Combinatie van een cholesterolabsorptieremmer en een cholesterolsyntheseremmer (statine). Ezetimib remt selectief de opname via de dunne darm van cholesterol en aanverwante plantsterolen afkomstig van de voeding of uit de gal, waardoor de darm minder cholesterol aan de lever geeft.
De absorptie en het metabolisme van ezetimibe zijn bij kinderen, adolescenten (10 tot 18 jaar) en volwassenen gelijkwaardig, zie ook monografie ezetimibe.
Per tablet: Ezetimibe/Simvastatine: 10/20 mg; 10/40 mg; 10/80 mg
NB: Tablet Ezetimibe/Simvastatine10/10 mg is in Nederland niet commercieel beschikbaar.
Homozychote familiaire hypercholesterolemie; primaire hypercholesterolemie |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Vaak (1-10%): myalgie. Verhoogd ALAT en/of ASAT, verhoogd CK in het bloed.
Soms (0,1-1%): verhoogd bilirubine, bloedurinezuur, γ-GT of INR, eiwit in urine. Gewichtsverlies. Duizeligheid, hoofdpijn, paresthesie. Buikpijn, dyspepsie, winderigheid, opgezette buik, diarree, droge mond, gastro-oesofageale refluxziekte, misselijkheid, braken. Jeuk, uitslag. Artralgie, spierspasmen, spierzwakte, pijn in de nek, rug, borst en/of extremiteiten. Asthenie, vermoeidheid, malaise, perifeer oedeem. Slaapstoornis (zoals slapeloosheid).
Zelden (0,01-0,1%): verminderd/wazig zicht.
Zeer zelden (< 0,01%): anafylactische reactie. Spierruptuur. Gynaecomastie. Lichenoïde geneesmiddelenerupties.
Verder zijn gemeld: trombocytopenie, anemie. Opvliegers, hypertensie. Hoest, dyspneu, interstitiële longziekte (dyspneu, niet-productieve hoest, achteruitgang van de algehele gezondheid). Obstipatie, pancreatitis, gastritis. Alopecia, erythema multiforme, overgevoeligheidssyndroom (angio-oedeem, lupusachtig syndroom, polymyalgia rheumatica, dermatomyositis, vasculitis, eosinofilie, verhoogde bezinking, artritis en artralgie, urticaria, fotosensibilisatie, koorts, roodheid, dyspneu, malaise). Perifere neuropathie, geheugenstoornis. Myasthenia gravis, oculaire myasthenie. Myopathie (incl. myositis), spierkramp, rabdomyolyse (met of zonder acuut nierfalen). Peesaandoeningen (incl. peesruptuur). Immuungemedieerde necrotiserende myopathie (IMNM), tijdens of na behandeling. Hepatitis, leverfalen, cholelithiase, cholecystitis. Verminderde eetlust. Depressie. Erectiestoornis. Verhoging alkalische fosfatase.
Verder is bij sommige statinen gemeld: verhoogd HbA1c-gehalte, ontwikkeling van diabetes mellitus, vaker bij risicofactoren voor diabetes mellitus (zoals glucose nuchter van 5,6–6,9 mmol/l).
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Klinische ervaring bij kinderen en adolescenten (10–17 jaar) is beperkt tot (homozygote en heterozygote) familiaire hypercholesterolemie en sitosterolemie. Behandeling bij kinderen (10–17 jaar; puberale status jongens: Tanner-stadium ≥ 2, meisjes: ≥ 1 jaar postmenarche) dient ingesteld te worden door een gespecialiseerde arts. De lange termijn effecten (> 33 weken) bij kinderen tussen de 10–18 jaar zijn niet vastgesteld. Wegens het ontbreken van klinische gegevens wordt gebruik bij kinderen < 10 jaar niet aangeraden.
Spierklachten: Wees voorzichtig bij grote alcoholinname en/of een leveraandoening in de anamnese, vanwege meer kans op myopathie. Myopathie ontstaan door gebruik van statinen kan in enkele gevallen overgaan in rabdomyolyse en nierfalen, in zeer zeldzame gevallen met fatale afloop. Bepaal de creatinekinase-waarden (CK) vóór start van de statine alleen bij een erfelijke spierafwijking in de (familie)anamnese of bij spiertoxiciteit bij eerder gebruik van een statine of fibraat. Bepaling van de levertransaminasewaarden voorafgaand aan de therapie kan zinvol zijn bij alcoholmisbruik of een bekende leverfunctiestoornis. Bepaal de CK- en transaminasewaarden tijdens de behandeling alleen in geval van verdenking van toxiciteit (bv. door langdurige interacties) of leverfalen en bij ernstige spierklachten (vooral indien gepaard met koorts en malaise). Bij myopathie (CK > 10× ULN) of verdenking van myotoxiciteit de behandeling staken. Spierpijn kan ook voorkomen zonder verhoogde CK-waarden; de anamnese is belangrijker dan de bepaling. Adviseer iedere patiënt om bij onverklaarde spierpijn, - gevoeligheid of -zwakte onmiddellijk een arts te waarschuwen. Bij milde spierklachten zonder toxiciteit de statine (tijdelijk) staken of de dosering verlagen en na enkele weken de klachten evalueren; indien een relatie bestaat met de statinetherapie, een lagere dosering geven. Voorzichtig bij voorschrijven aan alle Aziatische patiënten vanwege meer kans op myopathie bij Chinezen. Bij een verminderde functie van OATP-transporteiwitten in de lever (door medicatie of SLCO1B1-polymorfisme), kan de blootstelling aan simvastatinezuur hoger zijn, waardoor de kans op myopathie en rabdomyolyse toeneemt. Bij stijging van de levertransaminasewaarden > 3× ULN de behandeling staken en na normalisatie eventueel hervatten in een lagere dosering of overstappen op een ander statine.
Levertoxiciteit: Onderbreek direct de behandeling bij optreden van ernstige leverschade, hyperbilirubinemie en/of geelzucht. Als geen andere oorzaak voor de leverschade gevonden wordt, de behandeling niet herstarten.
Een paar dagen voor een electieve zware chirurgische ingreep en als er sprake is van een ernstige medische of chirurgische aandoening de behandeling tijdelijk stopzetten.
Statinen kunnen de zenuwstelselaandoeningen myasthenia gravis of oculaire myasthenie verergeren of 'de novo' induceren. Staak de behandeling bij verergering van de symptomen. Recidieven kunnen optreden bij opnieuw starten van de behandeling met een (andere) statine.
Bij vermoeden van ontwikkeling van interstitiële longziekte de behandeling met een statine staken.
Er zijn aanwijzingen dat statinen het nuchtere bloedglucosegehalte kunnen verhogen. Hierdoor kan, bij bepaalde risicofactoren (zoals glucose nuchter van 5,6–6,9 mmol/l, BMI > 30 kg/m²) een mate van hyperglykemie optreden waardoor behandeling zoals bij diabetes mellitus nodig is. Dit is echter geen reden om de statine-behandeling te staken.
Interacties ezetimibe:
Relevant:
Absorptie: de absorptie neemt af bij gelijktijdig innemen met colestyramine; ezetimib moet ten minste 4 uur vóór colestyramine worden ingenomen.
Niet relevant:
Afname ezetimib: de concentratie daalt door colesevelam.
Toename ezetimib: de concentratie stijgt door bempedoïnezuur, fibraten en ciclosporine; ook is stijging van de AUC van ciclosporine gemeld.
Interacties simvastatine:
Simvastatine
Simvastatine is substraat voor CYP3A4 en wordt getransporteerd door OATP1B1/3.
Relevant:
Afname simvastatine: de concentratie van simvastatine en de actieve metaboliet daalt door krachtige CYP3A4-inductoren, bosentan en etravirine. Mogelijk alternatief is pravastatine of rosuvastatine (deze worden niet of nauwelijks gemetaboliseerd via CYP-enzymen).
Toename simvastatine: de concentratie stijgt door amiodaron, bempedoïnezuur, ciclosporine, krachtige CYP3A4-remmers, danazol, diltiazem, fluconazol, gemfibrozil, HIV-proteaseremmers, imatinib, letermovir, lomitapide, ribociclib, roxadustat, ticagrelor en verapamil, zie D. Hierdoor is het risico op myopathie verhoogd.
De concentratie stijgt ook door bepaalde HCV-middelen (Elbasvir/Grazoprevir, Glecaprevir/Pibrentasvir, Ledipasvir/Sofosbuvir, Sofosbuvir/Velpatasvir, Sofosbuvir/Velpatasvir/Voxilaprevir); combinatie met Glecaprevir/Pibrentasvir of Ledipasvir/Sofosbuvir wordt ontraden; voor andere HCV-middelen, zie D. Voor de interactie met Nirmatrelvir/Ritonavir, zie aldaar.
Overig effect: het risico op myopathie is verhoogd bij combinatie met colchicine (dit is alleen relevant bij een dosis colchicine hoger dan 0.5 mg/dag) en fusidinezuur.
Niet relevant:
Afname simvastatine: de concentratie daalt door sarilumab en tocilizumab.
Toename simvastatine: de concentratie stijgt door amlodipine, canagliflozine, dapagliflozine, lacidipine, lercanidipine en voclosporine.
Er is een casus waarbij rabdomyolyse optrad na toevoegen ciprofloxacine aan simvastatine, maar verdere onderbouwing ontbreekt.
Overig effect: het trombocytenaggregatieremmende effect van clopidogrel kan afnemen.
Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met azitromycine, daptomycine, sildenafil, sirolimus, tacrolimus, en fibraten anders dan gemfibrozil.
Niet beoordeeld:
De absorptie kan worden verminderd door galzuurbindende harsen; aanbevolen wordt het statine gescheiden (ten minste 4 uur tussentijd) van het galzuurbindend hars in te nemen (het statine 's avonds en het galzuurbindend hars overdag).
Grapefruitsap kan de biologische beschikbaarheid verhogen door remming van CYP3A4. Gebruik van grapefruit(sap) wordt ontraden. De blootstelling aan simvastatinezuur nam met een factor 7 toe bij gebruik van meer dan 1 l grapefruitsap per dag. Bij gebruik van een glas met 240 ml grapefruitsap 's ochtends, waarbij simvastatine 's avonds werd ingenomen, nam de blootstelling aan simvastatinezuur met een factor 1.9 toe.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.