Recombinante humane insuline-achtige groeifactor 1 (rhIGF-1). Onder normale omstandigheden bindt groeihormoon (GH) aan de GH-receptor in de lever en andere weefsels en stimuleert de synthese en secretie van IGF-1. Activering in de doelweefsels van de IGF-1-receptor type 1, die homoloog is aan de insulinereceptor, leidt tot weefselgroei en tot veranderingen in het koolhydraat- en bot/mineraalmetabolisme.
De gemiddelde terminale t1/2 van totaal IGF-1 na eenmalige subcutane toediening van 0,12 mg/kg aan drie pediatrische proefpersonen met ernstige primaire IGFD is geschat op 5,8 uur (SmPC).
Een andere casus beschrijft een t1/2 van 1,3-3 uur na een enkele subcutane injectie van 0,1 en 0,2 mg/kg (op verschillende dagen) bij een pediatrische patiënt (leeftijd 3 jaar en 9 maanden) met het Rabson-Mendall-syndroom (Longo 2001).
In het onderzoek van Khwaja 2014 werden de volgende niet-compartimentele PK-parameters (gemiddelden ± SD) gevonden tijdens 4 weken behandeling met SC-injecties bij 12 patiënten met MECP2-mutaties (van wie 9 het Rett-syndroom hadden) in de leeftijd van 2-10 jaar:
40 μg/kg 2 dd | 80 μg/kg 2 dd | 120 μg/kg 2 dd | ||
Week 1 | Week 2 | Week 3 | Week 4 | |
Tmax (uur) | 3,4 ± 0,5 | 2,0 ± 0,3 | 1,9 ± 0,2 | 1,5 ± 0,2 |
Cmax (ng/ml) | 234,9 ± 16,6 | 407,9 ± 42,0 | 458,5± 29,5 | 434,1 ± 29,3 |
T1/2 (uur) | 18,2 ± 11,3 | 14,6 ± 1,5 | 14,0 ± 2,0 | 12,9 ± 1,7 |
Deze studie concludeerde ook dat mecasermin een niet-lineaire kinetiek volgt, met een grotere distributie in het perifere compartiment.
Vd centraal compartiment (gemiddelde ± SE) | 7,71 ± 0,78 L |
Vd perifeer compartiment (gemiddelde ± SE) | 33,5 ± 16 L |
Intercompartimentale klaring (gemiddelde ± SE) | 0,38 ± 0,048 L/h |
Inj.vlst. 10 mg/ml
De injectievloeistof bevat benzylalcohol 9 mg/ml
Groeistoornissen met ernstige primaire insuline-achtige groeifactor-1-deficiëntie (IGFD). |
---|
|
Ernstig insuline resistentie syndroom |
---|
|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Zeer vaak (> 10%): hypoglykemie. Hoofdpijn. Otitis media. Braken, buikpijn. Gewrichtspijn, pijn in ledematen. Hypertrofie van de injectieplaats, blauwe plekken op de injectieplaats.
Vaak (1-10%): thymushypertrofie. Hypoglykemisch insult, hyperglykemie. Convulsies, duizeligheid, tremor. Papiloedeem. Hypoacusis, oorpijn, vocht in het middenoor. Hartruis, tachycardie. Tonsilhypertrofie (m.n. de eerste 1–2 jaar), adenoïdhypertrofie, slaapapneusyndroom, snurken. Huidhypertrofie, abnormale haarstructuur. Scoliose, spierpijn. Melanocytaire naevus. Gynaecomastie. Pijn, irritatie, erytheem, induratie of hemorragie op de injectieplaats.
Soms (0,1–1%): depressie, nervositeit. Goedaardige intracraniële hypertensie. Cardiomegalie, ventrikelhypertrofie, mitralis- of tricuspidalisklepinsufficiëntie. Huiduitslag of zwelling op de injectieplaats, lipohypertrofie. Gewichtstoename.
Verder zijn gemeld: systemische overgevoeligheid (anafylaxie, gegeneraliseerde urticaria, angio-oedeem, dyspneu), lokale allergische reacties op de injectieplaats (jeuk, urticaria). Alopecia. Diverse benigne en maligne neoplasmata (incl. zeldzame maligniteiten, die gewoonlijk niet bij kinderen worden waargenomen).
[SmPC]
Literatuur [Plamper 2018]:
Vaak: Paresthesie
Zelden zwelling van de oorspeekselklier, gezichtsverlamming, (verergering van) retinopathie, vochtophoping/oedeem, mastitis en endometriumkanker.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
De diagnose ernstige primaire IGFD wordt gedefinieerd door een lengte standaarddeviatiescore ≤ –3,0, een basale IGF-1 spiegel lager dan het 2,5e percentiel voor leeftijd en geslacht, voldoende groeihormoon, uitsluiting van secundaire vormen (zoals ondervoeding, hypopituïtarisme, hypothyroïdie, chronische behandeling met farmacologische doses anti-inflammatoire steroïden). De diagnose zo nodig bevestigen door middel van een IGF-1-generatietest.
De kans op benigne en maligne neoplasie neemt toe door behandeling met mecasermine. IGF-1 kan een rol spelen bij maligniteiten in alle organen en weefsels. Wees alert op symptomen die mogelijk wijzen op neoplasie, en staak de behandeling in dat geval.
Maak een echocardiogram voorafgaande aan en na staken van de behandeling. Controleer patiënten met afwijkingen hierop of met cardiovasculaire symptomen regelmatig echocardiografisch.
Mecasermine kan hypoglykemie veroorzaken. Wees voorzichtig bij jonge kinderen, kinderen met een hypoglykemie in de voorgeschiedenis of met een onregelmatig eetpatroon. Met name in het begin van de behandeling tot 2–3 uur na toediening risicovolle bezigheden vermijden. Patiënten met een voorgeschiedenis van ernstige hypoglykemie moeten glucagon bij de hand hebben.
Het kan nodig zijn de dosis van insuline en/of andere glucoseverlagende geneesmiddelen te verlagen
bij diabetespatiënten die dit geneesmiddel gebruiken.
Intracraniële hypertensie is gerapporteerd. Bij aanvang en tijdens de behandeling, alsmede bij klinische symptomen zoals visusveranderingen, hoofdpijn, misselijkheid en/of braken wordt fundoscopisch onderzoek aanbevolen.
Hypertrofie van lymfoïde weefsel (bv. de tonsillen) is gemeld. Controleer periodiek op complicaties als snurken, slaapapneu en chronische middenoorontsteking.
Femorale epifysiolyse en progressie van scoliose kunnen optreden bij patiënten die snel groeien. Controleer tijdens behandeling op symptomen zoals mank lopen en pijn in heupen of knieën.
Bij allergische reacties de behandeling onmiddellijk onderbreken. Bij allergische reactie, bij onverwacht hoge IGF-1-bloedwaarden of uitblijven groeirespons een test uitvoeren op antistoffen.
Indien na een jaar geen respons is opgetreden, de behandeling heroverwegen.
De behandeling beëindigen wanneer de epifysairschijven gesloten zijn.
Niet beoordeeld: gelijktijdige toediening van insuline of andere bloedglucoseverlagende middelen kan het hypoglykemische effect versterken.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
CORTICOTROFINE | ||
---|---|---|
Synacthen
|
H01AA02 |
SOMATROPINE EN SOMATROPINE-AGONISTEN | ||
---|---|---|
Sogroya
|
H01AC07 | |
Ngenla
|
H01AC08 | |
Genotropin, Norditropin, Nutropinaq, Omnitrope
|
H01AC01 |