Plasmavervangingsmiddel, bereid door toevoeging van een macromolecuul (gemodificeerd gelatine) aan een ionenoplossing. Door toevoeging van het gemodificeerde gelatine aan een NaCl-oplossing is de infusievloeistof iso-osmotisch. Gemodificeerd gelatine beïnvloedt de bloedgroepbepaling en stolling niet.
Werkingsduur: 4–5 uur (Gelaspan, Gelofusine) en is afhankelijk van het volumetekort, de hydratiestatus, de nierfunctie en de doorlaatbaarheid van de capillairen.
T1/2 Intravasaal: 4-5 uur. NB: de intravasale halfwaarde tijd is niet gelijk aan de biologische halfwaardetijd (verband tussen werkingduur en tijd). Na 3 uur is het volumevergotend effect met 50% afgenomen.
Infusievlst. 40 mg/ml
Plasmavervanging |
---|
|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Overvulling, overgevoeligheidsreacties (urticaria, anafylaxie, koorts), hemodilutie (verlenging van de bloedinsgtijd bij hoge concentraties) en nierfunctiestoornissen (bij hoge concentraties).
Soms (0,1-1%): voorbijgaande lichte verhoging van de lichaamstemperatuur.
Zelden (0,01-0,1%): anafylactoïde/anafylactische reacties (gegeneraliseerd erytheem, urticaria, periorbitaal oedeem, angio-oedeem, dyspneu, stridor, misselijkheid, braken, buikpijn, duizeligheid, diaforese, beklemmend gevoel op de borst of keel).
Zeer zelden (< 0,01%): tachycardie, bradycardie, hypotensie, ademhalingsmoeilijkheden, koorts, rillingen. Ernstige anafylactoïde/anafylactische reacties (cyanose, hypotensie, verwarring, collaps, shock, verlies van bewustzijn, incontinentie).
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Cave overvulling: longoedeem, decompensatio cordis.
Voorzichtig bij ouderen, ernstige bloedstollingsafwijkingen, oedeem met water/zoutretentie, dehydratieverschijnselen, hypertensie, longoedeem en bij een ernstige nierfunctiestoornis met oligurie of anurie.
Gedurende de toediening van de eerste 20–30 ml zorgvuldig observeren in verband met mogelijke anafylactoïde/anafylactische reacties; patiënten met een aanleg voor allergische reacties zoals bij astma zijn mogelijk gevoeliger. Bij optreden van een dergelijke reactie de toediening direct staken.
Tijdens behandeling is controle van de bloeddruk, diurese en hematocriet aan te raden. Tevens elektrolyten, plasma–eiwitten en stollingsparameters controleren vanwege mogelijke verdunningseffecten. De hematocriet mag niet dalen onder de 25%, bij ouderen en ernstig zieke patiënten niet onder de 30%.
Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
BLOEDVERVANGINGSMIDDELEN EN PLASMA-EIWITFRACTIES | ||
---|---|---|
Albuman,Albumine humaan, Alburex, Flexbumin
|
B05AA01 |