Zilversulfadiazine heeft zowel een bactericide als een bacteriostatische werking. In contact met wondexsudaat valt zilversulfadiazine langzaam uiteen in zilverionen en sulfadiazine. Zilverionen verstoren de werking van enzymen door binding aan disulfide– en sulfhydrylgroepen van eiwitten. Hierdoor verlopen de normale metabole processen in de cel niet goed meer en sterft de cel. Andere werkingsmechanismen zijn: een verhindering van de replicatie door binding van zilverionen aan DNA en een verstoring van de elektronen–transportketen door binding van zilverionen aan celwand en celmembranen. Verder kunnen zuurstofradicalen ontstaan die de cel beschadigen. Het werkingsspectrum is breed en omvat grampositieve en gramnegatieve bacteriën en schimmels. Gevoelig zijn met name: Staphylococcus aureus, Pseudomonas aeruginosa, Aerobacter aerogenes en Klebsiella pneumoniae.
Geen informatie
Preventie en behandeling van infecties bij brandwonden en decubitus ulcera: On-label
Toon SmPC tekst Toon SmPC tekstCrème 10 mg/g (1%)
Preventie en behandeling van infecties bij brandwonden (2e en 3e graads) en decubitus ulcera. |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Soms (0,1–1%): leukopenie, methemoglobinemie. Zeer zelden (< 0,01%): Stevens–Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse. Verder zijn gemeld: lokaal branderig gevoel, pijn, allergische huidreacties met huiduitslag en jeuk, contactdermatitis, grijze verkleuring van de huid onder invloed van zonlicht. Verhoogde serumosmolaliteit.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Voorzichtigheid is geboden bij toepassing bij prematuren of baby's jonger dan twee maanden, omdat alle sulfonamides kernicterus kunnen veroorzaken.
Voorzichtig bij patiënten met G6PD-deficiëntie (aangezien hemolyse kan optreden). Wees tevens voorzichtig bij overgevoeligheid voor sulfonamiden, nierinsufficiëntie en leverparenchymbeschadiging. Bij bekende overgevoeligheid voor sulfonamiden en bij symptomen duidend op leukopenie het aantal leukocyten bepalen. Door de crème verandert het aspect van de wond; dit bemoeilijkt de beoordeling van de wonddiepte. De meeste kans op levensbedreigende huidreacties zoals het Stevens–Johnsonsyndroom en toxische epidermale necrolyse is gedurende de eerste weken van de behandeling. Informeer de patiënt over tekenen en symptomen van deze aandoeningen; bij de eerste tekenen of symptomen (progressieve huiduitslag, vaak met blaren of mucosa-laesies) de behandeling onmiddellijk staken. Vroegtijdige staking is in verband gebracht met een betere prognose. Bij het optreden van deze huidreacties mag de patiënt nooit meer geneesmiddelen met sulfadiazine gebruiken. Bij gebruik van grote hoeveelheden op grote wondoppervlakken kan systemische zilverintoxicatie (argyrie) optreden met onder andere sensorische neuropathie. Onder invloed van zonlicht kan een grijze verkleuring van de crème optreden, daarom wordt aangeraden behandelde lichaamsdelen niet aan fel licht bloot te stellen. Er zijn weinig gegevens over het gebruik bij kinderen.
Geen
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
ANTIVIRALE MIDDELEN | ||
---|---|---|
Zovirax
|
D06BB03 |