op basis van de dan geldende postnatale leeftijd. De dag 1 dosis dient dan gelijk te zijn aan de dag 2 en 3 dosis.  
        • Wanneer de ductus arteriosus na 48 uur na de laatste injectie niet gesloten is of opnieuw opent kan een tweede kuur op dezelfde wijze worden toegediend. Geef de tweede kuur op basis van de op dat moment geldende postnatale leeftijd, inclusief de dubbele dosis op dag 1.
  • Oraal
    • Zwangerschapsduur < 37 weken
      [2] [5] [6] [7] [8]
      • Postnatale leeftijd < 72 uur 
        Dag 1: 10 mg/kg geboortegewicht in 1 dosis
        Dag 2:   5 mg/kg geboortegewicht in 1 dosis
        Dag 3:   5 mg/kg geboortegewicht in 1 dosis
        Postnatale leeftijd 72-108 uur
        Dag 1: 14 mg/kg geboortegewicht in 1 dosis
        Dag 2:   7 mg/kg geboortegewicht in 1 dosis
        Dag 3:   7 mg/kg geboortegewicht in 1 dosis
        Postnatale leeftijd ≥108 uur
        Dag 1: 18 mg/kg geboortegewicht * in 1 dosis
        Dag 2:   9 mg/kg geboortegewicht * in 1 dosis
        Dag 3:   9 mg/kg geboortegewicht * in 1 dosis

        *Indien het huidige gewicht al hoger is dan het geboortegewicht dient de dosering op basis het huidige gewicht berekend te worden.

        • Indien de ductus arteriosis na dag 3 niet gesloten is, kan direct aansluitend een tweede kuur worden gegeven op basis van de dan geldende postnatale leeftijd. De dag 1 dosis dient dan gelijk te zijn aan de dag 2 en 3 dosis.  
        • Wanneer de ductus arteriosus na 48 uur na de laatste injectie niet gesloten is of opnieuw opent kan een tweede kuur op dezelfde wijze worden toegediend. Geef de tweede kuur op basis van de op dat moment geldende postnatale leeftijd, inclusief de dubbele dosis op dag 1.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.

Bijwerkingen bij kinderen

Zeer vaak (> 10%): neutropenie, trombocytopenie, verhoogd serumcreatinine, verlaagd natriumgehalte. Bronchopulmonaire dysplasie.

Vaak (1-10%): intraventriculaire hemorragie, periventriculaire leukomalacie. Pulmonale hemorragie. Necrotiserende enterocolitis, intestinale perforatie. Oligurie, vochtretentie, hematurie.

Soms (0,1-1%): hypoxemie. Maag-darmhemorragie. Acuut nierfalen.

Verder is gemeld: pulmonale hypertensie.

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contraindicaties bij kinderen

  • Levensbedreigende infectie;
  • Actieve bloeding, met name intracraniële of gastro-intestinale hemorragie;
  • Trombocytopenie (<50 x 10^9/l) of stollingsstoornis;
  • Ernstige nierinsufficiëntie;
  • Congenitale hartziekte waarbij de ductus arteriosus open moet blijven voor een bevredigende long- of systemische bloeddoorstroming (bv. ernstige tetralogie van Fallot, ernstige coarctatie van de aorta);
  • Bekende of vermoede necrotiserende enterocolitis.

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Bij geen enkele zwangerschapsduur profylactisch gebruiken. Niet gebruiken bij baby's met duidelijk verhoogde bilirubineconcentratie. Bij gebruik bij prematuren na een zwangerschap van minder dan 27 weken, bleek de effectiviteit beperkt (sluitingssnelheid van de ductus arteriosus laag (33–50%)) bij de aanbevolen dosering.

Alvorens ibuprofen toe te dienen, adequaat echocardiografisch onderzoek uitvoeren ter bevestiging van een hemodynamisch significante open ductus arteriosus en ter uitsluiting van pulmonale hypertensie en een ductaal-afhankelijke hartziekte.

Vanwege mogelijke remming van de bloedplaatjesaggregatie door ibuprofen, de pasgeborene observeren op tekenen van bloeding.

Als hypoxemie optreedt, de pulmonale arteriële druk nauwlettend volgen.

Wanneer oligurie optreedt met een volgende toediening wachten tot de urineproductie is teruggekeerd tot een normaal niveau.

Ibuprofen kan de tekenen van infectie maskeren

Ibuprofen wordt voornamelijk gemetaboliseerd door CYP2C8 en CYP2C9. CYP2C polymorfismen hebben geen invloed op de werking van ibuprofen bij het sluiten van de ductus arteriosus.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Relevant:
Ibuprofen remt de irreversibele trombocytenaggregatieremmende werking van acetylsalicylzuur en carbasalaatcalcium. Ibuprofen moet worden vermeden.

De (nefro)toxiciteit van tenofovir disoproxil kan toenemen.

Niet relevant:
Bij combinatie met tacrolimus kan de nefrotoxiciteit worden versterkt.

De Cmax en AUC van pemetrexed kunnen toenemen.

Niet beoordeeld:
Het risico op bloedingen bij HIV-positieve hemofiliepatiënten wordt verhoogd bij gelijktijdige behandeling met zidovudine.


Interacties NSAIDS algemeen

Relevant:
NSAID's versterken het effect van: VKA's; NSAID's verhogen het bloedingsrisico, maar dit komt niet altijd tot uiting in de INR. Bij sommige patiënten wordt ook de INR beïnvloed. Bij NSAID-gebruik tot 1 week is dit weinig relevant. NSAID's hebben bovendien een ulcerogeen effect. Bij gebruik van meer dan 3 g acetylsalicylzuur per dag kan acetylsalicylzuur de INR verhogen. NSAID's moeten zo min mogelijk worden voorgeschreven aan patiënten die VKA's gebruiken. Fenylbutazon en piroxicam (uitzondering bij spondylitis ankylopoetica) en acetylsalicylzuur in een analgetische dosering zijn gecontraïndiceerd. Maagprotectie moet worden overwogen (zie de rubriek Bijwerkingen).

NSAID's versterken ook het effect van DOAC's (direct werkende orale anticoagulantia), hierdoor neemt het bloedingsrisico toe. Maagprotectie moet worden overwogen (zie de rubriek Bijwerkingen).

De bloedingsneiging neemt toe bij combinatie met ibrutinib.

Door toevoeging aan methotrexaat kan de methotrexaatconcentratie stijgen. Hierdoor kunnen ernstige bijwerkingen ontstaan, zeker bij hogere doseringen. Bij combinatie moeten de (neven)effecten van methotrexaat (bloedbeeld, ASAT, ALAT), alsmede de nierfunctie worden gemonitord. Bij 'high dose' methotrexaat moet tevens de methotrexaatconcentratie worden gevolgd.

De nefrotoxiciteit van ciclosporine kan worden versterkt. De nierfunctie moet worden gecontroleerd.

Door toevoeging aan lithium kan de concentratie van lithium stijgen.

NSAID's verminderen het effect van: diuretica, RAAS-remmers, β-blokkers; NSAID's veroorzaken water- en zoutretentie. Door de verminderde werking kan hartfalen kan manifest worden of verergeren. Dit effect kan al optreden binnen enkele dagen na start van het NSAID en is vooral van belang bij ernstig hartfalen. De combinatie wordt bij voorkeur vermeden; als dit niet mogelijk is, moet de nierfunctie worden gecontroleerd en te sterke ontwatering worden vermeden.

Bij hypertensie kunnen NSAID's de antihypertensieve werking van de RAAS-remmer, het diureticum of de β-blokker verminderen, vooral bij nierfunctiestoornis. Bij NSAID-gebruik tot 2 weken is dit weinig relevant.

Overig effect: bij gebruik van een SSRI, duloxetine, trazodon, venlafaxine of een salicylaat in antitrombotische dosering (preparaten tot en met 100 mg acetylsalicylzuur of carbasalaatcalcium per doseereenheid) neemt het risico op een maagbloeding toe als tevens een NSAID wordt gebruikt.

Glucocorticoïden kunnen de ulcerogene werking van de NSAID's versterken. Het risico op een peptisch ulcus neemt toe bij hogere leeftijd, hogere doses en chronisch gebruik. Maagprotectie moet worden overwogen (zie de rubriek Bijwerkingen) in de hierboven genoemde gevallen.

Combinatie met desmopressine kan leiden tot waterintoxicatie en hyponatriëmie. Deze interactie geldt niet voor de coxibs.

Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met heparines.

Niet beoordeeld:
De digoxineconcentratie kan stijgen door indometacine en mogelijk ook door andere NSAID's.

Alcohol of combinatie van verschillende NSAID's kan het risico op een maagbloeding verhogen.

Gelijktijdig oculair gebruik van een corticosteroïd en oculair gebruik van een NSAID bij reeds bestaande hoornvliesontsteking verhoogt het risico op hoornvliescomplicaties.

OVERIGE CARDIACA

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

PROSTAGLANDINES

Alprostadil

Prostin VR
C01EA01
OVERIGE CARDIACA

Adenosine

Adenocor
C01EB10
C01EB06

Referenties

  1. Orphan Europe SARL, SPC Pedea (EU/1/04/284/001) Rev 14;18-06-2019, www.ema.europa.eu
  2. Werkgroep Neonatale Farmacologie NVK sectie Neonatologie,, Expert opinie , 13 nov 2018
  3. Aranda, J. V. et al, Pharmacokinetics and protein binding of intravenous ibuprofen in the premature newborn infant., Acta Paediatr, 1997, 86 (3), 289-93
  4. Barzilay, B. et al, Pharmacokinetics of oral ibuprofen for patent ductus arteriosus closure in preterm infants, Arch Dis Child Fetal Neonatal Ed, 2012, 97 (2), F116-9
  5. Hirt, D. et al , An optimized ibuprofen dosing scheme for preterm neonates with patent ductus arteriosus, based on a population pharmacokinetic and pharmacodynamic study, Br J Clin Pharmacol, 2008, 65 (5), 629-36
  6. Ohlsson, A. et al, Ibuprofen for the treatment of patent ductus arteriosus in preterm or low birth weight (or both) infants., Cochrane Database Syst Rev, 2018, Sep 28;9(9), Cd003481
  7. Sangtawesin, V. et al, Oral ibuprofen prophylaxis for symptomatic patent ductus arteriosus of prematurity, J Med Assoc Thai, 2006, 89(3), 314-21
  8. Sharma, P.K. et al, Pharmacokinetics of oral ibuprofen in premature infants, J Clin Pharmacol, 2003, 43(9), 968-73
  9. Van Overmeire, B. et al, Ibuprofen pharmacokinetics in preterm infants with patent ductus arteriosus, Clin Pharmacol Ther, 2001, 70(4), 336-43

Wijzigingen

  • 01 augustus 2022 15:26: NIeuwe (aparte) monografie voor neonataal gebruik van ibuprofen bij open ductus

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering