Synthetisch decapeptide (identiek aan het hypothalamushormoon gonadoreline (LH-RH)), dat de afgifte van luteïniserend hormoon (LH) en follikelstimulerend hormoon (FSH) uit de hypofyse stimuleert. Pulsgewijze toediening (met behulp van een draagbaar infuuspompje) induceert bij de vrouw ovulatie en bij de man maturatie van de testes en de spermatogenese.
Geen informatie
Gonadoreline wordt toegepast bij diagnostiek van adenohypofysestoornissen, in het bijzonder ter differentiering pubertas praecox (versus pseudo pubertas praecox).
Inj.vlst. (diacetaat-0-water) 0.1 mg/ml
Poeder voor inj.vlst. (diacetaat-0-water) 0.8 mg + 10 ml oplosm; 3.2 mg + 10 ml oplosm.
Diagnosticum: adenohypofysefunctiestoornissen |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Vaak (1–10%): reacties op de injectieplaats (zoals jeuk, urticaria, ontsteking of hematoom). Soms (0,1–1%): ovarieel hyperstimulatie syndroom (OHSS). Zelden (0,01–0,1%): allergische reacties (zoals cardiovasculaire collaps, hypotensie, tachycardie, bewustzijnsverlies, angio–oedeem, anafylactische reactie, bronchospasme, dyspneu, urticaria, blozen). Verder zijn gemeld: hoofdpijn, misselijkheid, buikpijn. Menorragie, priapisme, meerlingenzwangerschap, gevoelige borsten, gynaecomastie. Vorming van neutraliserende antistoffen (bij langdurig gebruik).
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Hormoonafhankelijke tumoren, ovariumcysten en anovulatie die niet wordt veroorzaakt door een hypothalame-hypofysaire stoornis, omdat deze aandoeningen kunnen verergeren.
Vooraf hypothyroïdie, bijnierschorsinsufficiëntie, hyperprolactinemie en hypofyse– of hypothalamustumoren uitsluiten en deze indien nodig behandelen. Bij stimulering van follikelgroei is er kans op ontstaan van het ovarieel hyperstimulatie syndroom (OHSS) door mogelijke excessieve oestrogeenrespons en meervoudige follikelontwikkeling. Symptomen van lichte OHSS zijn: buikpijn, misselijkheid, diarree, licht tot matig vergrote ovaria en ovariumcysten. Zelden kan ernstig en mogelijk levensbedreigend OHSS optreden met als symptomen: grote ovariumcysten die kunnen openbarsten, ascites, hydrothorax en gewichtstoename. Zeer zelden treedt een complicatie van ernstig OHSS op, met gedraaide eileiders en trombo-embolische aandoeningen (longembolie, ischemisch CVA, myocardinfarct). Ter beperking van het risico op multipele follikelrijping (vnl. bij een te hoge begindosis) en spontane beëindiging van een zwangerschap het doseerschema nauwkeurig volgen.. Bij eerste tekenen van irritatie of infectie in het infusiegebied of bij het optreden van priapisme is direct contact met de behandelend arts nodig.
Niet beoordeeld: levodopa en spironolacton kunnen de secretie van gonadotrofines stimuleren, waardoor de respons op gonadoreline verandert.
Fenothiazines (flufenazine, perfenazine en periciazine), dopamine-antagonisten, digoxine en geslachtshormonen kunnen de secretie van gonadotrofines remmen, waardoor de respons op gonadoreline verandert.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
SOMATOSTATINE EN ANALOGEN | ||
---|---|---|
Sandostatine
|
H01CB02 |