Xanthinederivaat. A1 en A2-adenosinereceptorantagonist. Coffeïne heeft centraal stimulerende effecten, waaronder prikkeling van het ademhalingscentrum, een verhoogde minuutventilatie, een verlaagde drempel voor hypercapnie, een verhoogde respons op hypercapnie, een verhoogde skeletspiertonus, verminderde vermoeidheid van het middenrif, een snellere stofwisseling en een verhoogd zuurstofgebruik.
Bij neonaten tot 3 maanden wordt het nauwelijks gemetaboliseerd maar voornamelijk in onveranderde vorm uitgescheiden met de urine (ong. 85%). De eliminatiehalfwaardetijd bij neonaten bedraagt 3 – 4 dagen. De klaring bij neonaten (8,9 ml/kg/uur, range 2,5 – 17) is direct gecorreleerd met het lichaamsgewicht en de postnatale leeftijd. Het verdelingsvolume bij neonaten bedraagt 0,8 – 0,9 l/kg.
Na orale toediening van 10 mg cafeïnebasis/kg lichaamsgewicht aan premature pasgeborenen varieerde de piekplasmaconcentratie (Cmax) van 6 tot 10 mg/L en de gemiddelde tijd om de piekconcentratie te bereiken (tmax) van 30 min tot 2 uur [SmPC Peyona].
Om reden van een grotere therapeutische breedte wordt bij apnoe bij neonaten de voorkeur gegeven aan coffeine boven theofylline.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Oraal: On-label
Intraveneus: On-label
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Inj.vlst. (0-water) 10 mg/ml FNA
Inj.vlst (citraat) 20 mg/ml
Drank (0-water) 10 mg/ml
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Neonatale apneu |
---|
|
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
De bijwerkingen op het centraal zenuwstelsel zijn gewoonlijk bij kinderen ernstiger dan bij volwassenen.
Bij toepassing bij prematuren zijn gemeld sepsis, hypo- of hyperglykemie, groeiachterstand, voedingsintolerantie, prikkelbaarheid, nervositeit, rusteloosheid, tachycardie, verhoging van de uitstroom van het linkerventrikel, toegenomen slagvolume, regurgitatie, toegenomen diurese, toegenomen natrium- en calciumconcentratie in de urine, verlaagd Hb-gehalte, verlaagde thyroxineconcentratie, flebitis of ontsteking op de infusieplaats en overgevoeligheidsreacties. Bij overdosering bij prematuren kunnen convulsies optreden.
Tijdens de eerste drie weken is een verminderde gewichtstoename gevonden.
Voorbijgaande dalingen in thyroxine (T4) zijn vastgesteld bij zuigelingen aan het begin van de therapie, maar deze zijn niet blijvend bij volgehouden therapie. [SmPC Peyona]
Vaak (1-10%): tachycardie. Flebitis en ontsteking op infusieplaats. Hyperglykemie.
Soms (0,1-1%): aritmie. Convulsie.
Zelden (0,01–0,1%): overgevoeligheidsreactie.
Verder zijn gemeld: sepsis. Vergrote uitstroom linkerventrikel, vergroot slagvolume. Regurgitatie, vergroot maagaspiraat, necrotiserende enterocolitis. Groeiachterstand, voedingsintolerantie. Prikkelbaarheid, nervositeit, rusteloosheid, hersenletsel. Doofheid. Hypoglykemie, verhoogd urinenatrium en -calcium, verlaagde hemoglobine, verlaagde thyroxine, verhoogde urineafdrijving.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Symptomen intoxicatie: Symptomen van intoxicatie bij prematuren: hyperglykemie, hypokaliëmie, fijne tremor van de ledematen, rusteloosheid, hypertonie, opisthotonus, tonische klonische bewegingen, toevallen, tachypneu, tachycardie, braken, maagirritatie, gastro-intestinale bloedingen, pyrexie, schrikachtigheid, verhoogd ureumgehalte in het bloed en verhoogd aantal witte bloedcellen, niet-doelgerichte kaak- en lipbewegingen. Er zijn geen sterfgevallen gemeld in verband met een overdosis cafeïne bij prematuren.
Als vlak voor de bevalling grote hoeveelheden cafeïne zijn geconsumeerd door de moeder óf als de neonaat vooraf is behandeld met theofylline moet vooraf aan de behandeling de plasmacoffeïnespiegel worden bepaald.
Wees voorzichtig bij zeer premature neonaten (< 28 weken) en neonaten met gestoorde nierfunctie, gestoorde leverfunctie, gastro-oesofageale reflux, epileptische aandoeningen en cardiovasculaire aandoeningen. Wees voorzichtig indien eerder ongewone hartritmestoornissen zijn voorgekomen op een cardiotocogram (CTG). Coffeïne kan bij premature neonaten accumuleren, waardoor bewaking bij langdurig gebruik nodig kan zijn. Het uitblijven van respons op de behandeling kan wijzen op een andere oorzaak van apneu.
Er zijn meldingen van een mogelijk verband tussen het gebruik van methylxanthines en de ontwikkeling van necrotiserende enterocolitis. Een grote multicentrische studie (n=2006) waarin het resultaat op lange termijn van met cafeïnecitraat behandelde premature kinderen werd onderzocht, toonde echter geen verhoogde frequentie van necrotiserende enterocolitis in de cafeïnegroep in vergelijking met placebo. [SmPC Peyona]
Behandeling met coffeïne kan leiden tot een verhoogde behoefte aan energie en voedingsstoffen en verstoring van de vocht- en elektrolytenbalans.
Controle plasmacoffeïnespiegel: Als vlak voor de bevalling grote hoeveelheden coffeïne zijn geconsumeerd door de moeder óf als de neonaat vooraf is behandeld met theofylline moet vooraf aan de behandeling de plasmacoffeïnespiegel worden bepaald. Als er twijfel bestaat over mogelijke interacties of bij vermoeden van toxiciteit, moet de plasmacoffeïnespiegel worden bepaald.
Risicofactoren: Vanwege kans op onvolledig respons of toxiciteit, zorgvuldig toepassen bij: zeer premature neonaten (< 28 weken en/of geboortegewicht < 1 kg) vooral bij parenterale voeding, neonaten met een verminderde nier- of leverfunctie, epileptische aandoening, significante cardiovasculaire aandoening, eerder aangetoonde foetale hartritmestoornis, cafeïnegebruik tijdens lactatie, eerder gebruik van theofylline (wordt omgezet in cafeïne). Coffeïne kan bij premature neonaten accumuleren, waardoor bewaking bij langdurig gebruik nodig kan zijn. Het uitblijven van respons op de behandeling kan wijzen op een andere oorzaak van apneu.
Gastro-oesofageale reflux: Coffeïne kan refluxklachten verergeren.
Necrotiserende enterocolitis: Tijdens de behandeling moeten neonaten zorgvuldig gecontroleerd worden op necrotiserende enterocolitis; er is mogelijk een verband tussen gebruik van methylxanthinen en het ontstaan van necrotiserende enterocolitis, maar dit is niet vastgesteld.
Verhoogd metabolisme: Behandeling met coffeïne kan leiden tot een verhoogde behoefte aan energie en voedingsstoffen.
Diurese: Behandeling met coffeïne kan leiden tot een verstoring van de vocht- en elektrolytenbalans.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Coffeïne is substraat voor CYP1A2.
Niet relevant:
De concentratie stijgt door capmatinib, ribociclib, rucaparib of vemurafenib.
Niet beoordeeld:
Ciprofloxacine, fluconazol (in een dosering hoger dan 200 mg per dag), norfloxacine kunnen het metabolisme van coffeïne remmen.
Fenobarbital en fenytoïne kunnen het metabolisme versnellen.
Doxapram kan de stimulerende effecten op het hart, het ademhalingsstelsel en het centrale zenuwstelsel versterken.
Coffeïne kan het therapeutische effect van methotrexaat bij reumatoïde artritis verminderen.
Het kan de eliminatie van lithium verhogen.
Het verhoogt de absorptie van ergotamine.
Het is niet aangetoond dat coffeïne de analgetische werking van paracetamol kan versterken.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
CENTRAALWERKENDE SYMPATHICOMIMETICA | ||
---|---|---|
N06BA09 | ||
Tentin
|
N06BA02 | |
Elvanse®
|
N06BA12 | |
Concerta®, Equasym XL®, Medikinet CR®, Ritalin®
|
N06BA04 |
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.