Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties

Voor ouders op Apotheek.nl
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Calciumcarbonaat

Stofnaam
Calciumcarbonaat
Merknaam
Calci-chew, Cacit
ATC code
A12AA04

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Calcium is van belang voor: de vorming en instandhouding van het skelet, enzymatische reacties, het evenwicht van de elektrolytenbalans, de overdracht van zenuwimpulsen, spiercontracties, de hartfunctie, de permeabiliteit en potentialen van celmembranen en voor de bloedstolling.

Farmacokinetiek bij kinderen

Geen informatie

Algemene opmerkingen

Eerste keus bij calciumdeficientie en als fosfaatbinder bij hyperfosfatemie.

1,25 g Calci-chew bevat 500 mg calcium.
Een tablet calciumcarbonaat 500 mg = 200 mg calcium = 5 mmol calcium.

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Label dosisadvies Kinderformularium

Hyperfosfatemie: Off-label
Calciumdeficientie: Off-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Preventie calciumtekort:
Kinderen:
500-1000 mg/dag. (In ernstige gevallen 1,5-2 gram) verdeeld over meerdere giften per dag.
 

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Bruistablet "500 mg Ca" 1.25 g; "500 mg Ca" 1250 mg
Kauwtablet "500 mg Ca" 1.25 g, "1000 mg Ca" 2.5 g

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Doseringen

Hyperfosfatemie
  • Oraal
    • 1 maand tot 18 jaar
      [2]
      • 50 - 100 mg/kg/dag in 3 doses. Max: 12 g/dag.
        • Afhankelijk van dieet (calcium/fosfaat intake).
        • Op geleide serumconcentratie calcium en fosfaat
Calciumdeficientie
  • Oraal
    • 1 maand tot 18 jaar
      [2]
      • Op geleide plasmaconcentraties: 50 - 100 mg/kg/dag in 3 doses. Max: 12 g/dag.
        • Afhankelijk van dieet (calcium/fosfaat intake).
        • Op geleide serumconcentratie calcium en fosfaat

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.

GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Soms (0,1-1%): hypercalciëmie en hypercalciurie.

Zelden (0,01-0,1%): oprisping, misselijkheid, buikpijn, diarree, obstipatie, flatulentie.

Zeer zelden (< 0,01%): huiduitslag, urticaria, jeuk. Melk-alkali syndroom.

Verder zijn gemeld: dyspepsie, maag-darmirritatie. Verlaagde absorptie van fosfaat door vorming slecht oplosbaar calciumfosfaat. Nierstenen.

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

  • ernstige nierinsufficiëntie tenzij voor de indicatie hyperfosfatemie;
  • ernstige hypercalciurie, nefrolithiase;
  • langdurige immobilisatie;
  • hypercalciëmie

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Bij lichte hypercalciurie (> 0.12 - 0.015 mmol of 4.8-0.6 mg / kg / 24 uur), licht tot matig gestoorde nierfunctie of nefrolithiase in de voorgeschiedenis, de calciumuitscheiding in de urine zorgvuldig controleren; zo nodig de dosering verlagen of de calciumtherapie onderbreken.

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Bij lichte hypercalciurie (> 300 mg/etmaal), licht tot matig gestoorde nierfunctie of nefrolithiase in de voorgeschiedenis, de calciumuitscheiding in de urine zorgvuldig controleren; zo nodig de dosering verlagen of de calciumtherapie onderbreken.

Bij hypoparathyreoïdie calcium toedienen op geleide van calciumserumconcentratie en creatininespiegel.

Bij recidiverende nefrolithiase het vloeistofgebruik verhogen, m.n. bij opstaan en slapen gaan en bij de hoofdmaaltijden.

Tijdens calciumtherapie geen grote hoeveelheden vitamine D toedienen, tenzij hiervoor een speciale indicatie bestaat. In dat geval regelmatig de nierfunctie en de calciumconcentratie in serum en urine controleren (cave het melk-alkali syndroom).

Bij hyperfosfatemie alleen de kauwtabletten gebruiken.

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Relevant:
Bij gelijktijdige inname kan de absorptie van ijzerzouten afnemen. Aanbevolen wordt ijzer (gewoon preparaat) 2 uur vóór of 4 uur na calciumcarbonaat in te nemen. Een ijzerpreparaat met gereguleerde afgifte moet worden vervangen door een gewoon preparaat.

Calciumcarbonaat en orale fosfaten gaan elkaars werking tegen. Bij gebruik van calciumcarbonaat als fosfaatbinder is de combinatie met een fosfaat niet rationeel. Bij gebruik van calciumcarbonaat als antacidum of calciumsuppletie moet het fosfaat ruim VOOR calciumcarbonaat worden ingenomen.

Niet relevant:
De binding van fosfaat aan calciumcarbonaat kan worden geremd door H2-antagonisten en protonpompremmers.

Interacties calciumzouten algemeen
Relevant: oraal toegediende calciumzouten verminderen de absorptie van de volgende middelen (met aanbevolen gebruiksadvies):

  • bisfosfonaten: ten minste 2 uur vóór het calciumzout;
  • ciprofloxacine, norfloxacine: ten minste 2 uur vóór of 4 uur na het calciumzout, of de therapie moet worden aangepast;
  • eltrombopag: ten minste 2 uur vóór of 4 uur na het calciumzout;
  • integraseremmers (uitgezonderd raltegravir tablet 600 mg, zie aldaar): ten minste 2 uur vóór of 2 uur na het calciumzout;
  • ijzerzouten (gewoon preparaat): ten minste 2 uur vóór of 4 uur na het calciumzout;
  • penicillamine, triëntine: ten minste 2 uur vóór of 4 uur na het calciumzout;
  • roxadustat: ten minste 3 uur vóór of 1 uur na het calciumzout;
  • tetracyclines: ten minste 2 uur vóór of 4 uur na het calciumzout;
  • thyreomimetica: ten minste 2 uur vóór of 4 uur na het calciumzout.

Er zijn incidentele meldingen van calcium-ceftriaxon-neerslagen in de longen en nieren van neonaten, soms met fatale afloop. Ceftriaxon dient niet te worden gemengd of gelijktijdig te worden toegediend met intraveneuze calciumbevattende oplossingen. De oplossingen mogen wel na elkaar worden toegediend als de infusielijn grondig wordt gespoeld. Bij neonaten jonger dan 28 dagen is de combinatie gecontraïndiceerd, ceftriaxon mag niet worden toegediend bij intraveneuze toediening van calciumbevattende oplossingen.

Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met moxifloxacine, (lev)ofloxacine of van hoge intraveneuze doses calcium met digoxine of adrenaline.

Niet beoordeeld:
De absorptie van zink, ketoconazol, estramustine en natriumfluoride kan afnemen.

Bij intraveneuze toediening van calciumzouten kan door antagonisme voor de calciumkanalen de effectiviteit van verapamil en mogelijk ook van andere calciumantagonisten worden verminderd.

Bij gebruik van hoge doses calciumzouten en thiazidediuretica (verminderen calciumuitscheiding) neemt het risico op hypercalciëmie toe.

Citraat verhoogt de absorptie van aluminiumionen, waardoor bij combinatie van calciumcitraat en algeldraat (bij hyperfosfatemie) een risico op aluminiumintoxicatie bestaat. Bij het oplossen van calcium in bruistabletten en bruisgranulaat ontstaat calciumcitraat.

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

CALCIUM
A12AA06
CALCIUM MET VITAMINE D EN/OF ANDERE MIDDELEN
A12AX

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Referenties

  1. Rademaker C.M.A. et al, Geneesmiddelen-Formularium voor Kinderen, 2007
  2. ZorgInstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 2-9-2021
  3. Informatorium Medicamentorum, Interacties, Geraadpleegd 3-12-2023
  4. Heijden, van der AJ et al, Werkboek Kindernefrologie, VU Uitgeverij, 2002, 1e druk

Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.

Wijzigingen

  • 28 juli 2020 09:10: Waarschuwing toegevoegd

Wijzigingen