Stimulerende werking op het centrale zenuwstelsel. Het is een indirect werkend sympathicomimeticum en lijkt in farmacologische eigenschappen op de amfetaminen. Het preparaat valt onder de bepalingen van de Opiumwet in zijn volle omvang.
Werkingsduur: gewone tablet 3–5 uur; Concerta 12 uur; Medikinet CR en Equasym XL 8 uur.
De volgende kinetische parameters zijn gevonden na toediening van het gewone preparaat (Shaywitz, Wigal, Wargin, Greenhill en Hungund):
Cmax (0,3 mg/kg) | 10-11 ng/ml |
Cmax (0,6 mg/kg) | 20 ng/ml |
Cl | 5,5-10,2 l/uur/kg |
t½ | 2,2-4,1 uur |
Vd | 15-40 l/kg |
Tmax | 1,5-2,6 uur |
De studie van Wigal kijkt of de kinetiek van 4-5 jarigen verschilt van 6-8 jarigen. De Cmax is significant hoger bij de 4-5 jarigen, de klaring is significant lager. De waarden van de Cmax en de klaring van deze 4-5 jarigen vallen echter wel binnen de grenzen die in andere studies bij oudere kinderen zijn gevonden. Het effect van Concerta kan langer dan 12,5 uur aanhouden (Armstrong).
Het voorschrijven van methylfenidaat geschiedt bij voorkeur door een arts met kennis en ervaring met ADHD
ADHD
< 6 jaar: Off-label
> 6 jaar: On-label; doses > 60 mg/dag (methylfenidaat) of >54 mg/dag (Concerta): off-label
Concerta: tablet met verlengde werking 18 mg, 27 mg, 36 mg, 54 mg
Equasym XL: capsule met gereguleerde afgifte ('XL') 10 mg, 20 mg, 30 mg, 40 mg, 50 mg
Medikinet: capsule met verlengde werking ('CR') 5 mg, 10 mg, 20 mg, 30 mg, 40mg, 50 mg, 60 mg
Medikinet: gewone tablet 5 mg, 10, mg, 20 mg
Ritalin: gewone tablet 10 mg
Methylfenidaat: gewone tablet 2,5 mg, 5 mg, 7,5 mg, 10 mg, 20 mg
Methylfenidaat: retard tablet 2,5 mg, 5 mg, 7,5 mg, 10 mg, 12,5 mg, 15 mg, 17,5 mg, 18 mg, 20 mg, 22,5 mg, 25 mg, 27 mg, 27,5 mg, 30 mg, 35 mg, 36 mg, 40 mg, 45 mg, 50 mg, 54 mg
Medikinet CR bestaat uit 50% directe afgifte en 50% met verlengde afgifte; in Equasym XL is deze verhouding 30% resp. 70%; in Concerta wordt 22% direct afgegeven en verlaat 78% de capsule verlengd als uit een osmotische pomp.
Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Buikpijn, misselijkheid, braken, spreekdrang, sufheid, exantheem
Zeer vaak (≥ 10%): slapeloosheid, nervositeit, hoofdpijn, hartkloppingen, verminderde eetlust, misselijkheid, droge mond.
Vaak (1-10%): nasofaryngitis, faryngolaryngeale pijn, bovensteluchtweginfectie, sinusitis, dyspneu, anorexia, gewichtsverlies, ernstige vertraging van gewichtstoename en lengtegroei bij langdurig gebruik bij kinderen, slaapstoornis, agressie, agitatie, prikkelbaarheid, rusteloosheid, angst, paniekaanval, stress, depressie, verminderd libido, erectiestoornis, emotionele labiliteit, abnormaal gedrag, tics, tremor, stemmingswisselingen, (draai)duizeligheid, dyskinesie, bruxisme, paresthesie, psychomotorische hyperactiviteit, slaperigheid, veranderingen (meestal stijging) in bloeddruk en hartfrequentie, aritmie, tachycardie, hypertensie, maagklachten, dyspepsie, braken (klachten van braken kunnen vooral in het begin verergeren bij gelijktijdige inname met voedsel), diarree, hoesten, keelpijn, kiespijn, verminderde visuele accommodatie, alopecia, huiduitslag, jeuk, urticaria, artralgie, koude extremiteiten, hyperhidrose, koorts, vermoeidheid, asthenie, dorst, verhoogd ALAT.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheidsreacties als angio-oedeem, anafylactische reacties en andere huidafwijkingen, psychotische stoornissen, suïcidale gedachten, hallucinaties, hypervigilantie, toename van bestaande tics en het syndroom van Gilles de la Tourette, acathisie, sufheid, lethargie, tremor, wazig zien, droge ogen, pijn op de borst, opvliegers, obstipatie, gastro-enteritis, stijging van leverenzymwaarden, spierpijn, spiertrekkingen, spierspanning, hematurie, hartruis.
Zelden (0,01-0,1%): manie, libidostoornis, desoriëntatie, angina pectoris, visusstoornis, diplopie, gynaecomastie, menstruatiestoornis.
Zeer zelden (< 0,01%): anemie, leukopenie, trombocytopenie, trombocytopenische purpura, suïcidaal gedrag, apathie, repetitief gedrag, abnormale gedachten, overconcentratie, convulsies (incl. grand-mal-convulsies), choreoathetotische bewegingen, neuroleptisch maligne syndroom, hartstilstand, myocardinfarct, cerebrale arteriitis en/of occlusie, Raynaudfenomeen, acuut leverfalen, hepatische coma, exfoliatieve dermatitis, erythema multiforme, erythema fixatum, spierkrampen, plotselinge cardiale dood, verhoogde alkalische fosfatase, verhoogde bilirubinewaarde.
Verder zijn gemeld: priapisme, pancytopenie, gevallen van misbruik en verslaving (vaker bij vormen met directe afgifte), logorroe, spanning, cerebrovasculaire stoornissen (vasculitis, CVA), afasie, migraine, dysfemie. wanen, verwardheid, polyfrasie, mydriase, oculaire hypertensie, trismus, bradycardie, extrasystolen, hartklachten, droge huid, blozen, kokhalzen, borstklachten, incontinentie, griepachtig beeld, tinnitus, epistaxis, hyperpyrexie, stijging TSH.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Cardiovasculaire aandoeningen (ernstige hypertensie, hartfalen, arteriële occlusieve ziekte, potentieel levensbedreigende aritmieën, angina pectoris, hemodynamische significante congenitale hartziekte, cardiomyopathie, myocardinfarct en kanalopathie).
Cerebrovasculaire aandoeningen, cerebraal aneurysma, vasculaire afwijkingen zoals vasculitis en beroerte.
(Voorgeschiedenis van) anorexia, psychotische symptomen, ernstige depressie, suïcidale neigingen, manie, ernstige stemmingsstoornis, schizofrenie of psychopathische/borderline persoonlijkheidsstoornis. (Voorgeschiedenis van) ernstige type 1 bipolaire stoornis die niet goed onder controle is.
Tevens: hyperthyreoïdie of thyreotoxicose, glaucoom, feochromocytoom.
Voor Medikinet CR: an-aciditeit van de maag met pH > 5,5.
Samenvatting:
Leidt tot verminderd reactie- en concentratievermogen; indicatie dient zorgvuldig vastgesteld te worden; het gebruik met een zekere regelmaat onderbreken; bij afwezigheid van de werkzaamheid behandeling staken; geen gereguleerde afgifte tabletten bij ernstige vernauwing van maagdarmkanaal en/of bij ernstige slikproblemen toedienen; inslaapstoornissen komen voor bij toedieningen na ong. 16:00 uur. Er is tevens kans op tolerantie en psychologische afhankelijkheid bij chronisch misbruik. De groei dient in de gaten te worden gehouden. De drempel voor convulsies kan worden verlaagd, bij convulsie behandeling staken.
Er is geen verschil in werkzaamheid en bijwerkingen tussen de tablet met verlengde werking en de gewone tablet aangetoond. De keuze voor een formulering van methylfenidaat dient op individuele basis door de behandelende arts gemaakt te worden en hangt af van de gewenste duur van het effect.
Wegens een interactie met vet voedsel moet Equasym voor het ontbijt worden ingenomen, en Medikinet tijdens of na het ontbijt. Ook bij het toedienen van vetrijke voedingssupplementen moet rekening gehouden worden met een mogelijke verstoorde/vertraagde opname van methylfenidaat uit bifasische formuleringen en daarmee gerelateerde intreding van therapeutisch effect [LAREB signaal]. Voor Concerta maakt het niet uit of het middel voor of na het ontbijt wordt ingenomen.
Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen. Vele dagelijkse bezigheden kunnen daarvan hinder ondervinden.
Voor start behandeling:
Voor met methylfenidaat wordt begonnen moeten de bloeddruk, hartfrequentie, lengte en gewicht worden vastgesteld. Bij (aangeboren) cardiale problemen in de anamnese is er mogelijk een verhoogd risico op complicaties, waardoor een consult van een kindercardioloog is aangewezen.
De beslissing om methylfenidaat voor te schrijven dient af te hangen van een evaluatie van de ernst en persistentie van de symptomen en de mate waarin deze passen bij de leeftijd van het kind, en moet niet worden genomen alleen op grond van de aanwezigheid van een of meer afwijkende gedragskenmerken. Wanneer deze symptomen samenhangen met acute stressreacties is behandeling met methylfenidaat over het algemeen niet geïndiceerd. Indien er na adequate aanpassing van de dosering gedurende een periode van een maand geen verbetering van de symptomen optreedt, dient het gebruik van het geneesmiddel te worden gestaakt. Het gebruik van methylfenidaat dient met een zekere regelmaat te worden onderbroken, zodat de toestand van het kind kan worden geëvalueerd. Over het algemeen wordt behandeling met een geneesmiddel tijdens of na de puberteit gestaakt.
De tabletten met gereguleerde afgifte mogen niet worden toegepast bij ernstige vernauwing van maagdarmkanaal of bij ernstige slikproblemen, omdat de tablet niet vervormbaar is. De Concerta tablet niet kauwen maar in zijn geheel innemen met vloeistof. De Equasym XL en Medikinet CR capsules kunnen in het geheel met wat vloeistof worden ingenomen, maar mogen ook worden geopend om de inhoud verdeeld over een lepeltje appelmoes in te nemen; de capsule of de inhoud niet kauwen of pletten.
Om inslaapstoornissen te vermijden, dient de laatste dosis niet na ong. 16:00 uur ingenomen te worden. Echter, als het effect van het geneesmiddel laat in de middag of in de avond te vroeg verdwijnt, kunnen wederom gedragstoornissen optreden. In dit geval moet het voordeel dat geboekt kan worden door een kleine dosis (gewone tablet) ’s avonds te geven gewogen worden tegenover het nadeel van inslaapstoornissen. Bij een dosering van 3x per dag is de laatste dosis vaak lager (bijvoorbeeld de helft) van de twee voorgaande doses; in sommige gevallen, zoals bij slaapstoornissen, kan het nodig zijn de laatste dosis over meerdere giften te verdelen.
In het geval van emotioneel instabiele patiënten, bijvoorbeeld patiënten met een voorgeschiedenis van geneesmiddelen- of alcoholafhankelijkheid, is voorzichtigheid geboden, omdat deze patiënten soms op eigen initiatief de dosering verhogen. Chronisch misbruik kan leiden tot uitgesproken tolerantie en psychologische afhankelijkheid met diverse graden van abnormaal gedrag. Uitgesproken psychotische episoden kunnen zich voordoen, vooral bij parenteraal misbruik. Als het misbruik wordt gestopt, is nauwgezet toezicht vereist, aangezien stoppen tot een ernstige depressie kan leiden. Het stopzetten van een chronisch therapeutisch gebruik kan symptomen van de onderliggende aandoening aan het licht brengen waarvoor nazorg vereist is.
Bij langdurig gebruik dient men de groei dient in de gaten te houden. Om eventuele groeivertraging in te halen, bevelen sommige specialisten behandelvrije intervallen (in vakanties) aan. Patiënten bij wie een langdurige behandeling vereist is, dienen dan ook nauwlettend te worden gevolgd. Bij patiënten die niet groeien of waarbij het gewicht niet naar verwachting toeneemt, moet de behandeling tijdelijk worden onderbroken.
Er zijn klinische aanwijzingen dat methylfenidaat de drempel voor convulsies kan verlagen bij patiënten met een voorgeschiedenis van convulsies, patiënten met eerdere EEG-afwijkingen in afwezigheid van convulsies, en, zeer zelden, in afwezigheid van een voorgeschiedenis van convulsies zonder eerdere EEG-tekens van convulsies. In geval van convulsies moet de toediening van het middel worden stopgezet en dient er overleg plaats te vinden met de behandelend neuroloog.
Stimulantia kunnen tic's, stereotype gedrag, (rand)psychotische fenomenen of epilepsie versterken.
De behandeling moet plaatsvinden onder toezicht van een gespecialiseerde arts op het gebied van gedragsstoornissen bij kinderen, adolescenten of volwassenen.
Controles
Vóór aanvang van de behandeling is aangewezen: registratie van lengte (bij kinderen) en gewicht op de groeikaart en een beoordeling van de cardiovasculaire status (inclusief meten van bloeddruk en hartfrequentie en uitvragen van familie-anamnese op plotseling cardiaal/onverklaard overlijden, ventriculaire aritmie en psychische stoornissen).
Tijdens de behandeling de groei bij kinderen (lengte en gewicht) of het gewicht bij volwassenen, de psychische gesteldheid (bv. controle op tics, agressief gedrag, suïcidaal gedrag, angst, agitatie, depressie, psychose, manie, wanen, ontwenningsverschijnselen, dwangstoornis) bloeddruk en de hartfrequentie minimaal eens per 6 maanden controleren en na elke dosisaanpassing.
Verder is controle aangewezen wegens het risico van misbruik en gebruik voor ontspanning.
Staken of onderbreken
Staak de behandeling of verlaag de dosering als de symptomen op paradoxale wijze juist verergeren
Staak de behandeling bij ontwikkeling van symptomen van hartziekte, zoals palpitaties, pijn op de borst na inspanning, onverklaarde syncope, dyspneu; directe cardiale evaluatie is aangewezen. Niet gebruiken bij cardiovasculaire aandoeningen, tenzij hierover cardiaal advies van de kinderarts is verkregen.
Staak de behandeling bij tekenen van cerebrale vasculitis, zoals ernstige hoofdpijn, doof gevoel, zwakte, paralyse, coördinatiestoornis, geheugenstoornis, stoornis van zicht, spraak of taal.
Onderbreek de behandeling bij vermoeden van groeivertraging.
Staak de behandeling bij ontstaan of verergeren van epileptische insulten.
Methylfenidaat kan bij psychotische patiënten de gedrags- en denkstoornissen verergeren. Bij optreden van ongewenste gedragsverandering aanpassing van de behandeling overwegen: dosisverandering of onderbreking van de behandeling.
Staken kan aangewezen zijn bij ontstaan of verergeren van een psychische stoornis en suïcidale neigingen.
Staken kan aangewezen zijn bij leukopenie, anemie en andere hematologische veranderingen (bv. die een indicatie zijn voor ernstige nier- of leveraandoeningen)
Na staken is zorgvuldig toezicht nodig, omdat tijdens de behandeling een depressie of chronische hyperactiviteit kan zijn gemaskeerd.
Overige waarschuwingen
Bipolaire stoornis: Wees extra voorzichtig bij patiënten met een toegenomen kans op een bipolaire stoornis; zie ook de rubriek Contra-indicaties.
Operatieve ingreep:Methylfenidaat mag op de dag van een (geplande) operatie niet worden gebruikt.
Misbruik: Chronisch misbruik kan leiden tot gewenning en afhankelijkheid met een verschillende mate van abnormaal gedrag.
Oculaire effecten: Dit middel acuut glaucoom veroorzaken doordat mydriase de oogdruk verhoogt.
Comorbiditeit: wees voorzichtig bij EEG-afwijkingen of epilepsie, geneesmiddelen- of alcoholafhankelijkheid of risicofactoren daarvoor en bij onderliggende medische aandoeningen waarbij een stijging van bloeddruk of hartfrequentie gevaar op kan leveren.
Laboratoriumonderzoek: Methylfenidaat kan laboratoriumtesten op amfetaminen een fout-positieve uitslag geven, met name bij een immunoassay-screeningstest.
Concerta en Kinecteen: het niet-resorbeerbare omhulsel van deze tabletten kan in de feces teruggevonden worden, daarom niet gebruiken bij een ernstige vernauwing van het maag-darmstelsel, bij dysfagie of bij ernstige slikproblemen.
Rijvaardigheid: Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met clonidine.
Niet beoordeeld: carbamazepine kan het metabolisme van methylfenidaat versnellen.
Bij combinatie van Medikinet CR® met antacida of H2-antagonisten kan de afgifte van methylfenidaat worden versneld.
Interacties amfetaminen algemeen:
Relevant: toediening met of kort na het gebruik van een niet-selectieve MAO-remmer kan leiden tot een hypertensieve crisis. De combinatie moet worden vermeden.
Combinatie met cobicistat of ritonavir wordt ontraden.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met moclobemide, rasagiline en selegiline.
Niet beoordeeld: urine-alkaliserende middelen (zoals acetazolamide en natriumwaterstofcarbonaat) kunnen, evenals een vegetarische voeding, de uitscheiding van amfetamine en dexamfetamine met de urine verminderen. Urineaanzurende middelen (zoals ammoniumchloride) kunnen de uitscheiding van amfetamine en dexamfetamine met de urine vergroten.
Gastro-intestinale aanzurende middelen (zoals glutaminezuur, ascorbinezuur en vruchtsappen) kunnen de absorptie van amfetamine en dexamfetamine verminderen.
Tricyclische antidepressiva kunnen de cardiovasculaire effecten van amfetaminen versterken.
Amfetaminen kunnen de werking van antidopaminerg werkende antipsychotica verminderen.
Amfetaminen kunnen het effect van bloeddrukverlagende middelen verminderen.
Alcohol kan het effect op het centraal zenuwstelsel versterken.
Combinatie met gehalogeneerde anesthetica verhoogt het risico op plotselinge bloeddrukverhoging tijdens de operatie. Enkele fabrikanten ontraden combinatie op de dag van de operatie.
Dexamfetamine en methylfenidaat kunnen de analgetische werking van opioïden versterken; sedatie en ademhalingsdepressie ten gevolge van opioïden kan verminderen.
Disulfiram kan het metabolisme van amfetamine en dexamfetamine vertragen.
Haloperidol kan de centraal stimulerende effecten van amfetamine en dexamfetamine remmen. Acute dystonie is waargenomen bij gelijktijdige toediening.
Dexamfetamine en methylfenidaat kunnen het metabolisme van cumarinederivaten, fenobarbital, fenytoïne, primidon en sommige antidepressiva (TCA's en SSRI's) remmen.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
CENTRAALWERKENDE SYMPATHICOMIMETICA | ||
---|---|---|
N06BA09 | ||
Tentin
|
N06BA02 | |
Elvanse®
|
N06BA12 |
XANTHINEDERIVATEN | ||
---|---|---|
Peyona (=coffeinecitraat)
|
N06BC01 |