Kaliumcitraat/kaliumwaterstofcarbonaat is een combinatie van twee kaliumzouten, die beide alkaliserend werken en de metabole acidose bufferen. Het biedt een kaliumbron voor de behandeling van hypokaliëmie. Citraat werkt ook als calcium-chelerend middel.
Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.
Granulaat met verlengde afgifte sachet 8 mEq, sachet 24 mEq.
Distale renale tubulaire acidose (dRTA) |
---|
|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
In klinische studies met kleine aantallen patienten was het veiligheidsprofiel voor kinderen gelijk aan dat van volwassen patienten [SmPC].
Zeer vaak (> 10%): buikpijn (doorgaans licht of matig van ernst en kortdurend).
Vaak (1-10%): misselijkheid, braken, dyspepsie, diarree (doorgaans licht of matig van ernst en kortdurend).
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Wees voorzichtig bij aandoeningen die predisponerend zijn voor hyperkaliëmie zoals nierinsufficiëntie (bv. bij ouderen en bij hartpatiënten), crush-syndroom en bijnierschorsinsufficiëntie. Controleer nauwgezet de plasmakaliumspiegel bij de aanvangsdosis, na elke dosisverhoging, en in geval van verergering van de bestaande ziekte; controleer ten minste twee maal per jaar.
Controleer bij een verminderde nierfunctie (GFR 45–59 ml/min/1,73 m²) regelmatig de bicarbonaat- en kaliumspiegels en pas zo nodig de dosis aan.
Houd bij een kaliumbeperkt dieet rekening met de hoeveelheid kalium die kaliumcitraat/kaliumwaterstofcarbonaat bevat.
Wees voorzichtig bij patiënten met maag-darmstelselaandoeningen zoals malabsorptie, omdat die van invloed kunnen zijn op de werkzaamheid en veiligheid. Controleer de bicarbonaatspiegel regelmatig en pas zo nodig de dosis aan.
Kaliumcitraat/kaliumwaterstofcarbonaat is niet geschikt voor toediening via een voedingssonde, vanwege het grote risico op verstopping van de sonde.
De matrix van het granulaat is te vinden in de ontlasting. Dit is niet van invloed op de werkzaamheid of veiligheid.
Kaliumcitraat
Relevant:
De werking van methenamine wordt tegengegaan door alkalisering van de urine.
Niet beoordeeld:
De absorptie van aluminium kan toenemen; met name bij patiënten met nierfalen kan dit leiden tot mogelijk fatale encefalopathie als gevolg van sterk verhoogde aluminiumconcentraties; gelijktijdig gebruik van aluminiumverbindingen en citraten wordt ontraden bij patiënten met verminderde nierfunctie.
De plasmaconcentratie van lithium kan afnemen bij gelijktijdig gebruik.
Kaliumzouten algemeen:
Relevant:
Combinatie met kaliumsparende diuretica dient bij voorkeur te worden vermeden, omdat hyperkaliëmie kan optreden. Bij combinatie dient de kaliumconcentratie te worden gecontroleerd.
Het risico op hyperkaliëmie neemt toe bij combinatie met een RAAS-remmer, trimethoprim of co-trimoxazol, aangezien deze middelen de plasmakaliumconcentratie kunnen verhogen. Bij combinatie dient de kaliumconcentratie te worden gecontroleerd.
Kaliumzouten en kaliumbinders (natriumzirkoniumcyclosilicaat, patiromeer, polystyreensulfonzuur) werken elkaar tegen.
Niet beoordeeld:
Het risico op hyperkaliëmie neemt toe bij gebruik van geneesmiddelen waarbij hyperkaliëmie als bijwerking kan optreden, zoals β-blokkers, ciclosporine, digoxine (bij ernstige intoxicatie), heparine, NSAID's, oncolytica en tacrolimus.
De kaliumbehoefte kan zijn verhoogd bij gebruik van middelen die hypokaliëmie kunnen veroorzaken, zoals amfotericine B, levodopa, corticosteroïden en cisplatine.
Drospirenon kan het risico op hyperkaliëmie verhogen via aldosteronantagonisme.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
KALIUM | ||
---|---|---|
A12BA01 | ||
A12BA02 |