Combinatie van dopamineprecursor die de bloed-hersenbarrière passeert en enzymatisch wordt gedecarboxyleerd tot het werkzame dopamine en een decarboxylaseremmer die de bloed-hersenbarrière niet passeert. De decarboxylaseremmer remt de extracerebrale decarboxylering van levodopa, waardoor meer levodopa beschikbaar is voor transport naar de hersenen. (70–150 mg carbidopa blijkt perifeer dopadecarboxylase volledig te kunnen remmen.) Hierdoor kan levodopa lager worden gedoseerd, zal de werking sneller intreden en zullen minder perifere bijwerkingen optreden door een geringere hoeveelheid perifeer ontstaan dopamine. De werking berust waarschijnlijk op verhoging van de dopamineconcentratie in de hersenen. Hypokinesie, spierstijfheid en in mindere mate de tremor worden verbeterd. Werkingsduur: tablet 2–4 uur, CR-tablet 4–6 uur. Intestinale behandeling vermindert de motorische fluctuaties en verhoogt de 'on'-tijd omdat een stabielere levodopa plasmaconcentratie wordt gerealiseerd.
Geen informatie
Per tablet : Levodopa/carbidopa (als 1-water): 50mg/12,5 mg, 100 mg/10 mg; 100 mg/25 mg; 250 mg/25 mg
Per tablet met gereguleerde afgifte: Levodopa/Carbidopa (als 1-water) 100 mg /25 mg, 200 mg/50 mg
GTP cyclohydrolase I deficientie (GTPCH); 6 pyruvoyl tetrahydropterin synthase deficientie (PTPS); Dihydropteridine reductase deficientie (DHPR) |
---|
|
Tyrosinehydroxylase deficientie |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Onwillekeurige bewegingen kunnen zowel vroeg als laat in de therapie optreden en zijn dosis-afhankelijk. Bij voortgezette behandeling heeft 50–80% last van 'peak-dose' dyskinesie (m.n. na gebruik van de tablet met gereguleerde afgifte); tevens treden op perioden van akinesie, tremor en stijfheid, die enkele minuten tot uren kunnen duren ('end of dose' akinesie, 'on-off'-verschijnsel, akinesia paradoxica) en ernstige gegeneraliseerde dyskinesie. Spiertrekkingen en blefarospasmen vormen de eerste tekenen om dosisverlaging te overwegen. (Zeer) vaak (> 1%): anorexie; hoofdpijn, paresthesie, spierkrampen, psychische stoornissen zoals hallucinatie, verwardheid, slaperigheid overdag, plotselinge slaapaanvallen, duizeligheid, nachtmerrie, slapeloosheid en depressie (zeer zeldzame zelfmoordpoging); pijn op de borst, asthenie, hartkloppingen, orthostatische hypotensie (m.n. in de beginperiode); dyspneu. Maag-darmstoornissen (misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, droge mond, dyspepsie. Soms (0,1–1%): syncope, extrapiramidale aandoening, gastro-intestinale pijn, urticaria, afwijkingen in het lopen, gewichtsverlies. Vallen. Zelden (0,01–0,1%): oogaandoeningen als wazig zien, psychotische episode. Haaruitval, plotselinge roodheid van het gezicht, jeuk angio–oedeem. Maligne antipsychoticasyndroom. Het donker worden van zweet, urine en speeksel is beschreven. Verder zijn gemeld: stoornis in de impulsbeheersing (dwangmatig gokgedrag, toegenomen libido, hyperseksualiteit, compulsief koopgedrag, compulsief eetgedrag), euforie, tandenknarsen. Dementie, bittere smaak, ataxie, activering van het Horner-syndroom, gevoelsverlies, convulsies. diplopie, verwijde pupillen, oculogyrische crises. Leukopenie, trombocytopenie, (hemolytische) anemie, agranulocytose. (Maligne) melanoom. Hyperhidrose, Henoch–Schönlein-purpura. Trismus. Flebitis. Opvliegers, hypertensie. Malaise, oedeem. Gewichtstoename. Aritmieën (in het bijzonder bij bestaande hartstoornissen). Heesheid, hik. Speekselvloed, slikstoornissen, flatulentie. maag-darmbloedingen. Urineretentie, urine incontinentie, priapisme. Laboratoriumafwijkingen: fout-positieve uitslagen voor glucose en ketonlichamen in de urine. Lichte verhoging van transaminasewaarden, alkalisch fosfatase, LDH, creatinine- en ureumgehalte. Verminderde Hb en hematocriet. Verhoogde urinezuurspiegels. Positieve Coombs-test.
Intestinale sonde (> 10%): complicaties, zoals verplaatsing van de sonde naar de maag, occlusie of het verdraaien van de sonde (hoge druksignalen van de pomp) of volledig falen van sonde of pomp. Kort na de operatieve plaatsing: buikpijn, infectie en lekken van gastrische vloeistoffen. Plaatselijke infecties rondom de stoma.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Niet-gecompenseerde cardiovasculaire, endocriene of hematologische aandoeningen; lever-, long- en nieraandoeningen. Nauwe kamerhoekglaucoom. Verdachte, ongediagnosticeerde gepigmenteerde huidaandoeningen; melanoom in de anamnese.
Onwillekeurige bewegingen kunnen zowel vroeg als laat in de therapie optreden en zijn dosis-afhankelijk. Bij voortgezette behandeling heeft 50–80% last van 'peak-dose' dyskinesie (m.n. na gebruik van de tablet met gereguleerde afgifte); tevens treden op perioden van akinesie, tremor en stijfheid, die enkele minuten tot uren kunnen duren ('end of dose' akinesie, 'on-off'-verschijnsel, akinesia paradoxica) en ernstige gegeneraliseerde dyskinesie. Spiertrekkingen en blefarospasmen vormen de eerste tekenen om dosisverlaging te overwegen. (Zeer) vaak (> 1%): anorexie; hoofdpijn, paresthesie, spierkrampen, psychische stoornissen zoals hallucinatie, verwardheid, slaperigheid overdag, plotselinge slaapaanvallen, duizeligheid, nachtmerrie, slapeloosheid en depressie (zeer zeldzame zelfmoordpoging); pijn op de borst, asthenie, hartkloppingen, orthostatische hypotensie (m.n. in de beginperiode); dyspneu. Maag-darmstoornissen (misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, droge mond, dyspepsie. Soms (0,1–1%): syncope, extrapiramidale aandoening, gastro-intestinale pijn, urticaria, afwijkingen in het lopen, gewichtsverlies. Vallen. Zelden (0,01–0,1%): oogaandoeningen als wazig zien, psychotische episode. Haaruitval, plotselinge roodheid van het gezicht, jeuk angio–oedeem. Maligne antipsychoticasyndroom. Het donker worden van zweet, urine en speeksel is beschreven. Verder zijn gemeld: stoornis in de impulsbeheersing (dwangmatig gokgedrag, toegenomen libido, hyperseksualiteit, compulsief koopgedrag, compulsief eetgedrag), euforie, tandenknarsen. Dementie, bittere smaak, ataxie, activering van het Horner-syndroom, gevoelsverlies, convulsies. diplopie, verwijde pupillen, oculogyrische crises. Leukopenie, trombocytopenie, (hemolytische) anemie, agranulocytose. (Maligne) melanoom. Hyperhidrose, Henoch–Schönlein-purpura. Trismus. Flebitis. Opvliegers, hypertensie. Malaise, oedeem. Gewichtstoename. Aritmieën (in het bijzonder bij bestaande hartstoornissen). Heesheid, hik. Speekselvloed, slikstoornissen, flatulentie. maag-darmbloedingen. Urineretentie, urine incontinentie, priapisme. Laboratoriumafwijkingen: fout-positieve uitslagen voor glucose en ketonlichamen in de urine. Lichte verhoging van transaminasewaarden, alkalisch fosfatase, LDH, creatinine- en ureumgehalte. Verminderde Hb en hematocriet. Verhoogde urinezuurspiegels. Positieve Coombs-test.
Intestinale sonde (> 10%): complicaties, zoals verplaatsing van de sonde naar de maag, occlusie of het verdraaien van de sonde (hoge druksignalen van de pomp) of volledig falen van sonde of pomp. Kort na de operatieve plaatsing: buikpijn, infectie en lekken van gastrische vloeistoffen. Plaatselijke infecties rondom de stoma.
Relevant: dopaminerge parkinsonmiddelen, zoals levodopa, en dopamine-antagonisten (antipsychotica, anti-emetica) kunnen elkaars werking tegengaan. Combinatie wordt in het algemeen ontraden. Een uitzondering is clozapine, dit kan in lage doses worden toegepast bij psychose bij een parkinsonpatiënt. Als alternatief kan quetiapine worden gebruikt. Domperidon is ook een uitzondering, dit kan worden toegepast bij misselijkheid en braken en orthostatische hypotensie bij een parkinsonpatiënt.
Bij gelijktijdige inname met ijzerzouten kan de absorptie van levodopa afnemen, waarschijnlijk door vorming van een slecht oplosbaar complex. Levodopa dient 2 uur vóór ijzer (gewoon preparaat) te worden ingenomen.
Toediening gelijktijdig met of kort na het staken van behandeling met een niet-selectieve MAO-remmer kan een hypertensieve reactie veroorzaken; bij combinatie met een decarboxylaseremmer lijkt dit niet op te treden.
Niet relevant: pyridoxine versnelt (als co-enzym) reeds in kleine doses (vanaf 5 mg) de perifere afbraak van levodopa; bij combinatie met een decarboxylaseremmer treedt dit antagonisme niet op.
Antacida verlagen de absorptie van Madopar HBS® en verhogen de absorptie van levodopa in een gewoon preparaat.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met dacarbazine en tetrabenazine.
Niet beoordeeld: de werking van levodopa kan worden verminderd door fenytoïne.
Bij narcose met halothaan dient levodopa 12-48 uur voorafgaand aan de ingreep te worden gestaakt ter voorkoming van bloeddrukschommelingen en hartritmestoornissen.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.