Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.
Geen informatie
Infusievlst. 14 mg/ml (bevat 0,17 mmol/ml Na en bicarbonaat); 42 mg/ml (bevat 0,5 mmol/ml Na en bicarbonaat); 84 mg/ml (bevat 1 mmol/ml Na en bicarbonaat)
Tablet 500 mg, 1000 mg
Capsule 500 mg
Acute metabole acidose |
---|
|
Metabole acidose tgv chronische nierinsufficientie; alkaliseren van urine |
---|
|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Bij orale toediening kunnen een opgeblazen gevoel en flatulentie optreden door CO2-ontwikkeling in de maag.
Metabole alkalose kan optreden bij gebruik van hoge doses of bij patiënten met verminderde nierfunctie. Dit kan onder meer gepaard gaan met verhoogde spiertonus, spiertrekkingen en tetanie, met name bij patiënten met hypocalciëmie.
Hypokaliëmie kan optreden; toevoeging van alkalische oplossingen of herstel van acidose heeft opname van kalium in de cellen tot gevolg, waardoor hypokaliëmie kan ontstaan.
Overmatige toediening van natriumzouten kan leiden tot hypernatriëmie.
Verder kunnen intraveneuze oplossingen met een alkalisch karakter en/of hoge osmolariteit vasculaire irritatie en (trombo)flebitis veroorzaken. Extravasatie kan weefselnecrose tot gevolg hebben.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Metabole of respiratoire alkalose, hypochloremie, hypochloorhydrie, hypokaliëmie en hypocalciëmie; bij natriumzouten tevens hypernatriëmie.
Verder is bij waterstofcarbonaat(vormende)-verbindingen voorzichtigheid geboden bij hypoventilatie, aangezien bij een slechte longfunctie CO2 onvoldoende kan worden uitgeademd en verergering van intracellulaire acidose kan optreden.
Bij natriumzouten is tevens voorzichtigheid geboden bij hypertensie, hartfalen, perifeer oedeem of longoedeem, zwangerschapstoxicose, anurie, oligurie, levercirrose en hyperaldosteronisme.
Relevant: de absorptie van ketoconazol, itraconazolcapsule en cefuroxim kan afnemen door verhoging van de pH van de maag; aanbevolen wordt deze middelen ten minste 2 uur vóór of 4 uur na natriumwaterstofcarbonaat in te nemen.
Bij gelijktijdige inname kan de absorptie van ijzerzouten afnemen. Aanbevolen wordt ijzer (gewoon preparaat) 2 uur vóór of 4 uur na natriumwaterstofcarbonaat in te nemen. Een ijzerpreparaat met gereguleerde afgifte moet worden vervangen door een gewoon preparaat.
De werking van methenamine wordt tegengegaan door alkalisering van de urine.
Niet relevant: natriumwaterstofcarbonaat vergroot de oplosbaarheid van methotrexaat in de urine door alkalisering, en vergroot zo de excretie. Van deze gewenste interactie wordt gebruik gemaakt bij 'high dose' methotrexaat.
Interacties alkaliserende middelen algemeen:
Niet beoordeeld: de uitscheiding van zwak basische stoffen (zoals flecaïnide, amfetaminen en efedrine) kan worden vertraagd, terwijl de uitscheiding van zwak zure farmaca (zoals salicylaten) kan worden versneld.
Voor de natriumzouten in deze groep geldt verder: het risico op hypernatriëmie neemt toe bij combinatie met geneesmiddelen die natriumretentie als bijwerking hebben, zoals NSAID's, androgenen, oestrogenen, corticosteroïden, zoethout en antihypertensiva met een vaatverwijdende of adrenerge neuronblokkerende werking. Ruim gebruik van natrium kan de uitscheiding van lithium vergroten.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
OPLOSSINGEN MET INVLOED OP DE ELEKTROLYTENBALANS | ||
---|---|---|
Ringerlactaat, Hartmann
|
B05BB01 | |
B05BB03 |
OPLOSSINGEN MET OSMOTISCH-DIURETISCHE WERKING | ||
---|---|---|
Osmosteril
|
B05BC01 |