Nog geen geneesmiddelen bekeken. Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op een item om de details van een geneesmiddel te bekijken. De laatste aangeklikte geneesmiddelen verschijnen in deze lijst.
De gebruikelijk dosis bij kinderen bedraagt 0,01 mg/kg en zal doorgaans niet hoger zijn dan 0,4 mg. ZN kan deze dosis elke 4-6 uur worden herhaald. Cardiale toepassingen: < 12 jaar: voor geavanceerde cardiale support: 0,02 mg/kg met een minimum dosis van 0,01 mg herhaald met een 5 min interval tot een maximale dosis van 0,1 mg. Pre medicatie, antispasmodicum, adjuvans bij morfine: < 3 kg: 0,1 mg IM/SC 7-9 kg: 0,2 mg IM/SC 12-16 kg: 0,3 mg IM/SC > 20 kg: 0,3-0,6 mg IM/SC Antidotum voor neostigmine, fysostigmine of pilocarpine: neonaten en kinderen: 0,02 mg/kg Antidotum voor cholineesterase remmers: 0,05 mg/kg iedere 10-30 min totdat symptomen verdwenen zijn.
Eigenschappen
Parasympathicolyticum. Atropine is een racemisch mengsel van d- en l-hyoscyamine, waarvan de d-vorm slechts een zwakke werking heeft. Remt competitief de werking van acetylcholine op muscarinereceptoren en heeft weinig tot geen effect op de nicotinereceptoren. Heeft zowel een centrale als perifere werking. Werking: intraveneus na 2–4 minuten (effect op hart,), intramusculair na circa een uur (effecten op hart, zweet- en speekselproductie).
Farmacokinetiek
Geen informatie
Doseringen
Ga snel naar:
Premedicatie
Oraal
a terme neonaat
30-60 min voorafgaand aan ingreep:
0,01
- 0,02
mg/kg/dosis,
éénmalig.
1 maand
tot
18 jaar
30-60 min voorafgaand aan ingreep
0,01
- 0,02
mg/kg/dosis,
éénmalig.
Maximale dosering per gift:
0,6 mg/dosis.
Hyperthermie kan voorkomen bij zuigelingen en jonge kinderen als gevolg van remming van zweetafscheiding en centrale stoornis van thermoregulatie, zelfs bij therapeutische doseringen [SmPC].
Bijwerkingen algemeen
Zeer vaak (> 10%): droge mond (moeilijk slikken en spreken), dorst, smaakverlies. Parasympathische remming van het maag-darmkanaal (obstipatie, reflux), verminderde maagzuursecretie, misselijkheid, braken, opgeblazen gevoel. Visusstoornis (mydriase, remming accommodatie, wazig zicht, fotofobie). Verminderde bronchiale secretie. Verminderd zweten, huiduitslag, urticaria.
Vaak (1-10%): tachycardie, aritmie, voorbijgaande (verergering van een bestaande) bradycardie. Verminderde parasympathische controle van de urineblaas, urineretentie. Blozen. Opwinding, mentale verwarring, hallucinaties (vooral bij ouderen of hogere doses), hyperthermie, incoördinatie.
obstructieve uropathie (bv. obstructie van de blaashals door prostaathyperplasie);
obstructieve aandoeningen van het maag-darmkanaal (bv. pylorusstenose);
paralytische ileus;
nauwe-kamerhoekglaucoom;
onbehandeld open–kamerhoekglaucoom.
Al deze contra-indicaties zijn niet relevant bij levensbedreigende noodgevallen.
Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen
Voorzichtigheid is geboden bij neonaten en zuigelingen vanwege een hogere gevoeligheid voor de bijwerkingen, evenals bij patiënten met het syndroom van Down.
Bij koortsige patiënten, vooral bij kinderen, en wanneer de luchttemperatuur hoog is, moet bijzondere voorzichtigheid in acht worden genomen bij het gebruik van atropinesulfaat, omdat sneller hyperthermie kan optreden.
Zuigelingen, kinderen en kinderen met spastische verlamming of hersenbeschadiging kunnen gevoeliger zijn voor antimuscarinische effecten [SmPC].
Waarschuwingen en voorzorgen algemeen
Externe pacing heeft bij instabiele patiënten voorrang ten opzichte van het toedienen van atropine, in het bijzonder voor patiënten met een AV-blok van hoge graad (type Mobitz-II van tweede of derde graad).
Anticholinerge effecten: Voorzichtig toepassen bij kinderen en ouderen, vanwege meer kans op bijwerkingen. Wees voorzichtig bij koorts of hoge omgevingstemperatuur, myasthenia gravis, bij coronaire hartziekten, tachyaritmie, instabiele cardiovasculaire status bij acute bloeding, hartfalen of hyperthyreoïdie, hiatus hernia met reflux-oesofagitis, infecties van het maag-darmkanaal, diarree (diarree kan bovendien een vroeg symptoom van onvolledige darmobstructie zijn), intestinale atonie, ernstige colitis ulcerosa, toxisch megacolon ten gevolge van colitis ulcerosa, bij patiënten met chronische longaandoeningen (vanwege verdikking van het bronchussecreet), en verder bij autonome neuropathie, en lever- of nierfunctiestoornissen. Atropine kan door pupilverwijding de oogdruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken
Interacties
Interacties Parasympathicolytica algemeen:
Niet beoordeeld: de werking kan worden versterkt door andere geneesmiddelen met een anticholinerge werking, zoals bepaalde antipsychotica en tricyclische antidepressiva.
Amantadine kan de centrale bijwerkingen van de parasympathicolytica versterken.
De werking van parasympathicomimetica kan worden geantagoneerd.
Oculair toegediende parasympathicolytica kunnen de werking van eveneens oculair toegediende parasympathicomimetica antagoneren.
Referenties
Rademaker C.M.A. et al, Geneesmiddelen-formularium voor Kinderen, 2007
International Medication Systems Ltd., SPC Atropine (RVG 55469), www.cbg-meb.nl, Geraadpleegd 20 okt 2010
de Caen AR et al., Pediatric Advanced Life Support: 2015 American Heart Association Guidelines Update for Cardiopulmonary Resuscitation and Emergency Cardiovascular Care, Circulation, 2015, Nov 3;132(18 Suppl 2), S526-42
13 maart 2020 14:23: Voor de indicatie premedicatie zijn een IV doseeradvies, een IM doseeradvies en een SC doseeradvies toegevoegd op basis van de SmPC
14 augustus 2018 15:23: Het doseeradvies bij sinusbradycardie werd uitgebreid naar premature en a-terme neonaten obv expert opinie van de werkgroep neonatale farmacologie.
31 maart 2016 18:01: OP basis van de herziene PALS richtlijn is de minimale dosering bij sinusbradycardie geschrapt. Een maximale dosering wordt om onduidelijke redenen niet meer genoemd in de richtlijn. Daarom is geregistreerde keerdosering voor volwassenen als maximum aangehouden