Fusieremmer. Enfuvirtide is een peptide die de fusie van het HIV met de humane CD4-cel remt door een extracellulaire binding aan het HIV-1 viruseiwit gp41. Hierdoor blokkeert enfuvirtide het binnendringen van het virale DNA in de target-cel. Enfuvirtide heeft geen intracellulaire activiteit. HIV-2 is intrinsiek resistent voor enfuvirtide.
Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.
Poeder voor inj.vlst. 90 mg + 1 ml oplosm.
Behandeling HIV infectie |
---|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Zeer vaak (> 10%): eosinofilie. Perifere neuropathie. Gewichtsafname. Reacties op de plaats van injectie (bij 98%) zoals: pijn/ongemak, verharding, erytheem, knobbeltjes en cysten, pruritus, ecchymosis; deze klachten duurden in het algemeen een week of minder.
Vaak (1-10%): pneumonie, sinusitis, griepachtige verschijnselen, lymfadenopathie, neusverstopping, oorinfectie, conjunctivitis, papilloma van de huid. Myalgie, asthenie. Anorexie, gastro-oesofageale refluxziekte, diabetes mellitus, pancreatitis. Tremor, hypo-esthesie, concentratiestoornis, draaiduizeligheid, angst, nachtmerrie, irritatie. Nierstenen, hematurie. Epistaxis. Seborroïsch eczeem, erythema, acne, droge huid. Laboratorium afwijkingen van: triglyceriden, ALAT, ASAT, creatinekinase, γ-GT en hemoglobine. Infectie op de injectieplaats (incl. abces, cellulitis).
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheidsreacties (symptomen: lage bloeddruk, koorts, koude rillingen, misselijkheid, braken, benauwdheid, huiduitslag, glomerulonefritis en primaire reacties op immuuncomplexen).
Anti-retrovirale combinatietherapie (cART) is in verband gebracht met een herverdeling van lichaamsvet (lipodystrofie), metabole stoornissen (zoals hypertriglyceridemie, hypercholesterolemie, hyperlactatemie, insulineresistentie, hyperglykemie en het ontstaan of verergering van diabetes mellitus).
Gemeld zijn gevallen van osteonecrose, vooral bij gevorderde HIV-infectie of langdurige blootstelling aan combinatietherapie; wees hierop bedacht bij het optreden van pijnlijke gewrichten en/of het stijf worden van gewrichten.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Mutaties op de aminozuurposities 36-45 van het HIV-1 viruseiwit gp41 geven een wisselende mate van resistentie tegen enfuvirtide.
Bij het optreden van systemische overgevoeligheidsreacties de behandeling staken; de behandeling met enfuvirtide bij deze patiënten niet meer hervatten. Wees voorzichtig bij bestaande leveraandoeningen, leverenzymafwijkingen of hepatitis.
De veiligheid en werkzaamheid van enfuvirtide zijn niet vastgesteld bij significante onderliggende leveraandoeningen. Bij toepassing van anti-retrovirale combinatietherapie bij patiënten met chronische hepatitis B of C is er meer kans op ernstige, potentieel fatale leverbijwerkingen. Bij verslechtering van een eerder bestaande leveraandoening onderbreking of beëindiging van de behandeling overwegen.
Wees voorzichtig bij ernstige immunodeficiëntie in verband met meer kans op een ontstekingsreactie op asymptomatische of nog aanwezige opportunistische pathogenen die tot ernstige klinische ziektebeelden (zoals CMV-retinitis, focale en/of gegeneraliseerde micobacteriële infecties of een Pneumocystis jiroveci pneumonie) kunnen leiden. In dit kader kan ook het immuunreconstitutiesyndroom voorkomen met bv. reactivering van herpesinfecties of auto-immuunziekten (zoals. M. Graves), de tijd tot het begin van de ziekte is echter variabeler. Het immuunreactiveringssyndroom kan vele maanden na het starten van de therapie optreden.
Er is geen ervaring bij een leeftijd > 65 en bij kinderen < 6 jaar. Er zijn weinig gegevens over het gebruik bij matig-ernstige tot ernstige nierfunctiestoornissen en door dialysepatiënten.
Heeft geen relevante invloed op CYP-enzymen en wordt zelf niet gemetaboliseerd via CYP-enzymen.
Relevant: de toxiciteit van tipranavir kan toenemen.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
NUCLEOSIDEN EN NUCLEOTIDEN (EXCL. REVERSE-TRANSCR-REMMERS) | ||
---|---|---|
Zovirax
|
J05AB01 | |
J05AB12 | ||
Cymevene
|
J05AB06 | |
Zelitrex
|
J05AB11 | |
Valcyte
|
J05AB14 |
FOSFONZUURDERIVATEN | ||
---|---|---|
Foscavir
|
J05AD01 |
PROTEASEREMMERS | ||
---|---|---|
Reyataz
|
J05AE08 | |
Prezista
|
J05AE10 | |
Telzir
|
J05AE07 | |
Crixivan
|
J05AE02 | |
Norvir
|
J05AE03 | |
Invirase
|
J05AE01 |
NUCLEOSIDE EN NUCLEOTIDE REVERSE-TRANSCRIPTASEREMMERS | ||
---|---|---|
Ziagen
|
J05AF06 | |
Emtriva
|
J05AF09 | |
Baraclude
|
J05AF10 | |
Epivir 3TC, Zeffix
|
J05AF05 | |
J05AF07 | ||
Retrovir AZT
|
J05AF01 |
NIET-NUCLEOSIDE REVERSE-TRANSCRIPTASEREMMERS | ||
---|---|---|
Pifeltro
|
J05AG06 | |
Stocrin
|
J05AG03 | |
Intelence
|
J05AG04 | |
Viramune
|
J05AG01 | |
Edurant
|
J05AG05 |
NEURAMINIDASEREMMERS | ||
---|---|---|
Tamiflu
|
J05AH02 | |
Relenza, Dectoza
|
J05AH01 |
ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR HIVINFECTIE, COMBINATIEPREPARATEN | ||
---|---|---|
Kivexa
|
J05AR02 | |
J05AR20 | ||
J05AR13 | ||
Dovato
|
J05AR25 | |
J05AR18 | ||
J05AR19 | ||
J05AR03 | ||
J05AR09 | ||
Kaletra
|
J05AR10 |
OVERIGE ANTIVIRALE MIDDELEN | ||
---|---|---|
Tivicay
|
J05AX12 | |
Celsentri
|
J05AX09 | |
Isentress
|
J05AX08 | |
J05AX24 |
ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR BEHANDELING VAN HCV-INFECTIES | ||
---|---|---|
Zepatier
|
J05AP54 | |
Maviret
|
J05AP57 | |
Harvoni
|
J05AP51 | |
Copegus, Rebetol
|
J05AP01 | |
Sovaldi
|
J05AP08 | |
Epclusa
|
J05AP55 |