Trichomoniasis, amoebiasis, preoperatieve profylaxe: On-label
Anaerobe infecties (oraal): On-label
Overige indicaties: Off-label
Nitro-imidazoolderivaat. Metronidazol heeft zelf geen antimicrobiële werking. Onder anaerobe omstandigheden worden vanuit metronidazol nitrosoradicalen gevormd door microbiële enzymen (pyruvaat–ferridoxine oxidoreductase). Deze radicalen binden aan het microbiële DNA wat leidt tot breuken in het DNA en celdood. Gewoonlijk gevoelig zijn: niet–obligaat aerobe gram–positieve micro–organismen, Bacteroides fragilis, Clostridium difficile, Clostridium perfringens, Fusobacterium spp., Peptococcus spp., Peptostreptococcus spp., Porphyromonas spp., Prevotella spp., Veillonella spp., Entamoeba histolytica (zowel een weefsel– als een contactamoebicide werking), Gardnerella vaginalis, Giardia lamblia en Trichomonas vaginalis. Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Helicobacter pylori en Actinobacillus actinomycetemcomitans. Ongevoelig zijn: alle obligaat aerobe bacteriën, Enterococcus spp., Staphylococcus spp., Streptococcus spp., Enterobacteriaceae en Haemophilus spp.
De volgende kinetische parameters zijn gevonden (Rubenson 1986, Lau 1992, Suyagh 2011):
Cmax (1x 20 mg/kg IV) |
Tmax (min) | t½ (uur) | Cl (l/kg/uur) | Vd | |
---|---|---|---|---|---|
Prematuren | - | - | 19,7 | 0,0237 | 0,756 l/kg |
1 dag-8 wk (a terme) | 17,7 µg/ml | 59 | 18,4 | - | - |
3,5-10 mnd | 25,3 µg/ml | 42,5 | 7 | - | - |
>4 jr | - | - | 7-8 | 0,057 | - |
De halfwaardetijd bij premature neonaten kan verlengd zijn tot 100 uur (SmPC Anaerobex-AT)
Sterk ondervoede kinderen hebben een verlaagde klaring en een langere halfwaardetijd (gemiddeld 0,077 l/kg/uur vs 0,166 l/kg/uur; 10 uur vs 5 uur). Onderzoek bij 10 kinderen tussen de 4 en 43 maanden oud (Lares-Asseff 1992).
Ga snel naar:
Anaerobe infecties |
---|
|
Peri-operatieve profylaxe |
---|
Eradicatie H.Pylori (triple therapie) |
---|
|
Organisch zuursyndroom |
---|
|
Dientamoebiasis |
---|
Giardiasis |
---|
|
Trichomoniasis |
---|
|
Microsporidiosis |
---|
|
Blastocystosis |
---|
Amoebiasis |
---|
|
Gardnerella vaginalis |
---|
|
Crème 10 mg/g; 7.5 mg/g
Gel 7.5 mg/g 30 g
Infusievlst. 5 mg/ml
Tablet 250 mg, 500 mg
Susp. oraal (als benzoaat) 40 mg/ml. LET OP: de suspensie bevat ethanol 6,4 mg/ml.
Ovule 500 mg
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
HYDROXYCHINOLINEDERIVATEN | ||
---|---|---|
P01AA02 |
OVERIGE AMOEBIASISMIDDELEN EN ANDERE ANTIPROTOZOICA | ||
---|---|---|
Wellvone
|
P01AX06 |
Buikpijn, hoofdpijn, misselijkheid, metaalsmaak, anorexie. Bij kinderen is cerebellaire dysfunctie gerapporteerd, met visusstoornissen, vertigo, en ataxie. Tevens werd een sensorische of autonome neuropathie beschreven[Hobson-Webb 2006].
Vaak: (1-10%): superinfecties met bijvoorbeeld Candida.
Soms (0,1-1%): asthenie.
Zelden (0,01-0,1%): anafylaxie (incl. anafylactische shock), Jarisch-Herxheimer reactie. ECG-veranderingen zoals afvlakking van de T-top. Convulsies.
Zeer zelden (< 0,01%): allergische huidreacties zoals jeuk, urticaria, Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), erythema multiforma. (Reversibele) symptomen van encefalopathie (bv. verwardheid) en subacuut cerebellair syndroom (bv. ataxie, dysartrie, tremor en nystagmus). Psychotische stoornissen, hallucinaties. Pseudomembraneuze colitis. Hepatitis (cholestatisch, hepatocellulair of gemengd), icterus. (Reversibele) pancreatitis. Myalgie, artralgie, spierspasmen. (Reversibele) stijging van leverenzymwaarden (ASAT, ALAT, alkalische fosfatase, bilirubine). Agranulocytose, neutropenie, voorbijgaande leukopenie, trombocytopenie, pancytopenie.
Verder zijn gemeld: angio-oedeem. Tachycardie, hartkloppingen. Dyspneu. Koorts. Beslagen tong en tongverkleuring (mogelijk als gevolg van een Candida-infectie), harige tong, glossitis, stomatitis, droge mond, smaakstoornis (onaangename metaalsmaak, bittere smaak), anorexie, misselijkheid, braken, epigastrische pijn, diarree, obstipatie. Dysfagie (veroorzaakt door effecten op het CZS). Leverfalen (wanneer gebruikt in combinatie met een ander antibioticum). Hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid, slapeloosheid, coördinatiestoornissen (ataxie), (bij intensieve of langdurige behandeling) perifere neuropathie of voorbijgaande epileptiforme aanvallen, myoclonus, hypo-esthesie, paresthesie, aseptische meningitis. Depressie, prikkelbaarheid. Voorbijgaande visusstoornissen (diplopie, myopie, wazig zien, veranderingen in kleurenzien), opticus neuropathie/neuritis, oculogyrische crisis. Beschadiging/verlies van gehoor (incl. sensineuraal gehoorverlies), tinnitus. Somberheid. Overmatig blozen, huiduitslag, acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulosus (AGEP), 'fixed drug eruption', toxische epidermale necrolyse (TEN). Tromboflebitis. Aangezichtszwelling, overmatig zweten. Aplastische anemie, eosinofilie. Donkerverkleuring van urine (door metabolieten), dysurie. Malaise, perifeer oedeem, pijn op de borst, koude rillingen. Reactie op de injectieplaats.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
(Anamnese van) bloeddyscrasieën. Organische neurologische aandoeningen. Overgevoeligheid voor nitro-imidazolderivaten.
De kans op het optreden van de bijwerking perifere neuropathie neemt toe bij langdurig gebruik[Hobson-Webb 2006].
Bij ernstige leverfunctiestoornissen dient de dagelijkse dosering verlaagd te worden tot 1/3 van de gebruikelijke dosering in 1 gift.
Bij kinderen met het Cockayne syndroom is het snel optreden van ernstige levertoxiciteit gemeld. Bij deze kinderen metronidazol alleen gebruiken na zorgvuldige afweging van risico's en baten en onder nauwkeurige controle van leverfunctie.
Wees voorzichtig bij toepassing bij zuigelingen die een risico hebben op het ontwikkelen van methoglobinemie aangezien 500 mg metronidazol tot 2 mg nitriet bevat.
De Flagyl suspensie bevat ethanol (6,4 mg/ml). Gebruik bij kinderen indien mogelijk de tabletten.
Geen alcoholische dranken gebruiken tijdens en gedurende ten minste 72 uur na beëindiging van de behandeling vanwege de mogelijkheid van een disulfiram-achtige reactie met braken, hoofdpijn, versnelde hartslag, hevige transpiratie en rood aanlopen.
Gardnerella is vooral gevoelig voor de hydroxymetaboliet, zodat alleen orale toediening in aanmerking komt.
Indien bij trichomoniasis slechts één van de partners wordt behandeld, moeten zij zich van seksueel contact onthouden. Na eliminatie van Trichomonas vaginalis kan een gonokokkeninfectie persisteren.
Wees voorzichtig bij ernstige leverfunctiestoornissen en hepatische encefalopathie, vanwege mogelijke stapeling van metronidazol; lager doseren is noodzakelijk (zie onderin rubriek Dosering). Ernstige hepatotoxicteit en acuut leverfalen (soms met fatale afloop) zijn gemeld bij patiënten met het syndroom van Cockayne; in deze populatie de leverfunctie controleren voor aanvang, tijdens en na afloop van de behandeling. Wees alert op eerste tekenen van potentiële leverbeschadiging en staak de behandeling bij het optreden hiervan.
Ernstige neurologische stoornissen (convulsies, perifere of optische neuropathieën) zijn gemeld; staak de behandeling bij het optreden van centrale bijwerkingen. Bestaande aandoeningen van het centrale zenuwstelsel kunnen verergeren.
Overgevoeligheid: Kruisovergevoeligheid met andere imidazolverbindingen kan optreden. Staak onmiddellijk de behandeling bij het optreden van symptomen van Stevens-Johnson syndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN) of acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulosus (AGEP).
Bij een verminderde nierfunctie: controleer op tekenen van toxiciteit door stapeling van toxische metabolieten.
Metronidazol wordt verwijderd door hemodialyse; toedienen na beëindiging van de procedure.
De behandelduur is korter dan 10 dagen, vanwege mogelijke schade aan de menselijke kiemcellen.
Bij hoge doseringen, langdurige of herhaalde behandeling, bloeddyscrasie in de voorgeschiedenis, ernstige infectie en ernstige leverfunctiestoornis worden controles (incl. bloedtellingen) geadviseerd.
Gelijktijdig gebruik van de ovules en latex condooms of pessaria kan leiden tot scheuren van het latex.
De metabolieten kunnen de urine donkerbruin kleuren
Relevant:
Metronidazol remt het metabolisme van: VKA's, hierdoor neemt de stollingstijd toe. Metronidazol wordt bij voorkeur vervangen; bij een eenmalige dosis metronidazol is geen actie nodig.
De toxiciteit van busulfan, capecitabine, fluorouracil en tegafur kan toenemen door afname van de klaring.
Overig effect: de lithiumconcentratie stijgt.
Combinatie met lopinavir/ritonavirdrank en ritonavircapsules moet worden vermeden; deze preparaten bevatten alcohol of propyleenglycol waardoor ernstige bijwerkingen kunnen optreden. Hetzelfde geldt voor temsirolimus infusievloeistof, dit bevat alcohol.
Bij combinatie met mebendazol is een verhoogde incidentie van SJS en TEN gemeld.
Toediening tijdens een kuur met disulfiram kan aanleiding geven tot verwardheid en psychotische reacties.
De werking van oraal buiktyfusvaccin kan worden verminderd bij gelijktijdige inname van antibacteriële middelen. Gescheiden inname met een interval van 3 dagen wordt aanbevolen. Alternatief: parenteraal buiktyfusvaccin.
Niet relevant: de concentratie van ciclosporine, fenytoïne en tacrolimus kan stijgen.
De AUC van mycofenolzuur kan afnemen.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met orale anticonceptiva of met TNF-α-antagonisten.
Niet beoordeeld: gebruik van alcoholische dranken gedurende de behandeling en tot en met 48 uur na beëindiging van de behandeling kan een disulfiram-achtige reactie veroorzaken.
Interacties antimicrobiele middelen algemeen
Relevant: de werking van oraal buiktyfusvaccin kan worden verminderd bij gelijktijdige inname van antibacteriële middelen. Gescheiden inname met een interval van 3 dagen wordt aanbevolen. Alternatief: parenteraal buiktyfusvaccin.
Het effect van cumarinederivaten kan worden versterkt, waarschijnlijk door een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende de koortsperiode.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met orale anticonceptiva (dit geldt niet voor de enzyminducerende antibiotica rifabutine en rifampicine) of met TNF-α-antagonisten.