On-label
Toon SmPC tekstNSAID en propionzuurderivaat met analgetische, antipyretische en anti-inflammatoire eigenschappen. Gemengde COX-1- en COX-2-remmer met enige selectiviteit voor COX-1. Werking (afname keelpijn en keelzwelling): na ca. 30 min. Werkingsduur: 2–3 uur.
Geen informatie over farmacokinetische parameters bij kinderen.
Keelpijn |
---|
Zuigtablet 8,75 mg
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
ANTISEPTICA | ||
---|---|---|
R02AA20 |
ANAESTHETICA, LOKALE | ||
---|---|---|
Trachitol
|
R02AD02 |
Zeer vaak (> 10%): irritatie van de mond. Vaak (1-10%): buikpijn, misselijkheid, diarree, droge mond, mondzweren, orale paresthesie. Soms (0,1-1%): dyspepsie, winderigheid, braken. Hoofdpijn, duizeligheid. Huiduitslag. Zelden (0,01-0,1%): ulceratie en perforatie van het maag-darmkanaal. Slapeloosheid, slaperigheid. Dyspneu, exacerbatie van astma en bronchospasme. Interstitiële nefritis, nefrotisch syndroom, nierfalen. Koorts. Verlengde bloedingstijd, anemie. Zeer zelden (< 0,01%): hematopoëtische stoornissen, met als eerste verschijnselen koorts, keelpijn, mondzweren, griepachtige verschijnselen, ernstige uitputting, onverklaarbare bloedingen en hematomen. Ernstige huidreacties zoals stevens-johnsonsyndroom en syndroom van Lyell. Anafylactische shock. Hepatitis, cholestatische icterus.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Overgevoeligheidsreacties, gastro-intestinale bloeding of perforatie, ernstige colitis of bloeding bij eerder NSAID-gebruik. Maagzweer of -bloeding of intestinale ulceratie in de anamnese. Ernstig hart-, nier- of leverfalen.
Bij purulente bacteriële faryngitis of tonsillitis combineren met een antibioticum. Voorzichtigheid is geboden bij ouderen, bij uitdrogingsverschijnselen en bij astma, stollingsstoornissen, colitis ulcerosa, M Crohn, een voorgeschiedenis van hypertensie en/of hartfalen, lever- en nierfunctiestoornissen en andere condities die tot vochtretentie predisponeren. Bij de eerste tekenen van huiduitslag, mucosale laesies of andere tekenen van overgevoeligheid de behandeling staken, aangezien ernstige en soms fatale huidreacties met prostaglandinesynthetaseremmers zijn gemeld. Toepassing bij systemische lupus erythematodes en gemengde bindweefselziekte vermeerdert de kans op aseptische meningitis. Bij langdurig gebruik van analgetica kan hoofdpijn ontstaan.
Geen
Interacties NSAID's algemeen:
Relevant:
NSAID's versterken het effect van: VKA's; NSAID's verhogen het bloedingsrisico, maar dit komt niet altijd tot uiting in de INR. Bij sommige patiënten wordt ook de INR beïnvloed. Bij NSAID-gebruik tot 1 week is dit weinig relevant. NSAID's hebben bovendien een ulcerogeen effect. Bij gebruik van meer dan 3 g acetylsalicylzuur per dag kan acetylsalicylzuur de INR verhogen. NSAID's moeten zo min mogelijk worden voorgeschreven aan patiënten die VKA's gebruiken. Fenylbutazon en piroxicam (uitzondering bij spondylitis ankylopoetica) en acetylsalicylzuur in een analgetische dosering zijn gecontraïndiceerd.
NSAID's versterken ook het effect van DOAC's (direct werkende orale anticoagulantia), hierdoor neemt het bloedingsrisico toe.
Maagprotectie moet worden overwogen (zie de rubriek Bijwerkingen) in de hierboven genoemde gevallen.
Door toevoeging aan methotrexaat kan de methotrexaatconcentratie stijgen. Hierdoor kunnen ernstige bijwerkingen ontstaan, zeker bij hogere doseringen. Bij combinatie moeten de (neven)effecten van methotrexaat (bloedbeeld, ASAT, ALAT), alsmede de nierfunctie worden gemonitord. Bij 'high dose' methotrexaat moet tevens de methotrexaatconcentratie worden gevolgd.
De nefrotoxiciteit van ciclosporine kan worden versterkt. De nierfunctie moet worden gecontroleerd.
Door toevoeging aan lithium kan de concentratie van lithium stijgen.
NSAID's verminderen het effect van: diuretica, RAAS-remmers, β-blokkers; NSAID's veroorzaken water- en zoutretentie. Door de verminderde werking kan hartfalen kan manifest worden of verergeren. Dit effect kan al optreden binnen enkele dagen na start van het NSAID en is vooral van belang bij ernstig hartfalen. De combinatie wordt bij voorkeur vermeden; als dit niet mogelijk is, moet de nierfunctie worden gecontroleerd en te sterke ontwatering worden vermeden.
Bij hypertensie kunnen NSAID's de antihypertensieve werking van de RAAS-remmer, het diureticum of de β-blokker verminderen, vooral bij nierfunctiestoornis. Bij NSAID-gebruik tot 2 weken is dit weinig relevant.
Overig effect: bij gebruik van een SSRI, duloxetine, trazodon, venlafaxine of een salicylaat in antitrombotische dosering (preparaten tot en met 100 mg acetylsalicylzuur of carbasalaatcalcium per doseereenheid) neemt het risico op een maagbloeding toe als tevens een NSAID wordt gebruikt.
Glucocorticoïden kunnen de ulcerogene werking van de NSAID's versterken. Het risico op een peptisch ulcus neemt toe bij hogere leeftijd, hogere doses en chronisch gebruik. Maagprotectie moet worden overwogen (zie de rubriek Bijwerkingen) in de hierboven genoemde gevallen.
Combinatie met desmopressine kan leiden tot waterintoxicatie en hyponatriëmie. Deze interactie geldt niet voor de coxibs.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met heparines.
Niet beoordeeld: de digoxineconcentratie kan stijgen door indometacine en mogelijk ook door andere NSAID's.
Alcohol of combinatie van verschillende NSAID's kan het risico op een maagbloeding verhogen.
Gelijktijdig oculair gebruik van een corticosteroïd en oculair gebruik van een NSAID bij reeds bestaande hoornvliesontsteking verhoogt het risico op hoornvliescomplicaties.