Cholesterol wordt door galzure zouten en fosfolipiden in een micellaire oplossing gehouden. Wanneer door een tekort aan galzure zouten of teveel cholesterol de gal oververzadigd is met cholesterol, kan de overmaat cholesterol neerslaan en leiden tot de vorming van galstenen. Ursodeoxycholzuur beïnvloedt de samenstelling van de geproduceerde gal zodanig, dat deze van lithogeen verandert in niet-lithogeen. Als gevolg van de geringere concentratie cholesterol in de gal kunnen reeds gevormde cholesterolgalstenen geleidelijk oplossen. Het effect bij primaire biliaire cholangitis wordt veroorzaakt doordat ursodeoxycholzuur in de gal de hoeveelheid toxische galzuren vermindert en de waterstofcarbonaatsecretie stimuleert; tevens verhoogt het de galproductie en heeft het een immunomodulerend effect op de levercelmembranen. Er zijn aanwijzingen dat ursodeoxycholzuur, bij kinderen met hepatobiliaire aandoeningen ten gevolge van cystische fibrose, in een vroeg stadium de proliferatie van galwegen kan verminderen, de progressie van histologische schade kan stoppen en zelfs hepatobiliaire veranderingen kan omkeren.
De volgende kinetische parameters zijn gevonden bij pasgeborenen van 1-51 dagen oud na toedienen van microdoses (Gordi et al. 2014):
Dosis |
Cmax (pg/ml) gem. (mediaan) |
Cl/F (ml/uur) gem. (mediaan) |
---|---|---|
8 ng (n=5) | 7 (6) | 47 (60) |
26 ng (n=5) | 28 (25) | 51 (31) |
80 ng (n=6) | 85 (69) | 33 (30) |
totaal (n=16) | - | 43 (26) |
Cholestase: Off-label
Overige indicaties: On-label
Tablet 150 mg, 250 mg, 300 mg, 400 mg, 450 mg, 500 mg
Capsule 250 mg
Ursofalk susp 50mg/ml
Cholestase |
---|
|
Galstenen |
---|
|
Hepatobiliaire aandoeningen bij cystic fibrosis |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Diarree
Vaak (1-10%): diarree, kleverige ontlasting.
Zeer zelden (< 0,01%): verkalking van galstenen. Urticaria.
Verder zijn gemeld: misselijkheid, braken, jeuk. Bij behandeling van primaire biliaire cholangitis: toename van klinische symptomen, zoals jeuk (aan het begin van de behandeling), ernstige pijn in de rechter bovenbuik en decompensatie van levercirrose. Bij patiënten met primaire biliaire cholangitis stadium IV is reversibele stijging van alkalische fosfatase, bilirubine en γ-GT beschreven.
Offlabelgebruik bij primaire sclerotiserende cholangitis van langdurig hoge doses (28–30 mg/kg/dag) is in verband gebracht met een hogere frequentie van ernstige bijwerkingen.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
De galuitscheiding neemt toe bij gebruik van ursodeoxycholzuur, derhalve is voorzichtigheid geboden bij ziekten met galafvloedbeperking. De behandeling dient gestaakt te worden indien de alkalische fosfatase-, γ-GT- en bilirubinewaarden na het starten van de behandeling toenemen
De duur van de behandeling hangt af van de grootte van de galstenen, maar mag nooit korter zijn dan 3–4 maanden.
Controles: Tijdens de eerste drie maanden elke vier weken de leverfunctiewaarden controleren, daarna elke drie maanden.
Beoordeling galstenen: Voor een goede beoordeling van het resultaat is het nodig bij aanvang van de kuur de grootte van de galstenen nauwkeurig vast te stellen en deze verder geregeld, bijvoorbeeld ieder halfjaar, door middel van nieuwe röntgencontrast- en/of echografische opnamen te controleren. Indien na een half jaar behandeling de stenen niet in grootte zijn afgenomen, verdient het aanbeveling de lithogeenindex te bepalen. Als de omvang van de stenen niet is afgenomen en de gal een lithogene index > 1,0 heeft, is het onwaarschijnlijk dat een gunstig resultaat kan worden verkregen en is het beter de therapie te beëindigen.
Onderbreking: Onderbreken van de behandeling gedurende 3–4 weken heeft terugkeer tot oververzadiging van de gal tot gevolg en verlengt de duur van de therapie. De onderbreking van de behandeling na oplossing van de galstenen kan worden gevolgd door een recidief.
Diarree: Bij diarree de dosering verlagen, bij aanhoudende diarree de behandeling staken.
Cholesterol: Inname van veel calorieën en cholesterol vermijden. Een cholesterol-arm dieet zal het effect van de behandeling vergroten.
Niet relevant: de plasmaconcentratie van rosuvastatine stijgt.
Niet beoordeeld: de absorptie neemt af door colestyramine en door aluminiumbevattende antacida; een tussenpoos van ten minste 2 uur wordt aanbevolen.
De plasmaconcentratie van nitrendipine kan dalen.
De absorptie van ciclosporine kan toenemen. De absorptie van ciprofloxacine kan verminderen.
Oestrogenen en fibraten verhogen de hepatische cholesterolsecretie en bevorderen mogelijk de vorming van galstenen.
Er is een melding van een verminderde werking van dapson bij dermatitis herpetiformis na toevoeging van ursodeoxycholzuur.
Interacties cholelithiasismiddelen algemeen:
Niet beoordeeld: de absorptie neemt af door colestyramine en door aluminiumbevattende antacida; een inname-interval van ten minste 2 uur wordt aanbevolen.
De plasmaconcentratie van nitrendipine kan dalen.
De absorptie van ciclosporine kan toenemen.
Oestrogenen en fibraten verhogen de hepatische cholesterolsecretie en bevorderen mogelijk de vorming van galstenen.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
OVERIGE GALTHERAPEUTICA | ||
---|---|---|
Bylvay
|
A05AX05 |