Synthetisch vitamine D-analoog van calcitriol met modificaties aan de zijketen (D2) en de A-(19-nor-)ring die selectieve vitamine D-receptor (VDR)-activatie mogelijk maakt. Het verhoogt selectief de VDR-expressie in de bijschildklier zonder de VDR-expressie in de darmen te verhogen en is minder actief op botresorptie. Het verhoogt ook de calcium-sensing receptor (CaSR) in de bijschildklier. Door remming van de proliferatie van de bijschildklier reduceert het de parathyroïdhormoon (PTH)-concentratie, met minimaal effect op de calcium- en fosfaatconcentratie. Daarnaast acteert het direct op botcellen, waardoor de botdichtheid behouden blijft en mineralisatie-oppervlakten verbeteren.
Leeftijd 10-16 jaar | CNI stadium 3 | CNI stadium 4 |
T1/2 | 13,3 ± 4,3 uur | 15,2 ± 4,4 uur |
Cmax | 0,12 ± 0,06 ng/ml | 0,14 ± 0,05 ng/ml |
Bron: SmPC
Injectievloeistof 5 mcg/ml
Preventie en behandeling van secundaire hyperparathyreoidie bij chronische nierziekte stadium 3-4 |
---|
|
Niet van toepassing (geindiceerd voor kinderen met nierfunctiestoornis)
BIj kinderen zijn hypercalciemie, hyperfosfatemie, hoofdpijn en misselijkheid gemeld.
Vaak (1-10%): hoofdpijn, duizeligheid, smaakstoornis. Maagongemak, gastro-oesofageale reflux, verminderde eetlust, diarree. Huiduitslag, jeuk, acne. Hypoparathyreoïdie, hypercalciëmie, hyperfosfatemie, stijging van het calciumfosfaat–product (Ca × P). Gevoelige borsten.
Soms (0,1-1%): hypo- of hypertensie, aritmie, atriumflutter, palpitaties, hartstilstand. Overgevoeligheid. Infectie, sepsis. Neusbloeding, hoesten, dyspneu, astma, pneumonie, longoedeem. Coma, CVA, voorbijgaand ischemisch infarct, syncope, myoclonus, hypo-esthesie, paresthesie, ataxie. Verwardheid, delirium, depersonalisatie, agitatie, slapeloosheid, nervositeit. Glaucoom, conjunctivitis. Ooraandoening. Droge mond, dysfagie, misselijkheid, braken, braken, dyspepsie, buikpijn, obstipatie, gastritis, colitis, rectale bloeding. Urticaria, vesiculobulleuze dermatitis, alopecia, hirsutisme, overmatig zweten. Lymfadenopathie. Gewrichtspijn, gewrichtsstijfheid, rugpijn, spiertrekkingen, spierpijn. (Perifeer) oedeem, pijn op de injectieplaats, pijn op de borst, koorts, krachteloosheid, malaise, dorst. Borstkanker. Impotentie. Gewichtsafname. Anemie, leukopenie. Verlengde bloedingstijd, abnormale leverenzymwaarden. Hyperparathyreoïdie, hyperkaliëmie, hypocalciëmie. Bij pre-dialysepatiënten: stijging serumcreatinine.
Verder zijn gemeld: larynxoedeem, angio-oedeem. Maag-darmbloeding.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
vitamine D-toxiciteit;
hypercalciëmie.
Oversuppressie van parathyroïdhormoon kan resulteren in een verhoogde calciumconcentratie wat kan leiden tot metabole botziekte. Chronische hypercalciëmie kan ook in verband worden gebracht met gegeneraliseerde vasculaire verkalking en andere weke delen verkalking. Indien de dosering is vastgesteld, het serumcalcium en –fosfaat elke maand meten, de intacte PTH (iPTH) in het serum elke drie maanden. Bij dosisaanpassingen kan het nodig zijn vaker laboratoriumonderzoek uit te voeren. Er is geen ervaring bij ernstige leverinsufficiëntie.
In pre-dialysepatiënten kan paricalcitol het serumcreatinine verhogen (en daardoor de geschatte GFR verminderen) zonder de echte glomerulaire filtratiesnelheid (GFR) te veranderen.
Relevant: het risico op hyperfosfatemie en hypercalciëmie neemt toe bij combinatie met burosumab. Gelijktijdige behandeling moet worden vermeden.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met ketoconazol.
Niet beoordeeld: colestyramine kan de absorptie verminderen; paricalcitol moet ten minste 1 uur voor of 4-6 uur na colestyramine worden ingenomen.
Bij combinatie met aluminiumzouten kan de concentratie van aluminium worden verhoogd.
Thiaziden en calciumzouten kunnen het risico op hypercalciëmie verhogen.
Combinatie met digoxine kan leiden tot hartritmestoornissen.
Combinatie met magnesiumzouten kan het risico op hypermagnesiëmie verhogen.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
OVERIGE ANTIPARATHYREOIDE MIDDELEN | ||
---|---|---|
Mimpara
|
H05BX01 |