Dolutegravir is een anti-HIV-middel. Het remt het enzym integrase in de humane gastheer-T-cel, waardoor het virale DNA niet kan integreren in het DNA van de gastheercel. Dit verhindert de vermenigvuldiging van het virus.
Geen informatie over farmacokinetische parameters bij kinderen
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Tablet (als Na-zout) 50 mg
Tablet dispergeerbaar (als Na-zout) 5 mg
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Behandeling HIV infectie |
---|
|
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Volgens de fabrikant is dosisaanpassing niet noodzakelijk bij ernstig verminderde nierfunctie.
Er zijn geen gegevens over gebruik bij patiënten die dialyse ondergaan.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Het bijwerkingen profiel bij kinderen komt overeen met het profiel bij volwassenen.
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Misselijkheid, diarree.
Vaak (1-10%): duizeligheid, slapeloosheid, abnormale dromen, vermoeidheid, depressie, angst. Braken, flatulentie, (boven)buikpijn. Jeuk, huiduitslag. Stijging waarden van ALAT, ASAT en creatinekinase (CK).
Soms (0,1-1%): overgevoeligheid zoals huiduitslag. Hepatitis. Immuunreconstitutie-inflammatoir-syndroom (IRIS). Spierpijn, gewrichtspijn. Suïcidale gedachten of suïcidepoging, in het bijzonder bij een voorgeschiedenis van depressie of psychiatrische ziekte.
Zelden (0,01-0,1%): acuut leverfalen.
Verder zijn gemeld: overgevoeligheidsreacties met orgaandisfunctie, waaronder ernstige leverreacties. Psychose.
Gewicht, serumlipiden en bloedglucosespiegels kunnen toenemen tijdens de behandeling met cART.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
De werkzaamheid van dolutegravir is aanzienlijk minder bij virale strengen met Q148 én > 2 secundaire mutaties van G140A/C/S, E138A/K/T of L74I; hiermee rekening houden bij bekende resistentie voor integraseremmers. Een behandelschema bestaande uit de twee middelen dolutegravir (50 mg 1×/dag) en lamivudine (300 mg 1×/dag) is alléén geschikt voor de behandeling van een HIV-1-infectie bij volwassenen als er geen bekende of vermoede resistentie is tegen de klasse van integraseremmers of lamivudine. Er zijn geen gegevens beschikbaar over het gebruik van de combinatie dolutegravir en lamivudine als behandelschema van twee middelen bij kinderen.
Bij optreden van eerste symptomen van ernstige huidreacties of overgevoeligheidsreacties (zoals ernstige huiduitslag, huiduitslag met gestegen leverenzymconcentraties, koorts, algehele malaise, vermoeidheid, pijn in spieren en gewrichten, blaren, laesies in de mond, conjunctivitis, faciaal oedeem, angio-oedeem, eosinofilie) de behandeling direct staken en de klinische status inclusief transaminasewaarden en bilirubine controleren; te laat staken van de behandeling kan tot een levensbedreigende reactie leiden.
Immuunreconstitutie-inflammatoir-syndroom (IRIS) is gemeld, vooral bij ernstige immuundeficiëntie bij aanvang van de behandeling. Wees hierbij voorzichtig, in verband met meer kans op ontstekingsreacties op latent aanwezige opportunistische infecties, met ernstige klinische ziektebeelden tot gevolg (zoals CMV-retinitis, focale en/of gegeneraliseerde mycobacteriële infecties of een Pneumocystis jiroveci-pneumonie). In dit kader kunnen ook auto-immuunziekten (zoals de ziekte van Graves, auto-immuunhepatitis, polymyositis en het Guillain-Barré-syndroom) optreden door immuunreactivering. De tijd tot optreden van deze ziekten is variabel, echter vaak pas vele maanden na aanvang van de behandeling.
Co-infecties met hepatitis B of C: Toepassing van antiretrovirale therapie bij chronische hepatitis B of C geeft meer kans op (mogelijk fatale) leverafwijkingen, controle van leverfunctiewaarden wordt aanbevolen. Dit geldt vooral bij patiënten bij wie de anti-hepatitis B-behandeling wordt gestaakt.
Gewicht, serumlipiden en bloedglucosespiegels kunnen toenemen tijdens de behandeling met cART. Voor lipiden is er enig bewijs dat het aan een specifieke behandeling gerelateerd is. Voor de controle van serumlipiden en bloedglucose, zie de vastgestelde HIV-behandelrichtlijn (zie link in rubriek Advies). Behandel lipidenstoornissen waar dat klinisch aangewezen is.
Osteonecrose: Hoewel de oorzaak multifactorieel wordt geacht, zijn er gevallen van osteonecrose gemeld bij gevorderde HIV-ziekte en/of langdurig gebruik van antiretrovirale combinatietherapie; bij optreden van pijn en stijfheid in de gewrichten of van moeilijker bewegen, de patiënt hierop controleren.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Dolutegravir is substraat voor UGT1A1 (hoofdroute) en voor een klein deel voor CYP3A. Het is in vitro ook substraat voor P-gp. Het remt OCT2.
Relevant:
Absorptie: de absorptie wordt verminderd door gelijktijdige inname met antacida, calciumzouten, magnesiumzouten, sucralfaat en ijzerzouten. Dolutegravir moet ten minste 2 uur vóór of na het andere middel worden ingenomen.
Afname dolutegravir: de concentratie daalt door bepaalde inductoren (etravirine, krachtige CYP3A4-inductoren (behalve rifabutine), oxcarbazepine); bij combinatie met inductoren moet de dosering worden aangepast. Combinatie met etravirine of hypericum wordt ontraden.
De concentratie daalt door valproïnezuur, bij combinatie moet de effectiviteit van dolutegravir worden gemonitord.
Dolutegravir verhoogt de concentratie van: metformine.
Niet beoordeeld:
Bij combinatie met fosamprenavir geboost met ritonavir bij geen resistentie is dosisaanpassing van dolutegravir niet nodig; bij (vermoede) resistentie wordt combinatie met geboost fosamprenavir ontraden.
De fabrikant ontraadt combinatie met substraten van OCT2 zoals fampridine.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.