On-label
Toon SmPC tekstInj vlst.150mg/ml
Recombinant humaan IgG4 monoklonaal antilichaam dat de signaaltransductie blokkeert via de type I-receptor (IL-4Rα/γc) voor IL-4 en via de type II-receptor (IL-4Rα/IL13Rα) voor zowel IL-4 als IL-13. IL-4 en IL-13 zijn type 2-cytokinen (inclusief Th2) die een belangrijke rol spelen bij ziekten met ontsteking type 2, zoals atopisch eczeem en astma.
Na correctie voor lichaamsgewicht zijn er geen leeftijd gerelateerde farmacokinetische verschillen waargenomen bij adolescenten.
Indicatie: Matig-ernstig tot ernstig constitutioneel eczeem |
---|
|
Indicatie: Eosinofiel astma met type 2 inflammatie, als adjuvans |
---|
|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
OVERIGE DERMATOLOGICA | ||
---|---|---|
D11AX |
Middelen voor dermatitis , met uitzondering van corticosteroïden | ||
---|---|---|
Elidel
|
D11AH02 | |
Protopic
|
D11AH01 |
Het waargenomen veiligheidsprofiel is vergelijkbaar met dat van volwassenen.
Zeer vaak (> 10%): reactie op de injectieplaats.
Vaak (1-10%): zwelling van de injectieplaats, (allergische) conjunctivitis, oculaire pruritus, blefaritis. Orale herpes. Hoofdpijn. Eosinofilie.
Zeer zelden (< 0,01%): serumziekte/serumziekte-achtige verschijnselen, anafylactische reactie.
Verder zijn gemeld: ernstige infecties, waaronder eczema herpeticum.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Ernstige overgevoeligheidsreacties (onmiddellijk of vertraagd) zijn gemeld, waaronder zeer zelden serumziekte/serumziekte-achtige symptomen. Laat de patiënt zich direct melden bij eerste symptomen van een overgevoeligheidsreactie; staak de toediening onmiddellijk bij een ernstige overgevoeligheidsreactie en stel een passende therapie in.
Niet gebruiken voor het behandelen van acute astmasymptomen, exacerbaties, bronchospasmen of status asthmaticus.
Bij intestinale worminfecties kan dupilumab een negatieve invloed hebben op de reactie van het immuunsysteem; daarom vóór aanvang van de behandeling bestaande intestinale worminfecties behandelen. Stop dupilumab als tijdens de behandeling een worminfectie optreedt die niet goed reageert op behandeling.
Bij het ontwikkelen van een onbehandelbare conjunctivitis tijdens de behandeling, een oogonderzoek laten uitvoeren.
Behandeling voor comorbide astma bij matig-ernstig tot ernstig constitutioneel eczeem of ernstige CRSwNP niet aanpassen of stopzetten zonder overleg. Na staken van dupilumab de patiënt met comorbide astma zorgvuldig volgen.
Type 2 ontstekingsbiomarkers kunnen worden onderdrukt door systemisch gebruik van corticosteroïden. Gebruik van corticosteroïden niet abrupt staken maar geleidelijk afbouwen. Systemische ontwenningssymptomen en/of aandoeningen kunnen zichtbaar worden.
Ernstige systemische eosinofilie kan optreden bij patiënten die behandeld worden voor astma, soms met eosinofiele pneumonie en vasculitis die overeenkomt met eosinofiele granulomatose met polyangiitis (EGPA). Gevallen van vasculitis met EGPA zijn ook gemeld bij volwassen patiënten met CRSwNP en comorbide astma. Het kan samenhangen met het verlagen van de behandeling met orale corticosteroïden. Let op vasculitische uitslag, verslechterende pulmonale symptomen, cardiale complicaties en/of neuropathie.
Vorming van neutraliserende antistoffen is gemeld. Het heeft in het algemeen geen invloed op blootstelling aan dupilumab, veiligheid en werkzaamheid.
Niet beoordeeld: kan worden gecombineerd met niet-levende vaccins.
Combinatie met levende vaccins is niet onderzocht.