Acetanilidederivaat met analgetische en antipyretische werking. Paracetamol heeft geen anti-inflammatoir effect. Het werkingsmechanisme is nog niet volledig opgehelderd; waarschijnlijk speelt remming van prostaglandinesynthetase een rol.
Paracetamol wordt gemetaboliseerd in de lever en uitgescheiden met de urine, voornamelijk in de vorm van het glucuronide en het sulfaatconjugaat, en ong. 5% onveranderd.
Na intraveneuze toediening van paracetamol aan (premature) neonaten, zijn de volgende farmacokinetische parameters gevonden (Allegaert et al 2004, Allegaert et al 2011, van Ganzewinkel 2014.)
t½ (uur) | Cl (l/kg/uur) | Vd (l/kg) | |
Premature neonaten | 4,6 - 5,9 | 0,09 - 0,14 | 0,61 - 0,76 |
A terme neonaten | 2,9 ± 1 | 0,17 ± 0,06 | 0,64 ± 0,25 |
De klaring bij zuigelingen van 3 maanden en 1 jaar is respectievelijk 8,8 en 13,6 l/uur/70kg (84% van de waarden gevonden bij oudere kinderen). Deze waarden zijn vergelijkbaar met de waarden na orale en ractale toediening. De halfwaardetijd van paracetamol na rectale toediening bij prematuren is dan ook sterk verlengd, van gemiddeld 11 uur bij prematuren na een zwangerschapsduur van 28-32 weken, naar gemiddeld 2,7 uur bij a-terme neonaten (van Lingen et al., Allegaert et al.).
Rectaal toegediende paracetamol wordt bij kinderen traag geabsorbeerd. De mediane t-max waarden, na een enkelvoudige rectale dosis van paracetamol, bij prematuren en a-terme neonaten bedragen respectievelijk 4 – 5 uur en 1,5 uur (van Lingen et al). Tevens blijkt uit verschillende studies dat de absorptie van paracetamol vanuit zetpillen variabel en onvolledig verloopt. De relatieve biologische beschikbaarheid van rectale toedieningsvormen (F rectaal/oraal) varieert van 0,5 bij oudere kinderen tot circa 1 bij neonaten (Hahn et al., Coulthard et al., Birmingham et al., Anderson et al., Arana et al.). In kritiek zieke kinderen is een orale biologische beschikbaarheid van 72% gerapporteerd (Kleiber 2019)
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Pijn, acuut/postoperatief
Intraveneus
Prematuren: offlabel
< 1 jaar (= 10 kg): Off-label
> 1 jaar: On-label, maximale dosering 4 g/dag: off-label
Oraal: Off-label
Rectaal: Off-label
Chronische pijn: Off-label
Milde pijn en koorts: On label
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Kauwtablet 120 mg.
Tablet 100 mg, 500 mg.
Zetpil 60 mg, 120 mg, 180 mg, 240 mg, 360 mg, 500 mg, 750 mg, 1000 mg.
Tablet, omhuld 'Gladde' 500 mg.
Tablet, filmomhuld 'Zapp' 500 mg.
Zetpil 'Junior' 125 mg, 250 mg, 500 mg.
Tablet, omhuld 1000 mg.
Orodispergeerbare tablet 'Junior' 125 mg, 250 mg.
Orodispergeerbare tablet 500 mg.
Infusievloeistof 10 mg/ml
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Milde tot matige pijn; koorts |
---|
|
Pijn, acuut/post-operatief |
---|
|
Chronische pijn |
---|
|
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Hepatotoxiciteit veroorzaakt door toxische metabolieten. (bij kinderen > 140 mg/kg lichaamsgewicht)
Zeer vaak (> 10 %): injectie: reacties op de toedieningsplaats (pijn, branderig gevoel).
Zelden (0,01-0,1%): (maag-darm)bloedingen, buikpijn, diarree, misselijkheid en braken. Sedatie, depressie, verwardheid, hallucinaties, hoofdpijn, visusstoornissen, (draai)duizeligheid. Afwijkingen in het bloedbeeld zoals agranulocytose (na langdurig gebruik), trombocytopenie, (trombocytopenische) purpura, leukopenie, neutropenie en hemolytische anemie. Malaise, koorts. Tremor. Hypotensie, oedeem. Jeuk, huiduitslag, urticaria. Stijging van leverenzymwaarden, afwijkende leverfunctie, leverfalen, levernecrose, geelzucht.
Zeer zelden (< 0,01%): overgevoeligheidsreacties zoals angio-oedeem, moeilijke ademhaling, zweten, misselijkheid, shock en anafylaxie, bronchospasmen, analgetische astma, exantheem. Hypoglykemie. Pancytopenie. Tachycardie. Renale bijwerkingen zoals troebele urine (steriele pyurie), hematurie, anurese, nierfunctiestoornis; na langdurig gebruik van hoge doses zijn nefropathieën zoals interstitiële nefritis en tubulaire necrose waargenomen. Hepatotoxiciteit; leverbeschadiging (leverfalen, acute hepatitis) kan al optreden na doses van 6 g (bij kinderen > 140 mg/kg lichaamsgewicht), hogere doses veroorzaken irreversibele levernecrose. Ook is leverbeschadiging gerapporteerd na chronisch gebruik van 3–4 g per dag.
Verder zijn gemeld: acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP), erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN) en geneesmiddel geïnduceerde dermatose. Opvliegers. De zoetstof maltitol kan diarree veroorzaken. Zetpil: lokale irritatie.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Ernstige leverinsufficiëntie (Child-Pughscore > 9)
Langdurig of veelvuldig gebruik van paracetamol wordt ontraden. Voorzichtigheid is geboden bij prematuren met hyperbilirubinemie. Na herhaalde rectale toedieningen bij prematuren kan cumulatie optreden. Paracetamol wordt gemetaboliseerd via sulfatering (met name bij kinderen en in het bijzonder bij zuigelingen), glucuronidering en oxidatieve routes. Via de oxidatieve route wordt de reactieve radicaal N-acetylparabenzoquinone-imine (NAPQI) gevormd wordt. NAPQI wordt vervolgens door glutathion tot cysteïne en mercaptuurzuurmetabolieten geconjugeerd. In geval van een overdosering wordt een groter gedeelte van de paracetamol via de oxidatieve route gemetaboliseerd en wordt meer NAPQI gevormd. Wanneer nog slechts 30% glutathion in de ongebonden vorm aanwezig is, kan NAPQI tot acute levercelnecrose leiden.Herhaalde doseringen van 90 mg/kg/dag of meer kunnen bij kinderen toxisch voor de lever zijn. Zelfs herhaalde doseringen van 60-90 mg/kg/dag kunnen bij sommige kinderen (verminderde glutathion-voorraad) tot toxische verschijnselen leiden. Bij verschijnselen van sufheid en/of bij patiënten met een ziekte die samengaat met uitdroging en vasten en die regelmatig paracetamol innemen gedurende enkele achtereenvolgende dagen, moet men op de paracetamolintoxicatie bedacht zijn. Toxiciteit kan ook optreden bij bepaalde aandoeningen waarbij de glucuronidering gecompromitteerd is. Er wordt aanbevolen om te controleren of er geen andere paracetamol en/of propacetamol bevattende geneesmiddelen toegediend worden. Sommige paracetamol preparaten bevatten aspartaam, voorzichtigheid is geboden bij patiënten met phenylketonurie.
Let op fouten in de dosering van de infuusvloeistof als gevolg van verwarring tussen milligram (mg) en milliliter (ml) kunnen resulteren in onopzettelijke overdosering en overlijden
Wees voorzichtig bij matige tot ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring ≤ 30 ml/min), leverinsufficiëntie, acute hepatitis, glucose-6-fosfaatdehydrogenase-deficiëntie, hemolytische anemie, verminderde leverenzymactiviteit, syndroom van Gilbert (familiaire non-hemolytische hepatitis), chronisch alcoholgebruik, dehydratie en chronische ondervoeding (lage reserves van hepatisch glutathion), gebruik van totale parenterale voeding (TPV). Bij glutathiondepletie zoals bij sepsis, ondervoeding, alcoholmisbruik, nier- en leverfunctiestoornis neemt de kans op leverfalen en/of metabole acidose toe. Bij chronisch alcoholisme, tijdens de behandeling geen alcohol gebruiken.
Hogere doseringen dan aanbevolen brengen het risico van zeer ernstige leverbeschadiging met zich mee. 6 gram kan al leverbeschadiging geven, na chronisch gebruik is bij 3–4 gram per dag al leverschade gemeld. Klinische klachten en symptomen van leverbeschadiging (incl. cholestatische, cytolytische (= hepatocellulaire) of fulminante hepatitis, leverfalen) worden doorgaans pas na 2 dagen (max. 4–6 dagen) na toediening waargenomen.
Paracetamol kan ernstige huidreacties veroorzaken; staak het gebruik bij de eerste tekenen van huiduitslag of andere overgevoeligheid.
Langdurig of veelvuldig gebruik wordt ontraden. Bij aanhoudende pijn (> 5 dagen), hoge of aanhoudende koorts (> 3 dagen) of verschijnselen van een secundaire infectie de behandeling heroverwegen. Bij gebruik langer dan 3 maanden kan geneesmiddelafhankelijke hoofdpijn ontstaan, staak dan de behandeling. Zodra mogelijk overgaan van intraveneuze naar orale behandeling.
Bij astmatische patiënten die overgevoelig zijn voor acetylsalicylzuur zijn lichte bronchospasmen gemeld als kruisreactie.
Bij homozygote patiënten met fenylketonurie moet bij gebruik van de kauwtablet 120 mg de hoeveelheid fenylalanine worden doorberekend in het voedingsvoorschrift.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Niet relevant:
Afname paracetamol: de concentratie daalt door lorlatinib.
Niet beoordeeld:
Paracetamol kan bij langdurig en regelmatig gebruik de werking van VKA's versterken. Er is geen significant effect wanneer incidenteel een dosis wordt ingenomen.
Het is niet aangetoond dat coffeïne de analgetische werking van paracetamol kan versterken.
Isoniazide verhindert het metabolisme van paracetamol in de lever wat mogelijk de werking en/of toxiciteit van paracetamol versterkt.
Bij chronisch alcoholmisbruik en combinatie met enzyminductoren kan een overdosering met paracetamol ernstiger verlopen door verhoogde en versnelde vorming van toxische metabolieten.
Voorzichtigheid is geboden bij gelijktijdig toedienen van paracetamol en flucloxacilline, vanwege het risico op een hoge anion gap metabole acidose (HAGMA) met name bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie, sepsis of ondervoeding (vooral als de maximale dagdosis paracetamol wordt gebruikt).
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
PYRAZOLINONDERIVATEN | ||
---|---|---|
Dolamizol
|
N02BB02 |
ACEETANILIDEDERIVATEN | ||
---|---|---|
Finimal, Witte kruis
|
N02BE51 |
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.