Gefluorideerd cinnarizinederivaat. Remt de overmatige calcium-influx in glad spierweefsel en neuronen.
Geen informatie
Capsule (als dihydrochloride) 5 mg
Migraine profylaxe |
---|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Zeer vaak (> 10%): gewichtstoename. Vaak (1-10%): slaperigheid, slapeloosheid, depressie, toegenomen eetlust, rinitis, maag-darmklachten, spierpijn, onregelmatige menstruatie, pijn in de borsten, vermoeidheid. Soms (0,1-1%): apathie, angst, ongewone coördinatie, desoriëntatie, lethargie, paresthesie, rusteloosheid, traagheid, tinnitus, torticollis, hartkloppingen, hypotensie, darmobstructie, droge mond, hyperhidrose, spierspasmen, menorragie, menstruatiestoornis, oligomenorroe, borsthypertrofie, verminderd libido, (perifeer) oedeem, asthenie. Verder zijn gemeld: acathisie, bradykinesie, tandradfenomeen, dyskinesie, tremor, extrapiramidale stoornis, parkinsonisme, sedatie, erytheem, galactorroe.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Depressie (in anamnese). Parkinsonisme of extrapiramidale stoornissen (in de anamnese).
Het effect treedt geleidelijk in binnen enige weken. Als binnen 2 maanden geen duidelijke verbetering is opgetreden, de behandeling staken. Flunarizine is niet geschikt voor het onmiddellijk afbreken van een migraine- of Ménière-aanval. Tijdens de behandeling regelmatig controleren op symptomen van een depressie of extrapiramidale stoornissen. Een onderliggende M Parkinson kan worden gemaskeerd. Bij afnemen van het therapeutisch effect, progressief toenemen van de lusteloosheid of bij symptomen van een depressie of extrapiramidale stoornis de therapie onmiddellijk staken. Door de lange eliminatiehalfwaardetijd zal het na staken nog een aantal weken duren voordat flunarizine volledig is uitgescheiden. Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen. Vele dagelijkse bezigheden kunnen daarvan hinder ondervinden.
Niet beoordeeld: de sedatieve werking van alcohol en andere centraal-depressieve stoffen wordt versterkt.
De plasmaconcentratie kan dalen door enzyminducerende anti-epileptica, zoals carbamazepine en fenytoïne.
De biologische beschikbaarheid kan afnemen bij gelijktijdige toediening van geneesmiddelen die de pH in de maag verhogen (zoals antacida of protonpompremmers).
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
VERTIGOMIDDELEN | ||
---|---|---|
Primatour
|
N07CA52 | |
N07CA02 |