Calcimimeticum. Verlaagt de spiegels van parathyroïdhormoon (PTH), calcium en fosfaat door de gevoeligheid van calciumreceptoren op de bijschildklier voor activering door extracellulair calcium te vergroten.
Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.
Tablet (als hydrochloride) 30 mg, 60 mg, 90 mg
Granulaat in capsules om te openen 1 mg, 2,5 mg en 5 mg (niet in handel in Nederland, via internationale apotheek)
Secundaire hyperparathyreoïdie bij ernstige nierfalen |
---|
|
Toepassing wordt ontraden bij patiënten met chronische nierziekte die geen dialyse ondergaan vanwege een verhoogd risico op hypocalciëmie.
Een geval van ernstige hypocalciëmie met fatale afloop is gemeld.
Zeer vaak (> 10%): misselijkheid, braken.
Vaak (1-10%): overgevoeligheidsreacties (incl. angio-oedeem en urticaria). Anorexie, verminderde eetlust. Convulsies, duizeligheid, paresthesie, hoofdpijn. Hypotensie. Infectie van de bovenste luchtwegen, dyspneu, hoest. Dyspepsie, buikpijn, diarree, obstipatie. Huiduitslag. Spierpijn, spierspasmen, rugpijn. Asthenie. Hypocalciëmie (waaronder levensbedreigende voorvallen), hyperkaliëmie.
Verder zijn gemeld: hypotensie en/of verergering van hartfalen bij patiënten met hartfunctiestoornissen. QT-verlenging en ventriculaire aritmie volgend op hypocalciëmie.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Hypocalciemie.
Hypocalciëmie (voor albumine gecorrigeerde calciumconcentratie beneden de ondergrens van het normale bereik).
Controleer tijdens de behandeling met cinacalcet nauwkeurig de serumcalciumconcentraties en de therapietrouw.
Controleer de serumcalciumconcentratie binnen een week na start van de behandeling, na een dosisaanpassing en nadat de onderhoudsdosering is vastgesteld wekelijks. Als de behandeling is gestaakt dient de serumcalciumconcentratie te worden bepaald binnen 5 tot 7 dagen. Controleer de PTH-concentratie één tot vier weken na start van behandeling of na een dosisaanpassing, niet eerder dan twaalf uur na een dosisinname.
Tijdens behandeling controleren op optreden van hypocalciëmie, met potentiële symptomen zoals paresthesieën, myalgie, kramp, tetanie en convulsies. Bij het optreden van hypocalciëmie dient de dosis te worden verlaagd of zijn andere maatregelen aangewezen, zie rubriek Doseringen.
Controles bij volwassenen: Controleer de calciumconcentratie binnen een week na start van de behandeling, na een dosisaanpassing en tijdens de onderhoudsbehandeling maandelijks bij secundaire hyperparathyreoïdie en elke twee tot drie maanden bij parathyroïdcarcinoom. Bij secundaire hyperparathyreoïdie de PTH-concentratie één tot vier weken na start van behandeling of na een dosisaanpassing bepalen, niet eerder dan twaalf uur na een dosisinname; tijdens onderhoudsbehandeling elke één tot drie maanden.
Bij chronische onderdrukking van de PTH-waarde (tot onder ca. 1½× ULN volgens de iPTH-bepaling) kan zich adynamische botziekte ontwikkelen; bij dalen van de PTH-concentratie onder het aanbevolen streefbereik, de dosering cinacalcet en/of vitamine D-sterolen verlagen of de therapie staken.
Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van convulsies, omdat de convulsiedrempel wordt verlaagd door significante daling van de serumcalciumconcentratie.
Wees voorzichtig bij risicofactoren voor QT-verlenging zoals hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, relevante hartziekte, bradycardie, comedicatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (zie rubriek Interacties) en congenitale of verworven QT-verlenging.
Bij matige tot ernstige leverfunctiestoornis is zorgvuldige controle op basis van veiligheids- en effectiviteitsparameters nodig.
Cinacalcet is substraat voor CYP3A4 en CYP1A2. Het remt CYP2D6.
Relevant:
Toename cinacalcet: de concentratie stijgt door krachtige CYP3A4-remmers.
Cinacalcet verhoogt de concentratie van CYP2D6-remmers.
Overig effect: het risico op hypocalciëmie neemt toe bij combinatie met burosumab.
Niet relevant:
Cinacalcet verhoogt de concentratie van CYP2D6-remmers.
Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met CYP1A2-remmers.
Niet beoordeeld:
Bij combinatie met een krachtige inductor, zoals rifampicine, kan dosisaanpassing nodig zijn.
Cinacalcet remt het metabolisme van middelen die door CYP2D6 worden gemetaboliseerd, zoals propafenon. De AUC van dextromethorfan kan bij snelle CYP2D6 metaboliseerders worden verhoogd met een factor 11.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
OVERIGE ANTIPARATHYREOIDE MIDDELEN | ||
---|---|---|
Zemplar
|
H05BX02 |