Kaliumsparend diureticum, dat zijn werking voornamelijk in de distale tubulus uitoefent door een competitief antagonisme met aldosteron. Remt de uitwisseling van natriumionen in de tubulusvloeistof tegen kaliumionen uit de tubuluscellen.
Geen informatie
Diurese: On-label
Ascites: Off-label
Tablet 12,5 mg, 25 mg, 50 mg, 100 mg
Drank 1 mg/ml; 5 mg/ml. (bevat acetem) De drank kan niet via een PVC sonde toegediend worden omdat acetem weekmakers uit PVC kan losmaken. Toediening via een PUR- of siliconrubbersonde is wel mogelijk.
Capsule 0,5 mg, 1 mg, 2 mg, 5 mg, 10 mg
Overvulling en oedeem. |
---|
|
Ascites |
---|
Aanpassingen als volgt:
Bij verminderde nierfunctie kan hyperkaliëmie ontstaan. Kaliumsparende diuretica zoals spironolacton kunnen dit risico verhogen. Er zijn geen studies uitgevoerd naar gebruik van spironolacton bij een verminderde nierfunctie zonder hemodialyse.
Hyperkaliemie, bij mannen gyneacomastie.
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Slechte spijsvertering, diarree. Hyperkaliëmie (bij gestoorde nierfunctie). Vermoeidheid, slaperigheid. Verminderd libido, erectiestoornis, gynaecomastie (mannen). Pijnlijke borsten, stoornissen aan de borst, menstruatiestoornissen, (irreversibele) stemverlaging (vrouwen).
Vaak (1-10%): misselijkheid, braken. Zwakheid, lethargie (bij cirrose), paresthesie. Hyponatriëmie (m.n. in combinatie met thiaziden). Verandering in vaginale afscheiding, verminderd libido (vrouwen), amenorroe, post-menopauzale bloedingen. Malaise.
Soms (0,1-1%): huiduitslag, urticaria, erytheem, chloasma, jeuk, exantheem. Spierkrampen. Acidose (bij leverproblemen). Verwarring. Verhoogd serumcreatinine.
Zelden (0,01-0,1%): leukopenie (o.a. agranulocytose), trombocytopenie, eosinofilie. Verlamming, paraplegie van de ledematen (door hyperkaliëmie). Dehydratie, porfyrie, tijdelijke stijging van het stikstofgehalte in bloed en urine, hyperurikemie. Eczeem, overgevoeligheid.
Zeer zelden (< 0,01%): acuut nierfalen. Maagontsteking, maagzweer, maag-darmkrampen, darmbloeding. Alopecia, erythema annulare centrifugum. Systemische lupus erythematodes. Borstkanker. Vasculitis. Hepatitis. Androgene effecten zoals hirsutisme.
Verder zijn gemeld: lichte hypotensie. Duizeligheid. Ataxie. Reversibele hyperchloremische metabole acidose (bij gedecompenseerde levercirrose). Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse (TEN), geneesmiddeluitslag met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS), pemfigoïd.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
matig tot ernstig gestoorde nierfunctie
Bij kinderen en bij lichte nierinsufficiëntie spironolacton voorzichtig toepassen vanwege meer kans op hyperkaliëmie.
Cave ritmestoornissen, gebruik bij digoxine of corticosteroiden. Bij een hoog kalium combineren met hydrochloorthiazide.
Spironolactondrank is opgelost in acetem, een mengsel van geacetyleerde monoglyceriden. De drank kan niet via een pvc sonde toegediend worden omdat acetem weekmakers uit pvc kan losmaken. Toediening via een pur of siliconrubber sonde is wel mogelijk.
Regelmatig elektrolyten controleren, vooral bij meer kans op hyperkaliëmie zoals bij ouderen, bij overmatig braken, diabetes mellitus, lever- of nierfunctiestoornissen en bij comedicatie met enkele geneesmiddelen. Gebruik van kaliumhoudende voedingsmiddelen (kunstzout) dient te worden vermeden wegens de kans op hyperkaliëmie. In verband met de kans op hyperkaliëmie bij diabetes mellitus eerst de nierfunctie controleren alvorens met de behandeling te beginnen.
Instellen van de therapie bij levercirrose met ascites dient bij voorkeur langzaam en onder zorgvuldige controle plaats te vinden, omdat coma hepaticum kan optreden.
Na langdurige toediening van hoge doses is in dierproeven carcinogeniteit gebleken.
De fluorometrische bepaling van cortisol kan worden gestoord.
Relevant: de werking van mitotaan kan worden geblokkeerd.
Spironolacton en androgenen kunnen elkaars werking tegengaan.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor een hoger relatief risico op ulcus pepticum of bloedingen bij gebruik van de combinatie met corticosteroïden, NSAID's of SSRI's.
Niet beoordeeld: bij combinatie met ammoniumchloride neemt het risico op acidose toe.
Interacties kaliumsparende diuretica algemeen
Relevant: NSAID's veroorzaken water- en zoutretentie, waardoor hartfalen kan optreden of verergeren. Dit effect kan al optreden binnen enkele dagen na start van het NSAID en is vooral van belang bij ernstig hartfalen. De combinatie wordt bij voorkeur vermeden; als dit niet mogelijk is, moet de nierfunctie worden gecontroleerd en te sterke ontwatering worden vermeden.
Combinatie met een kaliumzout dient bij voorkeur te worden vermeden, omdat hyperkaliëmie kan optreden. Bij combinatie dient de plasmakaliumconcentratie te worden gecontroleerd.
Bij combinatie met een RAAS-remmer, trimethoprim of co-trimoxazol kan hyperkaliëmie optreden; de plasmakaliumconcentratie dient te worden gecontroleerd.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
OVERIGE KALIUMSPARENDE MIDDELEN | ||
---|---|---|
C03DB02 |