Een met behulp van recombinant-DNA-technologie vervaardigd gehumaniseerd monoklonaal antilichaam, dat zich selectief bindt aan humaan immunoglobuline E (IgE). Het voorkomt binding van IgE aan de hoog-affiene FCεRI-receptor, waardoor de hoeveelheid vrij IgE die beschikbaar is om een allergische cascade teweeg te brengen, afneemt. Binnen 1 uur na injectie wordt de serumconcentratie vrij IgE verlaagd. De gemiddelde vermindering is 84–99% van de beginwaarde.
Geen informatie
Astma: On-label
Chronische urticaria:
< 12 jaar: off-label
> 12 jaar: on-label
Poeder voor inj.vlst. 75 mg, 150 mg
Verbeteren astma controle bij ernstig persistent astma | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
Chronische urticaria |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
< 12 jaar:
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn, koorts.
Vaak (1-10%): pijn in de bovenbuik.
Vaak (1-10%): hoofdpijn, reacties op de injectieplaats zoals pijn, jeuk, erytheem, zwelling.
Soms (0,1-1%): misselijkheid, diarree, dyspepsie, gewichtstoename, moeheid, slaperigheid, duizeligheid, paresthesie, syncope, orthostatische hypotensie, blozen, hoesten, faryngitis, allergische bronchospasmen, urticaria, jeuk, fotosensibilisatie, opgezwollen armen, influenza-achtig beeld.
Zelden (0,01-0,1%): parasitaire infecties, lokale of systemische allergische reacties zoals laryngo-oedeem, angio-oedeem, anafylactische reacties, vorming van antilichamen.
Verder zijn gemeld: (ernstige) immuungemedieerde trombocytopenie, allergische granulomateuze vasculitis (met name churg-strausssyndroom), serumziekte waaronder koorts, lymfadenopathie, artralgie, gewrichtszwelling, huiduitslag. Myalgie, alopecia.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Behandeling met omalizumab alleen overwegen bij patiënten met overtuigend IgE-gemedieerd astma. Niet toepassen bij de behandeling van acute verergering van astma, acute bronchospasmen of status asthmaticus. Effect is pas aangetoond na ten minste 12–16 weken behandeling. Na 16 weken dient het effect van de behandeling beoordeeld te worden alvorens die te vervolgen met de injectie. Voorzichtigheid is geboden bij auto-immuunziekten, immuuncomplexgemedieerde aandoeningen of reeds bestaande nier- of leverinsufficiëntie. Tevens bij patiënten die veel kans lopen op worminfecties, vooral wanneer zij naar gebieden reizen waar deze infecties endemisch zijn. Als patiënten niet reageren op de aanbevolen behandeling met anthelminthica, overweeg dan de behandeling met omalizumab te staken. Lokale of systemische allergische reacties (waaronder anafylaxie/anafylactische shock) kunnen optreden, ook met aanvang na langdurige behandeling; gewoonlijk binnen 2 uur, maar ook 2–24 uur na injectie. De behandeling staken bij ernstige overgevoeligheidsreacties. Bij hyperimmunoglobuline E-syndroom of allergische bronchopulmonaire aspergillose of voor de preventie van anafylactische reacties waaronder die reacties die worden veroorzaakt door voedselallergie, atopische dermatitis of allergische rinitis is omalizumab niet onderzocht. Behandeling met systemische of inhalatiecorticosteroïden niet abrupt staken. Bij vermindering van systemische corticosteroïdbehandeling alert zijn op symptomen van eosinofilie, zoals vasculitische huiduitslag, achteruitgang van pulmonale symptomen, paranasale sinusafwijkingen, cardiale complicaties en/of neuropathie.
Geen
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
XANTHINEDERIVATEN | ||
---|---|---|
R03DA04 |
LEUKOTRIEENANTAGONISTEN | ||
---|---|---|
Singulair
|
R03DC03 |
OVERIGE MIDDELEN BIJ ASTMA/COPD VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK | ||
---|---|---|
Nucala
|
R03DX09 | |
Tezspire
|
R03DX11 |