< 5 jaar: Off-label
≥ 5 jaar: On-label
De werking berust op blokkering van het enzym dihydrofoliumzuurreductase, waardoor de reductie van dihydrofoliumzuur tot tetrahydrofoliumzuur wordt voorkomen met als gevolg een remming van de biosynthese van nucleïnezuren en eiwitten. De affiniteit van trimethoprim voor het bacteriële enzym is vele malen groter dan voor het menselijke enzym.
Gewoonlijk gevoelig zijn: Staphylococcus aureus (MSSA; meticillinegevoelige variant) en Enterococcus faecalis, Raoultella spp.
Verworven resistentie kan een probleem zijn bij: overige enterococci, Haemophilus influenzae, Citrobacter spp., Enterobacter spp., Escherichia coli, Hafnia alvei, Klebsiella spp., Morganella spp., Proteus mirabilis, Providencia spp., Salmonella spp., Serratia spp. en Yersinia spp.
Ongevoelig zijn: Staphylococcus aureus (MRSA; meticilline resistent), Pseudomonas aeruginosa, Shigella sonnei, Neisseria spirochaetes, Mycobacterium tuberculosis, Chlamydiaceae, Mycoplasma spp., Rickettsia spp.
De volgende kinetische parameters zijn gevonden bij 36 kinderen van 0-13 jaar:
10 mg/kg eenmalig (n=18) [Rylance] | 2 dd 3 mg/kg steady state (n=18) [Hoppu] | |
---|---|---|
Cmax | 6 ± 1,9 mg/l | 2,2-2,3 µg/ml |
Tmax | 2,2 ± 1,2 uur | 1,7-2,3 uur |
t½ | 6,8 ± 1,6 uur | 3,7-5,4 uur |
Vd | 2,24 ± 0,57 l/kg | 0,86-1,08 l/kg |
Cl | 0,241 ± 0,079 l/kg/uur | 0,14-0,17 l/kg/uur |
Ongecompliceerde urineweginfecties |
---|
|
Bovenste luchtweg infectie |
---|
|
Onderhoudsbehandeling chronische en profylaxe recidiverende urineweginfecties, profylaxe vesico-ureterale reflux (VUR), neurogene blaas, blaasledigingsstoornissen en urinewegobstructie |
---|
Tablet 100 mg, 300 mg
Drank/suspensie 10 mg/ml (als doorgeleverde bereiding)
Aanpassingen als volgt:
MIDDELLANG WERKENDE SULFONAMIDEN | ||
---|---|---|
J01EC02 |
SULFONAMIDEN MET TRIMETHOPRIM INCLUSIEF AFGELEIDEN | ||
---|---|---|
J01EE01 | ||
Rokiprim
|
J01EE03 |
Het bijwerkingen profiel bij kinderen is gelijk aan dat van volwasssen.
Vaak (1–10%): misselijkheid, braken. Huiduitslag, jeuk.
Zelden (0,01–0,1%): allergische reacties zoals angio-oedeem, anafylactische reacties, koorts, serumziekte. Erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse. Hematologische afwijkingen door folinezuurdeficiëntie (megaloblastaire anemie, hypersegmentatie van granulocyten), hemolytische anemie bij G6PD-deficiëntie, pancytopenie.
Zeer zelden (< 0,01%): aseptische meningitis (snel reversibel na staken van de behandeling). Pseudomembraneuze colitis.
Verder zijn gemeld: zere mond, zere tong. Stijging kaliumspiegel. Verergering porfyrie.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Ernstige lever- en nierfunctiestoornissen. Ernstige afwijkingen in het bloedbeeld, zoals granulocytopenie, trombocytopenie en megaloblastaire anemie.
Geef bij risicofactoren voor hematologische bijwerkingen (bv. hypoalbuminemie, hoge leeftijd, verminderde nierfunctie en verminderde beenmergreserve) foliumzuur of folinezuur; de profylactische doseringen beïnvloeden niet de antibacteriële activiteit van trimethoprim. Wees voorzichtig bij bestaande lichte tot matige hematologische afwijkingen. Ook bij manifest of dreigend tekort aan foliumzuur (bv. alcoholicus, zwangere) foliumzuursuppletie geven. Bij langdurige behandeling regelmatig het bloedbeeld incl. foliumzuurgehalte in bloed (bv. 1×/mnd.) controleren.
Indien bij luchtweginfecties binnen 48 uur geen verbetering wordt waargenomen, op geleide van een kweek op andere middelen overschakelen.
Toediening aan patiënten met acute porfyrie vermijden.
Bij optreden van huiduitslag de toediening staken.
Trimethoprim kan vals-verhoogde plasmacreatininespiegels geven. Trimethoprim interfereert met de bepaling van methotrexaat in het serum wanneer gebruik gemaakt wordt van Lactobacillus caseï.
Trimethoprim remt CYP2C8 en OCT.
Relevant:
Afname trimethoprim: de werkzaamheid kan afnemen door folinezuur, therapiefalen is gemeld.
Overig effect: trimethoprim kan de toxiciteit van methotrexaat verhogen; vooral hematologische toxiciteit is gemeld. Trimethoprim dient te worden vermeden.
De concentratie van fenytoïne stijgt. Een ander antibioticum wordt aanbevolen.
Bij combinatie met een RAAS-remmer of een kaliumsparend diureticum kan hyperkaliëmie optreden; de kaliumconcentratie moet worden gecontroleerd.
Niet relevant: de concentratie van repaglinide stijgt.
Niet beoordeeld:bij combinatie met pyrimethamine (meer dan 25 mg per week) kan megaloblastaire anemie optreden.
De concentratie van digoxine bij ouderen kan stijgen.
Bij combinatie met middelen die bij fysiologische pH positief geladen zijn en die door een actief renaal proces worden uitgescheiden (zoals procaïnamide en amantadine), kan de concentratie van een of beide middelen stijgen.
Interacties antibacteriele middelen algemeen:
Relevant: de werking van oraal buiktyfusvaccin kan worden verminderd bij gelijktijdige inname van antibacteriële middelen. Gescheiden inname met een interval van 3 dagen wordt aanbevolen. Alternatief: parenteraal buiktyfusvaccin.
Het effect van cumarinederivaten kan worden versterkt, waarschijnlijk door een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende de koortsperiode.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met orale anticonceptiva (dit geldt niet voor de enzyminducerende antibiotica rifabutine en rifampicine) of met TNF-α-antagonisten.