Niet geregistreerd als geneesmiddel (grondstof of voedingssupplement)
Toon SmPC tekstEr is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.
Fysiologisch zout 0,9% is per liter 9 gram NaCl (= 153 mmol Na en Cl)
Hypotoon zout= 0,65% = 0,65 gram NaCl = ongeveer 10 mmol Na per 100 ml
NaCl 2,9% = 2,9 gram Nacl = 50 mmol Na per 100 ml
2,9% = 29 mg/ml
1 gram Nacl = 17 mmol natrium = 390 mg natrium.
Geen informatie
Onderhoudsbehoefte natrium in TPV |
---|
|
Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
ZINK | ||
---|---|---|
A12CB01 |
MAGNESIUM | ||
---|---|---|
Magnence
|
A12CC05 | |
A12CC01 | ||
A12CC04 | ||
A12CC02 |
SELEEN | ||
---|---|---|
Selenase
|
A12CE02 |
OVERIGE MINERAALPRODUCTEN | ||
---|---|---|
A12CX |
Overmatige toediening van natriumchloride kan leiden tot hypernatriëmie en hyperchloremie (zie Tx.).
Bij te snelle stijging van de serumnatriumconcentratie kan pontine demyelinisatie en irreversibele hersenbeschadiging optreden. Als gevolg van het verschil in osmolaliteit tussen het intracellulaire (cerebrale) en extracellulaire (serum) compartiment kan een verschuiving van water van intracellulair naar extracellulair plaatsvinden, waardoor hersencellen te sterk kunnen krimpen (osmotisch demyelinisatiesyndroom; ODS).
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Hypernatriëmie en hyperchloremie.
Voorzichtigheid is geboden bij hypokaliëmie, hypertensie, hartfalen, perifeer oedeem of longoedeem, levercirrose, verminderde nierfunctie, pre-eclampsie en hyperaldosteronisme.
Niet beoordeeld: het risico op hypernatriëmie neemt toe bij combinatie met geneesmiddelen die natriumretentie als bijwerking hebben, zoals NSAID's, androgenen, oestrogenen, corticosteroïden, zoethout en antihypertensiva met een vaatverwijdende of adrenerge neuronblokkerende werking.
Ruim gebruik van natrium kan de uitscheiding van lithium vergroten.